1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Training van een paard: bedrijfsmatig gebruik betekent aansprakelijkheid

Training van een paard: bedrijfsmatig gebruik betekent aansprakelijkheid

Als bezitter van een paard ben je aansprakelijk voor schade veroorzaakt door jouw paard. Wordt het paard door een ander dan de bezitter gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, dan rust deze risicoaansprakelijkheid op degene die het gebruik uitoefent, aldus artikel 6:181 BW. In het arrest over het paard Loretta werd vastgesteld dat een manegehouder die een paard van een ander (tegen betaling) traint, als bedrijfsmatig gebruiker van dat paard heeft te gelden. In een uitspraak van de Gerecht...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 09 mei 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Als bezitter van een paard ben je aansprakelijk voor schade veroorzaakt door jouw paard. Wordt het paard door een ander dan de bezitter gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, dan rust deze risicoaansprakelijkheid op degene die het gebruik uitoefent, aldus artikel 6:181 BW. In het arrest over het paard Loretta werd vastgesteld dat een manegehouder die een paard van een ander (tegen betaling) traint, als bedrijfsmatig gebruiker van dat paard heeft te gelden. In een uitspraak van de Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 april 2016 kwam ook de vraag aan de orde of er sprake was van een geval als in de paard Loretta zaak, als het paard tegen betaling wordt beleerd.

In september 2009 heeft de bestuurder van De Esdoorn – gespecialiseerd in organisatie- en managementtrainingen – het paard Urona gekocht. De bestuurder hield 80% van de aandelen in De Esdoorn. Dit paard is vervolgens met tussenkomst van een bemiddelaar verzekerd met een particuliere verzekering, waarbij de bestuurder op de inschrijfformulieren heeft aangegeven eigenaar te zijn van het paard en het paard te gaan gebruiken als rijpaard voor de recreatie en dressuursport. Op 16 september 2009 is de bestuurder gewond geraakt bij een ongeval dat was veroorzaakt door het paard op de locatie waar het paard gestald was. Het paard was op dat moment in training om het geschikt te maken voor managementtrainingen. De Esdoorn betaalde voor deze training. De verzekeraard weigerde in eerste instantie uit te keren omdat er een particuliere verzekering was afgesloten terwijl het paard bedrijfsmatig gebruikt zou worden. Daarom had eigenlijk een bedrijfsmatige verzekering afgesloten moeten worden. De verzekeraar heeft uiteindelijk een vaststellingsovereenkomst gesloten met de bestuurder en heeft op grond daarvan een bedrag ad € 20.000,- voldaan.

De Esdoorn heeft vervolgens de bemiddelaar in rechte betrokken en een verklaring voor recht gevorderd dat de bemiddelaar aansprakelijk is voor overige schade zijdens De Esdoorn omdat door zijn toedoen een onjuiste verzekering is afgesloten. De bemiddelaar had zich meer in de specifieke behoeften van De Esdoorn moeten verdiepen, moeten doorvragen op de bedoeling die de bestuurder had met het paard en een bedrijfsmatige verzekering moeten afsluiten, aldus De Esdoorn. In eerste aanleg is de gevorderde verklaring voor recht toegewezen.

De bemiddelaar stelt zich in hoger beroep primair op het standpunt dat het causaal verband tussen de gestelde schade van De Esdoorn en de eventuele tekortkoming van de bemiddelaar ontbreekt. Ook als er wel een bedrijfsmatige verzekering was afgesloten in plaats van een particuliere, zou De Esdoorn namelijk niet aansprakelijk zijn geweest jegens de bestuurder. Omdat het paard op het moment dat de schade ontstond getraind werd door een professionele stal, was die stalhouder aansprakelijk op grond van de artikelen 6:179 en 6:181 BW. De Esdoorn heeft niet weersproken dat het paard ten tijde van het ongeval inderdaad werd gebruikt in de uitoefening van het bedrijf van de stalhouder. Om die reden was niet De Esdoorn als eigenaar/bezitter aansprakelijk, maar de stalhouder op grond van de artikel 6:179 en 6:181 BW. Dus ook in het geval er wel een bedrijfsmatige verzekering was afgesloten in plaats van een particuliere verzekering, dan zou de schade evenmin door de verzekering zijn vergoed. Omdat De Esdoorn haar stellingen onvoldoende heeft onderbouwd, gaat het Hof mee in de stellingen van de bemiddelaar en stelt vast dat het causaal verband tussen de gestelde fout en de geleden schade ontbreekt. Aan dit oordeel doet niet af dat het paard in dit geval niet werd gebruikt voor lesdoeleinden, zoals in de casus van paard Loretta het geval was. Ook als het paard tegen betaling wordt beleerd en getraind moet geconcludeerd worden dat het paard gebruikt wordt in de uitoefening van een bedrijf, als bedoeld in artikel 6:181 BW. De reikwijdte van de term ‘uitoefening beroep of bedrijf’ is hiermee ten aanzien van de hippische wereld verder uitgebreid.