
Zorg en Recht lezing: Privacy in het sociaal domein: actuele ontwikkelingen
De afgelopen jaren is er veel gebeurd op het gebied van het sociaal domein.
Docent gezondheidsrecht bij diverse onderwijsorganisaties.
De afgelopen jaren is er veel gebeurd op het gebied van het sociaal domein.
Op donderdag 25 mei 2023 is de Algemene verordening gegevensbescherming , AVG of GDPR, 5 jaar van kracht. Ter gelegenheid daarvan organiseert het Dirkzwager Privacyteam opnieuw een multidisciplinair Privacyseminar.
De Wet verplichte ggz en de Wet zorg en dwang zijn alweer drie jaar in werking.
Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.
Ontwikkelingen in het zorglandschap, zoals de veranderende zorgvraag en meervoudige zorgbehoeften, noodzaken zorgaanbieders om meer en efficiënter samen te werken. Bij het vormgeven en inrichten van een samenwerkingsverband worden de samenwerkingspartners voor tal van uitdagingen en vraagstukken gesteld. Niet alleen moet er een geschikte samenwerkingsvorm (contractueel samenwerkingsverband of een gezamenlijke juridische entiteit) worden gekozen, ook ten aanzien van de positie van patiënten, medewerkers, privacy en intellectueel eigendom moeten er keuzes worden gemaakt. Dit artikel van de artikelenreeks ‘Aandachtspunten bij samenwerkingsverbanden in de zorg’ gaat over de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de samenwerkingspartners.
Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.
Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.
Een eenmaal met de patiënt tot stand gekomen behandelingsovereenkomst kan niet zonder meer eenzijdig worden opgezegd door de hulpverlener. De wet schrijft voor dat de hulpverlener de overeenkomst enkel kan opzeggen in geval van 'gewichtige redenen'. Maar wanneer is hier nu precies sprake van? In dit blog gaan wij nader op deze vraag in en behandelen we de meest actuele versie van de KNMG Richtlijn ‘Niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’. Niet alleen interessant voor artsen in de cure en care sector, maar ook voor andere hulpverleners die te maken hebben met een mogelijke zorgbeëindigingssituatie.
In deze tweede podcast over het patiëntenrecht gaan advocaten Marloes Hulshof, Myrthe Feenstra en Milou Janssen in op het inzagerecht voor nabestaanden. Voor 1 januari 2020 kon een hulpverlener een nabestaande alleen inzage geven in het medisch dossier van een overleden patiënt als de patiënt daarvoor toestemming had gegeven. Maar sinds 1 januari 2020 is in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) vastgelegd in welke gevallen nabestaanden wel recht hebben op inzage in het medisch dossier. Hoe zit precies? Aan de hand van praktijkvoorbeelden bespreken onze advocaten gezondsheidsrecht wanneer hulpverleners tegemoet moeten komen aan het verzoek van nabestaanden om inzage van het medisch dossier.
Hulpverleners hebben op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (afgekort ‘de Wgbo’) de plicht om een medisch dossier bij te houden. De patiënt heeft ook bepaalde rechten met betrekking tot dit dossier. Een van deze rechten is het recht op inzage in of afschrift van zijn eigen medisch dossier. In deze podcast gaan onze advocaten Marloes Hulshof, Milou Janssen en Myrthe Feenstra van onze sectie gezondheidszorg dieper in op de dossierplicht van de hulpverlener, het doel van de dossierplicht, welke gegevens tot het medisch dossier behoren en wat het inzagerecht van de patiënt inhoudt
Welke bevoegdheden hebben toezichthouders in het kader van de Wmo en Jeugdzorg. En welke grenzen gelden bij de uitoefening ervan?
Steeds vaker controleren gemeenten zorgaanbieders die op de grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) en de Jeugdwet zorg leveren. Die controle kan zien op de kwaliteit van de door een zorgaanbieder geleverde zorg.
De wereld is op dit moment in de ban van het coronavirus. Ook in Nederland staat het zorgsysteem als gevolg van het virus onder druk. Om de druk op het zorgsysteem te verlichten heeft de Nederlandse overheid de afgelopen weken maatregelen getroffen: een intelligente lockdown, een uitbreiding van de IC-capaciteit, uitstel van planbare zorg en de inzet van niet-praktiserende artsen, verpleegkundigen en coassistenten. De laatste dagen lijkt het aantal nieuw besmette patiënten dat op de intensive care (IC) wordt opgenomen wat af te vlakken. Dit is voorzichtig positief nieuws. Toch heeft men de afgelopen tijd moeten nadenken over de vraag: wat als de genomen maatregelen niet genoeg blijken te zijn? Een tekort aan IC-bedden kan er in het worst case-scenario toe leiden dat een hulpverlener de bijna onmenselijke keuze moeten maken welke patiënt wel en welke patiënt niet (meer) voor behandeling op de IC in aanmerking komt. Dit uiteindelijk zelfs op basis van andere criteria dan uitsluitend medische. Dit scenario wordt ook wel ‘code zwart’ genoemd. Hoe dient de hulpverlener hier vanuit juridische optiek mee op te gaan? En kan hij hiervoor (tuchtrechtelijk) aansprakelijk worden gehouden? In dit blog gaan wij hier nader op in.
Het ministerie van VWS werkt aan een tijdelijke regeling waarin is geregeld dat zorgverleners op de spoedeisende hulp en de huisartsenpost sneller inzage in medische gegevens van (vermoedelijke) coronapatiënten kunnen krijgen. Dit voornemen is voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De AP heeft bij brief laten weten hier geen bezwaren tegen te hebben, mits aan strenge voorwaarden is voldaan. Zo benadrukt de AP dat ook in deze tijdelijke regeling het toestemmingsvereiste voor raadpleging leidend blijft, tenzij een patiënt niet meer in staat is om zijn wil te uiten. In dit blog lichten wij de voorgestelde tijdelijke regeling en de reactie van de AP hierop nader toe.
Het coronavirus (ook wel 'COVID-19') is op 28 januari 2020 door de Minister voor Medische Zorg aangemerkt als een groep A-infectieziekte in de zin van de Wet publieke gezondheid ('Wpg'). Dit brengt met zich dat een arts die bij een patiënt het coronavirus vaststelt of een vermoeden heeft van besmetting met het virus, dit moet melden aan de gespecialiseerd arts infectieziektebestrijding van de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD).