1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Dankzij het consumentenrecht gratis op de foto?

Dankzij het consumentenrecht gratis op de foto?

In het Burgerlijk Wetboek zijn diverse bepalingen opgenomen die er toe strekken de rechten van consumenten te beschermen. Veelal komen deze bepalingen voort uit EU-richtlijnen, zoals de richtlijn met betrekking tot oneerlijke bedingen (RL/93/13/EEG) en de richtlijn betreffende consumentenrechten (RL/2011/83/EU). Een aanmerkelijk deel van deze bepalingen zijn van ‘dwingend recht’, wat betekent dat er niet ten nadele van de consument van mag worden afgeweken.In deze bijdrage staat een uitspraak...
Leestijd 
Auteur artikel Steven Effting
Gepubliceerd 10 oktober 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In het Burgerlijk Wetboek zijn diverse bepalingen opgenomen die er toe strekken de rechten van consumenten te beschermen. Veelal komen deze bepalingen voort uit EU-richtlijnen, zoals de richtlijn met betrekking tot oneerlijke bedingen (RL/93/13/EEG) en de richtlijn betreffende consumentenrechten (RL/2011/83/EU). Een aanmerkelijk deel van deze bepalingen zijn van ‘dwingend recht’, wat betekent dat er niet ten nadele van de consument van mag worden afgeweken.

In deze bijdrage staat een uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel centraal waaruit blijkt dat het voor een ondernemer van groot belang is met de bepalingen van consumentenrecht rekening te houden.

De schoolfotograaf
Bij veel basisscholen komt – meestal tegen het einde van het schooljaar- een fotograaf langs om de leerlingen op de gevoelige plaat vast te leggen, waarna ouders in de gelegenheid worden gesteld de foto’s af te nemen. Dat de wijze waarop de ouders de foto’s kunnen kopen van belang is, blijkt uit het volgende.

In deze casus verliep het bestelproces als volgt. De gemaakte foto’s werden door de fotograaf ontwikkeld en aan de school overhandigd. De school heeft de foto’s onder de leerlingen verspreid en, voorzien van een machtigingsformulier, een bestelformulier en een retourenvelop, mee naar huis gegeven. De ouders werden vervolgens in de gelegenheid gesteld om te beoordelen of zij de foto’s wilden houden. Indien zij de foto’s niet wilden houden konden zij de foto’s binnen tien dagen (kosteloos) terugsturen. Werden de foto’s niet binnen tien dagen teruggestuurd, dan zou de fotograaf een bedrag van € 16,50 in rekening brengen, zo stond op het machtingsformulier.

Een ouder besluit de foto’s niet terug te sturen maar ook niet te betalen. De fotograaf brengt hierop € 16,50,- in rekening. De ouder weigert vervolgens te betalen, waarna de fotograaf een procedure bij de kantonrechter aanhangig maakt waar hij betaling vordert.

De procedure
De kantonrechter oordeelt dat bij het beoordelen van de vraag of de ouder gehouden is te betalen, in de eerste plaats van belang is te achterhalen op welke grondslag deze vordering is gebaseerd. De fotograaf voert aan dat deze grondslag gelegen is in een met de ouder gesloten koopovereenkomst.

Volgens de kantonrechter blijkt echter niet waar de fotograaf de contractuele gebondenheid van de ouder op baseert. Tussen de ouder en de fotograaf is volgens de kantonrechter geen overeenkomst tot stand gekomen. Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan, zoals mijn kantoorgenoot Jeroen Naus recent heeft besproken.

In dit geval blijkt volgens de kantonrechter niet dat het aanbod van de fotograaf door de ouder is aanvaard. De formulieren zijn immers niet ondertekend en niet geretourneerd.

Nu ook nergens anders uit blijkt dat de ouder om de foto’s heeft gevraagd, bestaat er volgens de kantonrechter geen genoegzame grondslag voor de verplichting de foto’s terug te sturen of te betalen. De kantonrechter oordeelt daarom dat hier sprake is van een situatie van ongevraagde levering van zaken teneinde de ontvanger tot een koop te bewegen. Een dergelijke situatie wordt beheerst door artikel 7:7, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek (BW), aldus de kantonrechter.

Artikel 7:7 BW bepaalt dat voor een consument geen verplichting tot betaling ontstaat bij de ongevraagde levering van zaken. Het artikel bepaalt uitdrukkelijk dat het uitblijven van een reactie van een consument op een ongevraagde levering of verstrekking niet als aanvaarding wordt aangemerkt. Wordt toch een zaak ongevraagd geleverd dan mag de consument de zaak, zonder daar voor hoeven te betalen, houden.

De kantonrechter concludeert, mijn inziens terecht, dat er gelet op artikel 7:7 lid 2 BW geen betalingsverplichting voor de ouder is ontstaan. De vordering van de fotograaf wordt afgewezen.

Consumentenbescherming
Artikel 7:7 lid 2 BW is een voorbeeld van een bepaling waarmee de wetgever de belangen van consumenten beoogt te beschermen. In het BW zijn meerdere bepalingen van eenzelfde strekking opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn de voorschriften met betrekking tot (wettelijke) bedenktijd, koop op afstand, garantie en zogenaamde ‘oneerlijke bedingen’.

Het is voor een ondernemer van belang dat met deze bepalingen rekening wordt gehouden. Handelen in strijd met het consumentenrecht, bijvoorbeeld door een met het consumentenrecht strijdige bepaling in een overeenkomst of in uw algemene voorwaarden op te nemen, kan grote gevolgen hebben.

Neem daarom contact op met mij of één van mijn collega’s om uw handelwijze, uw (standaard-) overeenkomsten en/of uw algemene voorwaarden te laten beoordelen. Wij brengen niet alleen de potentiële risico’s voor u in kaart, maar kunnen ook aangeven waar de kansen op dit gebied liggen.