1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. ACM Leidraad beoordeling toetredingscriteria samenwerken geboortezorg

ACM Leidraad beoordeling toetredingscriteria samenwerken geboortezorg

ACM heeft in het kader van geboortezorg een leidraad gepubliceerd waarin zij de criteria uitlegt die samenwerkingsverbanden mogen hanteren om te bepalen welke zorgaanbieders zij toelaten. Hoewel deze leidraad zich toespitst op de geboortezorg, geeft ACM aan dat deze lidmaatschapscriteria ook als leidraad dienen voor andere samenwerkingsverbanden.
Leestijd 
Auteur artikel Charlotte Gerrits
Gepubliceerd 24 juli 2018
Laatst gewijzigd 24 juli 2018

In het kader van geboortezorg heeft de Autoriteit Consument en Markt (ACM) op 29 mei 2018 een leidraad gepubliceerd waarin zij de criteria uitlegt die samenwerkingsverbanden mogen hanteren om te bepalen welke zorgaanbieders zij toelaten. Hoewel deze leidraad zich toespitst op de geboortezorg, geeft ACM aan dat deze lidmaatschapscriteria ook als leidraad dienen voor andere samenwerkingsverbanden.

Aanleiding

Als geboortezorgaanbieders lid zijn van een samenwerkingsverband, dan betekent dat voor de zwangere vrouwen dat de desbetreffende zorgaanbieders kennis hebben van de regionale zorgstandaarden en voldoen aan de gebruikelijke kwaliteitseisen. Verloskundigen, kraamverzorgenden, gynaecologen en ziekenhuizen gaan aldus telkens nauwer samenwerken om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.

Naar aanleiding van signalen over de weigering van toetreding bij een bepaald samenwerkingsverband heeft ACM onderzocht of er al dan niet sprake was van een onterechte weigering. Bij het samenwerkingsverband in kwestie is ACM het gesprek aangegaan over de toetredingscriteria en heeft dat uiteindelijk bij dat samenwerkingsverband geleid tot aanpassing van die toetredingscriteria.

Om ook andere samenwerkingsverbanden dan geboortezorgaanbieders te helpen bij de beoordeling van de toetredingscriteria, heeft ACM het kader waaraan toetredingscriteria dienen te voldoen nader uitgewerkt in de leidraad. Kort gezegd dienen toetredingscriteria geen onnodige hoge drempels te vormen en dienen daarom een objectief en open karakter te hebben waarbij ze niet mogen discrimineren. Daarbij is ook van belang dat er een onafhankelijke beroepsmogelijkheid is waarbij beroep kan worden aangetekend door de afgewezen partij.

Toelichting criteria

Objectief

De toetredingscriteria dienen het doel te ondersteunen dat het samenwerkingsverband nastreeft. Dit betekent dat indien het samenwerkingsverband kwaliteitsverbetering nastreeft, zij opleidingseisen mogen stellen als toetredingscriteria. Niet in lijn met het doel de kwaliteit te verbeteren is bijvoorbeeld het vereiste om een bepaalde cao te hanteren. Als gevolg daarvan zouden zzp’ers, die geen cao hanteren, worden buitengesloten van het samenwerkingsverband. Bovendien draagt de eis om een cao te hanteren niet per se bij aan kwaliteitsverbetering. Het is overigens mogelijk dat een enkele bepaling uit de cao – bijvoorbeeld een bepaling over arbeidstijden – wel bijdraagt aan de kwaliteit. Dergelijke bepalingen mogen wel als vereiste worden gesteld.

Open en niet-discriminerend

Alle samenwerkingsverbanden zouden moeten garanderen dat indien voldaan is aan de toetredingseisen, er daadwerkelijk een lidmaatschap wordt verleend. Zo wordt het als discriminerend beschouwd om de toetreder te verplichten zich bij een bepaalde brancheorganisatie aan te sluiten terwijl aan alle inhoudelijke eisen is voldaan. Verder is van belang dat de toetredingscriteria geen onderscheid maken tussen gelijkwaardige diploma’s en certificaten. Als voorbeeld geeft ACM dat de HKZ norm mogelijk door een ander certificaat zoals ISO kan worden vervangen.

Transparantie

De toetredingscriteria dienen vooraf kenbaar te zijn en mogen niet tijdens het toetredingsproces wijzigen. De termijn waarbinnen een besluit over de toetreding wordt genomen, dient vooraf bekend te zijn. Daarnaast dient ook vooraf bekend te zijn wie over het besluit beslist en wie de onafhankelijke beroepsmogelijkheid is.

Onafhankelijke procedure

De onafhankelijke besluitvorming over de toetreding wordt gewaarborgd als er bij een afwijzing wordt gemotiveerd waarom daartoe is besloten. Mogelijk bestaat het orgaan dat over de toetreding beslist uit de leden van het samenwerkingsverband. Veelal zijn die leden ook concurrenten van degene die wil toetreden. Het is dan ook van belang dat er een onafhankelijke beroepsmogelijkheid openstaat tegen de afwijzing.

Commentaar

Hoewel met deze leidraad weinig nieuws verschaft, biedt de leidraad wel (weer) duidelijkheid over de toegestane toetredingscriteria. In een eerdere publicatie van de NMa, namelijk de richtsnoeren samenwerking ondernemingen uit 2008, werden de voorwaarden voor toetredingscriteria al gegeven.

De voorwaarden voor toetredingscriteria hebben als doel uitsluitingsrisico’s te verkleinen om zo te voorkomen dat de mededinging wordt beperkt. Indien de onderneming die toe wil treden niet afhankelijk is van het lidmaatschap om op de markt te kunnen opereren dan wel toe te treden tot de markt, mogen de toetredingscriteria eventueel strenger zijn. Het blijft echter raadzaam om de toetredingscriteria van samenwerkingsverbanden te toetsen aan deze leidraad. Bij twijfel of bepaalde toelatingscriteria al dan niet in lijn zijn met het mededingingsrecht, is het verstandig om advies in te winnen.