1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Warmtewet – wat moet u regelen?

Warmtewet – wat moet u regelen?

Op 1 januari 2014 treedt naar alle waarschijnlijkheid de Warmtewet in werking. Vanaf dat moment zullen exploitanten van alle collectieve warmtenetten (stadsverwarmingsnetten, blokverwarmingsinstallaties en Warmte Koude Opslag systemen) moeten voldoen aan diverse eisen. In dit artikel worden de belangrijkste eisen opgesomd. Melding bij ACMEen leverancier dient op grond van artikel 40 Warmtewet zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van deze wet zich te melden bij de Autoriteit Consument en Ma...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Kole
Gepubliceerd 27 augustus 2013
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 1 januari 2014 treedt naar alle waarschijnlijkheid de Warmtewet in werking. Vanaf dat moment zullen exploitanten van alle collectieve warmtenetten (stadsverwarmingsnetten, blokverwarmingsinstallaties en Warmte Koude Opslag systemen) moeten voldoen aan diverse eisen. In dit artikel worden de belangrijkste eisen opgesomd.

Melding bij ACM
Een leverancier dient op grond van artikel 40 Warmtewet zo spoedig mogelijk na inwerkingtreding van deze wet zich te melden bij de Autoriteit Consument en Markt. Een leverancier dient daarbij zijn naam en adres door te geven, alsmede een beschrijving van de door de leverancier te exploiteren warmtenetten. Daarbij dient in ieder geval het aantal verbruikers en het aantal aan verbruikers geleverde gigajoules te worden doorgegeven.

Aanvragen leveringsvergunning
Elke leverancier van warmte is op grond van artikel 9 Warmtewet vergunningplichtig, tenzij:
a. hij warmte levert aan ten hoogste 10 verbruikers tegelijk; of
b. hij per jaar niet meer warmte levert dan 10.000 gigaloules; of
c. hij verhuurder of de eigenaar is van het gebouw, ten behoeve waarvan de warmte wordt geleverd.

Een leverancier die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Warmtewet reeds warmte levert en op grond van artikel 9 van de Warmtewet vergunningplichtig wordt, dient binnen 2 jaar na dat tijdstip een vergunning aan te vragen als bedoeld in artikel 10 lid 1 van de Warmtewet (artikel 42 lid 1 Warmtewet).

Toetsing aan prijsplafond
De Autoriteit Consument en Markt stelt de maximumprijs vast die een leverancier ten hoogste mag berekenen voor de levering van warmte. Het besluit tot vaststelling van een maximumprijs wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.

De maximumprijs:
a. is gebaseerd op de integrale kosten (levering en transport) die een verbruiker zou moeten maken voor het verkrijgen van dezelfde hoeveelheid warmte bij het gebruik van gas als energiebron. Deze kosten worden bepaald met de rendementsmethode;
b. is opgebouwd uit een gebruiksafhankelijk deel, uitgedrukt in een bedrag in euro per gigajoule, en een gebruiksonafhankelijk deel uitgedrukt in een bedrag in euro.’

Prijzen voor levering van warmte die hoger zijn dan de maximumprijs worden van rechtswege gesteld op die maximumprijs.

Overeenkomst tot levering van warmte
Artikel 3 lid 1 van de Warmtewet schrijft voor dat een overeenkomst tot levering van warmte op schrift wordt gesteld. In de Warmtewet staat aangegeven wat er in ieder geval in deze overeenkomst moet worden opgenomen.