1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. De ondernemingskamer als bedrijvendokter

De ondernemingskamer als bedrijvendokter

Binnen een onderneming kunnen uiteenlopende conflicten ontstaan. Denk aan geschillen tussen één of meer aandeelhouders enerzijds en het bestuur anderzijds of tussen aandeelhouders onderling. Als gevolg daarvan kan zich een patstelling in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) voordoen, waardoor geen besluiten meer (kunnen) worden  genomen.
Leestijd 
Auteur artikel Jeroen Naus
Gepubliceerd 04 september 2014
Laatst gewijzigd 31 mei 2022
Binnen een onderneming kunnen uiteenlopende conflicten ontstaan. Denk aan geschillen tussen één of meer aandeelhouders enerzijds en het bestuur anderzijds of tussen aandeelhouders onderling. Als gevolg daarvan kan zich een patstelling in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) voordoen, waardoor geen besluiten meer (kunnen) worden  genomen. De continuïteit van een onderneming kan hierdoor acuut in gevaar komen.

Het Nederlandse vennootschapsrecht kent een bijzondere gerechtelijke procedure waarmee onder meer beoogd wordt om snel en doeltreffend een einde te maken aan situaties die het functioneren en het voortbestaan van de vennootschap bedreigen: de enquêteprocedure voor de Ondernemingskamer (OK) te Amsterdam. Deze procedure heeft formeel als doel om vast te stellen of er bij een vennootschap sprake is van wanbeleid, om vervolgens te komen tot sanering en herstel van de goede verhoudingen. Over de voorwaarden voor het starten van een enquêteprocedure en het verloop ervan publiceerden wij al eerder op deze kennispagina. In de afgelopen jaren hebben we gezien dat het inzetten van deze procedure een hoge vlucht heeft genomen. Daarvoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen.

Soms leidt de aankondiging van een enquêteprocedure er al toe dat betrokkenen tot een vergelijk komen, maar ook als de procedure daadwerkelijk van start gaat, zorgt de bijzonder snelle, pragmatische en oplossingsgerichte aanpak van de OK regelmatig voor het bereiken van een schikking tijdens of na afloop van de mondelinge behandeling. De schikkingsbereidheid die (het vooruitzicht van) een enquêteprocedure bij partijen doet ontstaan, zal onder meer te maken hebben met de wijze waarop en mate waarin de OK regelmatig ingrijpt in de verhoudingen binnen vennootschappen, alsmede de vergaande bevoegdheden die een door de OK benoemde onderzoeker heeft. Hij krijgt onder meer toegang tot de volledige administratie en alle betrokkenen binnen de vennootschap zijn verplicht tot medewerking.

Wat de enquêteprocedure in de praktijk verder zo succesvol maakt, en een andere reden is van de sterke preventieve werking die ervan kan uitgaan, is dat de OK in iedere fase van de procedure op verzoek van een partij onmiddellijke voorzieningen kan treffen, als daartoe een spoedeisend belang bestaat. De maatregelen die de OK kan treffen zijn verstrekkend en kunnen direct ingrijpen in de verhoudingen binnen de vennootschap. Zo kan de OK bestuurders of commissarissen ontslaan, een (extra) bestuurder of commissaris benoemen (die bijzondere bevoegdheden of een doorslaggevende stem kan hebben), stemrecht ontnemen aan een bepaalde aandeelhouder, of zelfs de aandelen overdragen aan een derde ten titel van beheer. Er bestaat geen limitatieve opsomming van de onmiddellijke voorzieningen die de OK kan treffen, waardoor de enquêteprocedure een snelle, innovatieve maatwerkoplossing kan bieden om uit een impasse te geraken. De wetgever heeft de OK op dit punt een ruimere vrijheid dan andere gerechtelijke instanties gegeven, omdat in de enquêteprocedure het belang van de onderneming altijd centraal staat. De gedachte is dat de aandacht moet uitgaan naar het creëren van perspectief door het vlottrekken van de vastgelopen verhoudingen, in plaats van het achteraf beoordelen van de oorzaken van een faillissement. In de praktijk komt het regelmatig voor dat procedures nooit in de fase van definitieve voorzieningen belanden, omdat betrokkenen, als gevolg van de onmiddellijke voorzieningen, zelf tot een vergelijk komen.

Ook qua samenstelling is de OK toegerust op haar taak om te zoeken naar pragmatische oplossingen voor problemen binnen een vennootschap. Zij bestaat niet alleen uit drie rechters, maar ook uit twee zogenaamde ‘raden’. Dit zijn deskundigen uit de praktijk, die geen lid zijn van de rechterlijke macht, met kennis van en ervaring met de in het geding zijnde problematiek, bijvoorbeeld bedrijfseconomie, fiscaliteit of accountancy.

Aan de manier waarop de OK haar bevoegdheden inzet en de impact die dat kan hebben op (betrokken binnen) een onderneming dankt zij haar bijnaam “de bedrijvendokter”. Hoewel de continuïteit van de onderneming vaak inzet van de enquêteprocedure is, zijn de cases die voor de OK worden gebracht divers. Veel voorkomend is de situatie dat verstoorde verhoudingen leiden tot onzuivere besluitvorming waarbij het eigen belang van een betrokkene wordt vooropgesteld bij het belang van de onderneming. Daarvan leek ook sprake te zijn in de hierna te behandelen casus die leidde tot een uitspraak van de OK d.d. 31 maart 2014.

