Terug naar dirkzwager.nl Stikstof stappenplan

Stap 3: Interne saldering

Toelichting

Intern salderen betekent dat de voorgenomen activiteit zo wordt aangepast, dat de stikstofuitstoot per saldo vermindert of gelijk blijft op dezelfde locatie in vergelijking met de bestaande, vergunde situatie (referentiesituatie).

Stel: u heeft een vergunning voor één installatie en wilt uitbreiden naar twee installaties. Samen produceren de installaties meer stikstof dan voorheen. Wanneer u ten aanzien van de bestaande installatie (de feitelijk gerealiseerde capaciteit) maatregelen neemt waardoor de hoeveelheid stikstofdepositie van beide installaties samen op geen enkele locatie in een Natura 2000-gebied toeneemt, dan kan u een vergunning krijgen.

Voor projecten (natuurvergunning) geldt dat de referentiesituatie de vergunde emissie van de vigerende en onherroepelijke natuurvergunning op de referentiedatum is of de latere vergunde lagere emissie. De referentiedatum is:

  • voor Habitatrichtlijngebieden 7 december 2004 of de datum waarop het gebied door de Europese Commissie tot een gebied van communautair belang is verklaard, voor zover die verklaring heeft plaatsgevonden na 7 december 2004;
  • voor Vogelrichtlijngebieden 10 juni 1994 of de datum waarop het gebied is aangewezen, voor zover die aanwijzing heeft plaatsgevonden na 10 juni 1994.

Voor bestemmingsplannen geldt dat voor de referentiesituatie uitgegaan dient te worden van de feitelijke en planologische legale situatie ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan. Een bestemmingsplan dat niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen (ten opzichte van feitelijke en planologisch legale situatie) kan geen significante gevolgen hebben voor een Natura 2000-gebied. Voor een dergelijk plan hoeft dan ook geen passende beoordeling te worden verricht.

Op 8 oktober 2019 zijn de provinciale Beleidsregels intern en extern salderen bekendgemaakt (N.B.: een aantal provincies hebben deze beleidsregels al ingetrokken). Deze beleidsregels stellen voorwaarden aan de instrumenten intern en extern salderen. In de beleidsregel wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgangssituatie voor intern en extern salderen. Bij intern salderen wordt uitgegaan van de feitelijk gerealiseerde capaciteit als referentiesituatie (in plaats van de vergunde emissie). De niet gebruikte capaciteit is ruimte die feitelijk op enig moment (tijdelijk) niet gebruikt wordt, of nog niet gebruikt wordt (maar waarvan aantoonbaar wel gebruik gemaakt zal worden). Onbenutte ruimte is ruimte die niet gebruikt zal of kan gaan worden.

Bron: www.bij12.nl

 

Indien de uitkomst van de berekening nog steeds groter is dan 0,00 mol/ha/jaar, dient u de ecologische voortoets te doorlopen (stap 4).