1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Tweede Kamer akkoord met wijziging marktbepalingen bedrijfstakpensioenfondsen

Tweede Kamer akkoord met wijziging marktbepalingen bedrijfstakpensioenfondsen

Op 17 april 2012 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling, aangenomen. Dit wetsvoorstel komt neer op een wijziging van de marktbepalingen.Huidige bepalingenDe oorspronkelijke wetsartikelen zijn erop gericht om te voorkomen dat aan verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen gelieerde ondernemingen concurrentievoordeel kunnen behalen door gebruik te maken van de naam...
Leestijd 
Auteur artikel Frédérique Hoppers
Gepubliceerd 08 mei 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 17 april 2012 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 en de Wet verplichte beroepspensioenregeling, aangenomen. Dit wetsvoorstel komt neer op een wijziging van de marktbepalingen.

Huidige bepalingen

De oorspronkelijke wetsartikelen zijn erop gericht om te voorkomen dat aan verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen gelieerde ondernemingen concurrentievoordeel kunnen behalen door gebruik te maken van de naam en deelnemersgegevens van het fonds. Kort gezegd komen de huidige markt- en overheidbepalingen op de navolgende drie verboden neer:

  1. een generiek verbod op het gebruik van de naam of het merk van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds door derden;

  2. een verbod aan bedrijfstakpensioenfondsen of uitvoerders van beroepspensioenregelingen tot verstrekking van deelnemersgegevens aan anderen dan de (gewezen) deelnemers en hun werkgever;

  3. een verbod tot verstrekking van informatie aan de (gewezen) deelnemers over regelingen die niet door het fonds worden uitgevoerd.


Achtergrond beoogde wijzigingen

Door een aantal recente ontwikkelingen leveren bovenstaande verbodsbepalingen belemmeringen op. Een belangrijke ontwikkeling hierbij is dat in toenemende mate betekenis wordt toegekend aan adequate informatievoorziening over pensioen. Steeds meer deelnemers willen kunnen nagaan in hoeverre hun totale oudedagsvoorziening adequaat op de individuele situatie is toegesneden. Een andere belangrijke ontwikkeling, waarop de huidige marktbepalingen onvoldoende aansluiten, is dat pensioenfondsen voor de uitvoering c.q. administratie van hun pensioenregelingen steeds vaker gebruik maken van uitvoeringsbedrijven.

Verbod naamsgebruik

Aanbieders van financiële producten proberen de informatie over hun pensioenproducten te verbeteren, maar lopen tegen de verbodsbepaling aan van het gebruik van de naam van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds. Aanbieders mogen hierdoor niet melden dat hun producten een aanvulling kunnen vormen op de pensioenregeling van het fonds als zij daarbij de naam van het fonds noemen. Tegen deze achtergrond heeft de regering bezien onder welke voorwaarden gebruik van de naam van een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds wel toegestaan kan worden. Voorgesteld wordt het generieke verbod om te zetten in een specifiek verbod tot de consumentenmarkt (waarbij onder consumenten ook de werkgevers verstaan worden). Daarnaast wordt informatieverstrekking aan consumenten onder omstandigheden toch toegestaan, namelijk als de informatieverstrekking uitsluitend ziet op de wijze waarop de financiële producten zich verhouden tot de pensioenregeling van het fonds. Het moet hierbij overigens wel gaan om algemeen toegankelijke informatie.

Door het verbod beperkt te houden tot de consumentenmarkt, wordt naamsgebruik op de markt van uitvoering van pensioenregelingen in ieder geval mogelijk gemaakt. Dit sluit aan bij de ontwikkeling van het toenemend aantal pensioenuitvoeringsbedrijven. Deze versoepeling stelt pensioenuitvoeringsbedrijven immers in staat om de namen van hun klanten (bedrijfstakpensioenfondsen) te noemen op de uitvoeringsmarkt. Deze transparantie kan, met name in de contacten met vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen, een grote rol spelen.

Verbod gegevensverstrekking

Het verschaffen van werkgeversgegevens aan gelieerde aanbieders van financiële producten is nu nog niet verboden. Het verbod tot verstrekking van deelnemersgegevens aan derden wordt in het wetsvoorstel uitgebreid tot de werkgeversgegevens, zodat daadwerkelijk een gelijk speelveld met andere aanbieders ontstaat. Overigens geldt dit verbod, net als bij de deelnemersgegevens, niet voor zover de gegevensverstrekking noodzakelijk is voor de uitvoering van de pensioenregeling. Hierbij kan gedacht worden aan de gegevensverstrekking door het bedrijfstakpensioenfonds aan het uitvoeringsbedrijf. Daarnaast geldt dit verbod niet voor zover de deelnemers het bedrijfstakpensioenfonds en/of de uitvoerder van de beroepspensioenregeling machtigen gegevens te verstrekken aan door hen aan te wijzen derden. Deze machtigingsconstructie wordt in het wetsvoorstel uitgebreid tot werkgevers.

Voor zover informatie wordt verstrekt door het uitvoeringsbedrijf aan de werkgever of de (gewezen) deelnemers, wordt in het wetsvoorstel voorgeschreven dat in dat geval de naam van het fonds gebruikt moet worden. Dit maakt naar betrokkenen duidelijk dat zij deelnemen aan de fondsregeling en voorkomt indirecte associatie van het fonds met het pensioenuitvoeringsbedrijf.

Verbod informatieverstrekking aan deelnemers over andere regelingen

De reikwijdte van dit verbod wordt in het wetsvoorstel uitgebreid tot de informatieverstrekking aan werkgevers. Bedrijfstakpensioenfondsen mogen aan aangesloten werkgevers dus uitsluitend informatie verstrekken over regelingen die zij zelf uitvoeren.

Oneerlijke concurrentie?

Hoewel de beoogde wijzigingen op de meeste punten een versoepeling van de marktbepalingen inhouden, blijft uitgangspunt dat een onderneming die gelieerd is aan een bedrijfstakpensioenfonds op de markt van financiële producten geen voordeel mag behalen als gevolg van de verplichtstelling. Een - met het oog op een gelijk speelveld - correct uitgangspunt, zo dunkt mij.