
Zorg en Recht lezing: Toezichthouders in de zorg
De NZa, de IGJ, de ACM en de AP. Diverse toezichthouders zijn actief in de zorg.
Margo Hengeveld is sinds 2018 werkzaam als advocaat. Zij werkt in de civiele proces- en cassatiepraktijk van Dirkzwager. Verder adviseert en procedeert zij over aansprakelijkheidskwesties en algemene civielrechtelijke kwesties binnen de gezondheidszorg.
Margo heeft Nederlands recht gestudeerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Tijdens haar studie heeft Margo stages gelopen bij verschillende advocatenkantoren, is zij juridisch medewerker en bestuurder geweest bij een grote rechtswinkel en heeft zij gewerkt als buitengriffier bij een gerechtshof.
Lid van de Jonge Balie Gelderland en het Juridisch Genootschap Nijmegen
De NZa, de IGJ, de ACM en de AP. Diverse toezichthouders zijn actief in de zorg.
Aan de hand van voorbeelden uit hun eigen praktijk, civiel- en bestuursrechtelijke jurisprudentie én ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving behandelen Koen Mous, Stefan Donkelaar en Blanca de Louw de positie van de zorgaanbieder in het domein van de Zorgverzekeringswet.
De Hoge Raad heeft op 15 juli jl. twee hoven teruggefloten naar aanleiding van de afwijzing van een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. De twee hoven (te Den Bosch resp. Amsterdam) hebben volgens de Hoge Raad om uiteenlopende redenen te hoge eisen gesteld aan toewijzing van het verzoek. De Hoge Raad brengt hiermee de (in abstracto schijnbaar duidelijke, maar kennelijk in de praktijk lastig bevonden) grenzen van de eisen aan toewijzing van verzoeken om een voorlopig getuigenverhoor nog eens scherp voor het voetlicht.
De Hoge Raad heeft op 15 juli jl. twee hoven teruggefloten naar aanleiding van de afwijzing van een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. De twee hoven (te Den Bosch resp. Amsterdam) hebben volgens de Hoge Raad om uiteenlopende redenen te hoge eisen gesteld aan toewijzing van het verzoek. De Hoge Raad brengt hiermee de (in abstracto schijnbaar duidelijke, maar kennelijk in de praktijk lastig bevonden) grenzen van de eisen aan toewijzing van verzoeken om een voorlopig getuigenverhoor nog eens scherp voor het voetlicht. In deze blog bespreek ik de eerste zaak.
Bij het overlijden van een partij tijdens een procedure is het zaak, zowel voor advocaten als voor erfgenamen, om zich rekenschap te geven van de gevolgen van dat overlijden voor het verdere verloop van de procedure en van de eventuele benodigde vervolgacties. Een recente uitspraak van de rechtbank Limburg onderstreept dit.
Twee hoven (Den Bosch en Arnhem-Leeuwarden) werden recentelijk geconfronteerd met eenzelfde vraagstuk: als de dagvaarding niet tijdig is aangebracht, en datzelfde geldt voor het eerste herstelexploot, kan dan met een later herstelexploot alsnog de aanhangigheid van de procedure worden gered?
Het gezag van gewijsde (236 Rv) kan worden ingeroepen als in een ander geding tussen dezelfde partijen eenzelfde geschilpunt wordt voorgelegd als in een eerder geding, en de in het dictum van de eerdere uitspraak gegeven beslissing (mede) berust op een beslissing over dat geschilpunt. Onlangs heeft de Hoge Raad (voor het eerst met zoveel woorden) bevestigd dat óók als een procedure eindigt in een voor een partij volledig gunstig dictum, het gezag van gewijsde zich uitstrekt tot voor diezelfde partij nadelige beslissingen over de rechtsbetrekking in geschil waarop het dictum (mede) berust.
Een ontvankelijkheidsdiscussie in cassatie om een wel heel exotische reden: onduidelijk is of het arrest waarin verlof is/zou zijn verleend voor tussentijds cassatieberoep eigenlijk wel is gewezen.
In een recente conclusie gaat A-G Snijders in op de problematiek van verstek in appel in algemene zin, en meer specifiek in het geval van meerdere gedaagden waarvan er één niet is verschenen in appel. Het betreft een mooie (overzichts)conclusie, die lezenswaardig is voor iedereen die zijn kennis over verstekverlening, in het bijzonder in appel, wil opfrissen.
Ten onrechte in een procedure betrokken worden omdat je verward wordt met een ander, maar tóch veroordeeld worden in de kosten van de procedure. Het overkwam onlangs twee rechtspersonen in een procedure bij de rechtbank Rotterdam.
Onlangs is een interessant artikel verschenen over de vraag of een rechtsmiddel openstaat als de rechter het verzoek om een voorlopig deskundigenbericht weliswaar toewijst, maar daarbij afwijkt van de verzochte vraagstelling.
Onlangs deed zich een opmerkelijke situatie voor in een zaak bij het hof Amsterdam.
Een tijd terug schreef ik een blog over een arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden dat ik opmerkelijk achtte in het licht van het rechtsmiddelenverbod van artikel 204 lid 2 Rv, en waarvan ik twijfelde aan de juistheid van 's Hofs oordeel. Onlangs zag het Hof Amsterdam zich geconfronteerd met een vergelijkbare kwestie. Het Hof Amsterdam pakt het anders aan.
In een recent arrest van het Hof Den Haag stond de vraag centraal of tegen de afwijzing door de rechtbank op formele gronden van een exhibitievordering moet worden gegriefd of dat deze vordering in hoger beroep bij wege van een nieuw incident kan worden opgeworpen.