
Zorg en Recht lezing: Toezichthouders in de zorg
De NZa, de IGJ, de ACM en de AP. Diverse toezichthouders zijn actief in de zorg.
Tom is gespecialiseerd in het procederen in hoger beroep en cassatie binnen het gehele civiele spectrum. Hij geeft leiding aan de cassatie- en appelprocespraktijk van Dirkzwager. Tom is tevens raadsheer-plaatsvervanger bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch en arbiter bij het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI). Tom is eveneens fellow bij het Onderzoekscentrum Onderneming & Recht (OO&R), redacteur bij JBPr (Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht) en bewerker van de hogerberoeptitel in het Sdu Commentaar Burgerlijk Procesrecht.
Verder houdt Tom zich bezig met bestuurlijke advisering, medezeggenschap in de zorg en conflicten tussen zorgaanbieders / MSB's en medisch specialisten.
Vóór zijn overstap naar de advocatuur was Tom een aantal jaren werkzaam in de (internationale) wetenschappelijke wereld, onder andere als docent en onderzoeker. In 2011 is Tom gepromoveerd in de filosofie, en hij heeft diverse (politiek-)filosofische publicaties op zijn naam staan.
Lidmaatschappen: Vereniging Civiele Cassatieadvocaten (VCCA); Nederlandse Vereniging voor Procesrecht (NVvP)
De NZa, de IGJ, de ACM en de AP. Diverse toezichthouders zijn actief in de zorg.
Aan de hand van voorbeelden uit hun eigen praktijk, civiel- en bestuursrechtelijke jurisprudentie én ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving behandelen Koen Mous, Stefan Donkelaar en Blanca de Louw de positie van de zorgaanbieder in het domein van de Zorgverzekeringswet.
Onlangs las ik het liber amicorum ter gelegenheid van de 75e verjaardag van de grote procesrechtkenner Daan Asser. Bepaald geen straf.
In een recent themanummer van Ars Aequi stuitte ik op een mooie bijdrage aan het voor het overige eerlijk gezegd nogal verzadigde debat over de rol van de rechter in de trias politica.
Enkele maanden geleden verscheen een nieuw deel in de serie Asser procesrecht: 'Het kort geding'. Het boek is inmiddels besproken in een lezenswaardig artikel van Floris Bakels.
Een verfrissend geluid in tijden van gebroken reputaties en geknakte carrières: oud-rechter en -arbiter Hans Hofhuis vraagt in een recente bijdrage aan het NJB (‘Het gebruik van geanonimiseerde verklaringen in en buiten rechte’, NJB 4-12-2020, afl. 42/2896) aandacht voor het garanderen van daadwerkelijk wederhoor op geanonimiseerde beschuldigingen.
Op 1 juli 2020 treedt zoals het er nu uitziet de herziene WMCZ in werking. In de WMCZ is onder meer vastgelegd welke zorginstellingen een cliëntenraad in moeten stellen en welke rechten aan een cliëntenraad toekomen. Eén daarvan is het recht om een bindende voordracht te doen voor de benoeming van ten minste één lid van het toezichthoudend orgaan van de instelling (art. 10 WMCZ nieuw). De cliëntenraad kan op deze wijze invloed uitoefenen op het interne toezicht op de zorginstelling. In deze bijdrage gaan we nader op dit recht van de cliëntenraad in.
Annotatie bij Scheidsgerecht Gezondheidszorg, 07-03-2019, GJ 2019/110.
De tijd is rijp voor een herbezinning op de dogmatische aannames die ten grondslag liggen aan het gezondheidsrecht als functioneel rechtsgebied. Aannames die zich primair manifesteren in de kwalificatie van de geneeskundige behandelingsovereenkomst als patiëntenrechtenvehikel en niet als (eerst en vooral) een wederkerige overeenkomst tussen twee partijen.
Enkele dagen geleden zag de Memorie van Antwoord (‘MvA’) het licht. De belangrijkste en meest opmerkelijke punten voor u op een rijtje:
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel tot wijziging van de Wmcz (veelal ‘Wmcz 2018’ genoemd) inmiddels aangenomen. Ook aangenomen zijn enkele amendementen. De belangrijkste op een rijtje.
Annotatie bij Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-07-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3125
Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft het maar weer eens bevestigd: het is nagenoeg onmogelijk om een OR-lid uit te sluiten van werkzaamheden voor de OR. De vraag is of dit terecht is, en, in het verlengde daarvan, of het Hof wel de juiste beoordelingsmaatstaf heeft aangelegd.