Feiten

De heer Plat (hierna: “Plat”) is enig bestuurder en aandeelhouder van Beheermaatschappij Plat Edam BV (hierna: “Beheermaatschappij”). Plat is gehuwd met Doornenbal. Uit het huwelijk worden drie kinderen geboren: Michel, Meta en Richard. In 2005 zijn Plat en Doornenbal gescheiden. Doornenbal houdt sindsdien 50% van de aandelen in het kapitaal van Beheermaatschappij. In 2007 huwt Plat met Plat-Esveld.

Beheermaatschappij is enig bestuurder van en houdt alle aandelen in Exploitatiemaatschappij Plat Edam BV (hierna: “Exploitatiemaatschappij”). Exploitatiemaatschappij houdt alle aandelen in Hoofdtoren Exploitatie Mij BV (hierna: “Hoofdtoren”). Deze dochtervennootschappen houden zich onder andere bezig met het verhuur van onroerend goed aan (vennootschappen van) de kinderen Plat, waaronder het Damhotel te Edam.

Plat wordt ziek en in juni 2012 besluit de AVA van Beheermaatschappij om Doornenbal te benoemen als “bestuurder bij ontstentenis”. Enkele maanden later blijkt Plat weer in staat om zijn werkzaamheden als bestuurder te hervatten, maar in april 2013 overlijdt hij. Zijn aandelen in Beheermaatschappij gaan over op Plat-Esveld.

Vervolgens roept Doornenbal Plat-Esveld per brief op voor een buitengewone AVA van Beheermaatschappij en Exploitatiemaatschappij. Plat-Esveld verschijnt niet op die vergadering. Toch wordt een aantal ingrijpende besluiten genomen. Doornenbal treedt af als bestuurder bij ontstentenis en wordt meteen daarop benoemd als (volwaardig) bestuurder van Beheermaatschappij. Richard Plat wordt benoemd als haar medebestuurder. Verder wordt onder andere het besluit genomen tot verkoop van het Damhotel aan een vennootschap van Richard Plat voor een bedrag van € 690.000,00, welk bedrag is gebaseerd op een taxatierapport.

Enquêteprocedure

Plat-Esveld wendt zich vervolgens tot de OK en stelt dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid van Beheermaatschappij, Exploitatiemaatschappij en Hoofdtoren. Zij meent dat Doornenbal na het overlijden van Plat ten onrechte als bestuurder bij ontstentenis is blijven optreden en dat zij ten onrechte niet is opgeroepen voor bovenbedoelde AVA, hetgeen alle tijdens de vergadering genomen besluiten vernietigbaar maakt.

Voorts stelt Plat-Esveld dat er op meerdere punten sprake is van ongerechtvaardigde ongelijkheid tussen de aandeelhouders, die er onder mee in bestaat dat Plat-Esveld geen dividend en kostenvergoedingen krijgt en Doornenbal wel, waaruit blijkt dat er sprake is van verstoorde verhoudingen tussen de aandeelhouders onderling.

Tenslotte meent Plat-Esveld dat het Damhotel voor een te lage prijs is verkocht.

Oordeel OK

De OK stelt vast dat, hoezeer partijen ook van mening verschillen wie kan worden aangewezen als de veroorzaker van de verstoorde verhoudingen, er sprake is van een diepgaand wantrouwen tussen Plat-Esveld enerzijds en Doornenbal anderzijds, met als gevolg een impasse in de AVA van Beheermaatschappij.

Volgens de OK hebben de verstoorde verhoudingen in de eerste plaats tot de onwenselijke situatie geleid waarin onenigheid bestaat over de rechtsgeldigheid van benoemingen van bestuurders, waardoor onduidelijk is wie de bestuurder(s) van Beheermaatschappij is (zijn).

De verstoorde verhoudingen komen verder tot uiting in de gang van zaken rondom het bijeenroepen van de AVA. Omdat de oproepingsbrief niet aangetekend is verzonden en Plat-Esveld de ontvangst ervan betwist, wordt de tijdige verzending van de oproepingsbrief volgens de OK onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Verder vindt de OK dat de andere aandeelhouders zich er in dit geval van hadden moeten vergewissen dat Plat-Elsveld inderdaad niet wilde komen, zeker nu zulke belangrijke besluiten genomen zouden gaan worden. Besluiten waarvan ze konden vermoeden dat Plat-Elsveld daar niet mee zou instemmen.

Naar het oordeel van de OK vormen voormelde verstoorde verhoudingen alsmede de gang van zaken rondom de AVA gegronde redenen om aan een juist beleid van te twijfelen.

Naar het oordeel van de OK heeft de verkoop van het Damhotel aan Richard Plat en de hoogte van de koopprijs de verstoorde verhoudingen tussen partijen nog versterkt. De koopprijs van € 690.000,00 voor het Damhotel roept volgens de OK vragen op. Het onderliggende taxatierapport was te oud.

De OK beveelt een onderzoek en treft voorts enkele onmiddellijke voorzieningen, nu blijkt dat partijen niet in staat zijn zelf de impasse en de daaruit voortvloeiende problemen op te lossen. Doornenbal en Richard Plat worden geschorst als bestuurders van Beheermaatschappij en de OK benoemt voor de duur van het geding een derde als bestuurder.

Voorts schorst de OK alle besluiten die werden genomen tijdens de AVA, derhalve ook het besluit tot verkoop van het Damhotel. Om vruchtbaar overleg en besluitvorming op aandeelhoudersniveau weer mogelijk te maken, bepaalt de OK verder dat alle aandelen in Beheermaatschappij ten titel van beheer worden overgedragen aan een door de OK te benoemen beheerder.