1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Modehuis Witteveen failliet

Modehuis Witteveen failliet

De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 25 juli 2017 Witteveen Mode B.V. in staat van faillissement verklaard. Ongeacht of er een succesvolle doorstart wordt bereikt, gaat ook dit faillissement gepaard met de nodige nadelen voor de betrokken partijen. Zo zal de curator hoogstwaarschijnlijk de arbeidsovereenkomsten met de 400 werknemers opzeggen en voor de verhuurders van de winkelpanden is het ook maar de vraag of zij hun huurpenningen volledig betaald zullen krijgen.De curator heeft gemeld vo...
Leestijd 
Auteur artikel Rogier Faase
Gepubliceerd 28 juli 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 25 juli 2017 Witteveen Mode B.V. in staat van faillissement verklaard. Ongeacht of er een succesvolle doorstart wordt bereikt, gaat ook dit faillissement gepaard met de nodige nadelen voor de betrokken partijen. Zo zal de curator hoogstwaarschijnlijk de arbeidsovereenkomsten met de 400 werknemers opzeggen en voor de verhuurders van de winkelpanden is het ook maar de vraag of zij hun huurpenningen volledig betaald zullen krijgen.

De curator heeft gemeld vooralsnog de winkels open te houden. Dit doet hij enerzijds vanuit de gedachte dat een lopende onderneming gemakkelijker aan een doorstartende partij over te dragen is dan een onderneming met 98 gesloten winkels; de loop is er dan ook uit. Anderzijds genereert de reguliere verkoop van de winkelvoorraden de hoogste prijs voor die winkelvoorraden; opkopers staan niet direct in de rij voor aan modegrillen onderhevige seizoenskleding.

In de pers wordt gemeld dat de Belastingdienst het faillissement heeft aangevraagd wegens een te hoog opgelopen belastingschuld. En als de belastingen niet betaald zijn, dan is de kans groot dat ook andere partijen – bijvoorbeeld de leveranciers – onbetaald zijn gebleven.

De kans bestaat dat de leveranciers voorafgaand aan de levering van hun producten hebben bedongen dat de eigendom van die producten pas op Witteveen Mode B.V. zou overgaan op het moment dat Witteveen Mode B.V. volledig de koopsom voor die producten zou hebben betaald. Het eigendomsvoorbehoud is immers opgenomen in de meeste algemene leveringsvoorwaarden. En voor zover de leveranciers geen eigendomsvoorbehoud hebben bedongen, dan kunnen zij onder omstandigheden de door hen geleverde zaken op grond van het reclamerecht opeisen.

Nu de curator de winkels openhoudt, rijst de vraag of hij bevoegd is de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken te verkopen. In principe mag de curator dit niet. Maar als hij niet weet dat de kledingstukken onder eigendomsvoorbehoud geleverd zijn, dan mag hij aannemen dat Witteveen Mode B.V. zelf de eigenaar van die kledingstukken was*. Het is dus van belang dat de leverancier acuut aan de curator laat weten dat hij onder eigendomsvoorbehoud geleverd heeft.

Als de curator willens en wetens de onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken verkoopt zonder toestemming van de leverancier, dan dient hij de inkoopwaarde van die zaken te vergoeden aan de leverancier. Doet hij dat niet, dan is hij in beginsel persoonlijk aansprakelijk voor de door de leverancier geleden schade. Zolang de curator de kleding tegen de gangbare winkelprijzen verkoopt, is hij zeer wel in staat om de inkoopwaarde te vergoeden. Dat wordt natuurlijk anders in de uitverkoop; met kortingen tot wel 70% rijst de vraag of dat voldoende is om de inkoopkosten te dekken.

Op enig moment zal de leverancier zich afvragen of het nuttig is om de aan modegrillen onderhevige seizoenskleding terug te nemen. Wat nu in is, is dat in oktober natuurlijk niet meer. Uiteindelijk worden kledingstukken tegen kiloprijs verkocht, en dat zal de leverancier natuurlijk willen voorkomen.

Leveranciers doen er dan ook verstandig aan om aan de bal te blijven, in zoverre dat zij proactief de curator benaderen om commerciële afspraken te maken om tot verdeling van de verkoopopbrengst van de – aan hen toebehorende – kledingstukken te komen. Feitelijk komt dit erop neer dat de curator een vergoeding ontvangt voor het feit dat de aan de leveranciers toebehorende kledingstukken vanuit “zijn” winkel door “zijn” personeel is verkocht. Dergelijk gezamenlijk overleg biedt voor beide partijen voordeel: de curator realiseert inkomsten voor de boedel zonder het risico van persoonlijke aansprakelijkheid, terwijl de leverancier alsnog betaling op de onbetaalde vorderingen ontvangt.

Vragen over eigendomsvoorbehoud, reclamerecht of pandrecht? Neem contact op met Rogier Faase.

 

T: 024 – 381 31 20

E: faase@dirkzwager.nl

* Eventuele pandrechten op de voorraden laat ik overigens buiten beschouwing.