1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Toch onderzoek naar wanbeheer mogelijk bij stichting zonder OR

Toch onderzoek naar wanbeheer mogelijk bij stichting zonder OR

De Rechtbank Rotterdam heeft op 6 maart 2013 [1] geoordeeld dat ook bij een stichting, die geen onderneming in stand houdt waarvoor ingevolge de wet een ondernemingsraad moet worden ingesteld, een onderzoek naar wanbeleid mogelijk is.De rechtbank kwam tot dit oordeel naar aanleiding van een verzoek tot het ontslaan en hangende het onderzoek, bij wijze van voorlopige voorziening, het schorsen van het bestuur en het (voorlopig) voorzien in een nieuw bestuur op grond van het bepaalde in artikel...
Leestijd 
Auteur artikel Peter-Jan Hopmans (uit dienst)
Gepubliceerd 10 april 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De Rechtbank Rotterdam heeft op 6 maart 2013 [1] geoordeeld dat ook bij een stichting, die geen onderneming in stand houdt waarvoor ingevolge de wet een ondernemingsraad moet worden ingesteld, een onderzoek naar wanbeleid mogelijk is.

De rechtbank kwam tot dit oordeel naar aanleiding van een verzoek tot het ontslaan en hangende het onderzoek, bij wijze van voorlopige voorziening, het schorsen van het bestuur en het (voorlopig) voorzien in een nieuw bestuur op grond van het bepaalde in artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.

De rechtbank overweegt dat de betreffende bestuurders op diverse punten in strijd met de statuten hebben gehandeld, alsmede in strijd met een door het bestuur en de vennoten van de commanditaire vennootschap, waarvan de stichting de beherend vennoot was, gesloten vaststellingsovereenkomst. Er is daardoor volgens de rechtbank voldoende reden om aan de juistheid van het gevoerde beleid te twijfelen. Om die reden schorst de rechtbank drie van de vier bestuursleden en voegt hij twee tijdelijke bestuurders aan het bestuur toe. Deze twee tijdelijke bestuursleden krijgen de uitdrukkelijke opdracht om naast het uitoefenen van de bestuurstaak een onderzoek in te stellen naar het beleid en de gang van zaken van de stichting en de commanditaire vennootschap en hierover aan de rechtbank te rapporteren voordat deze een eindoordeel velt.

Deze uitspraak is opmerkelijk omdat in artikel 2: 344 Burgerlijk Wetboek is bepaald dat het recht van enquête, het middel om een onderzoek te laten gelasten naar wanbeheer, voor een stichting, die geen onderneming in stand houdt waarvoor ingevolge de wet een ondernemingsraad moet worden ingesteld, is uitgesloten.   







[1] Rechtbank Rotterdam, 6 maart 2013, LJN: BZ3315. Bij raadpleging van rechtspraak.nl op 9 april 2013 bleek dat deze uitspraak door de centrale redactie is ingetrokken.