1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 – een hulpmiddel voor ondernemers in de coronacrisis

Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 – een hulpmiddel voor ondernemers in de coronacrisis

Door COVID-19 en alle maatregelen die ter bestrijding van het virus zijn afgeroepen, hebben veel ondernemers te maken gekregen met terugvallende omzetcijfers. Hoewel de overheid diverse steunmaatregelen heeft gecreëerd om ondernemers in financiële nood te helpen, hebben velen nog steeds betalingsachterstanden. Hierdoor lopen zij het risico failliet te worden verklaard, ondanks dat hun onderneming in de kern gezond is en de financiële problemen enkel van ‘tijdelijke’ aard zijn. De recent in werking getreden Tijdelijke Betalingsuitstelwet 2020 (“Betalingsuitstelwet”) kan hulp bieden.
Leestijd 
Auteur artikel Marene van den Berg
Gepubliceerd 15 januari 2021
Laatst gewijzigd 02 februari 2021

Waarom is de Betalingsuitstelwet geïntroduceerd?

Veel schuldeisers zijn bereid om schuldenaren die door COVID-19 hun vordering tijdelijk niet kunnen voldoen, uitstel van betaling te verlenen. Dit vanwege het feit dat zij hen niet als afnemer of contractspartij willen verliezen. Evenwel zijn niet alle schuldeisers zo coulant. Een ongeduldige schuldeiser kan zijn vordering via een faillissementsaanvraag of verhaalsactie afdwingen en daarmee ‘voordringen’ op andere schuldeisers.

Om deze situatie te voorkomen en ondernemers de mogelijkheid te bieden om hun bedrijf na versoepeling van alle maatregelen weer op de goede weg te krijgen, is de Betalingsuitstelwet gecreëerd. Met deze wet kan de rechter faillissementsverzoeken tijdelijk aanhouden en verhaalsacties van schuldeisers schorsen (mits deze niet zijn ingesteld door de Belastingdienst). Ter voorkoming dat hun schuldeiser door deze maatregelen zelf failliet gaat, gelden er voor het aanhouden van faillissementsverzoeken en het schorsen van verhaalsacties enkele voorwaarden. Het belang van die schuldeiser wordt meegewogen bij het bepalen of het verzoek van de ondernemer wordt toegekend.

Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om een faillissementsverzoek aan te houden?

Een ondernemer kan de rechtbank verzoeken een tegen hem gericht faillissementsverzoek aan te houden. De rechtbank zal dit verzoek toewijzen, indien na een kort onderzoek blijkt dat de ondernemer aan de volgende voorwaarden voldoet:

• De ondernemer kan door COVID-19 (en de daarmee samenhangende beperkende maatregelen) zijn onderneming niet voortzetten en daardoor tijdelijk zijn schulden niet voldoen;
• Het vooruitzicht bestaat dat hij na verloop van tijd wel weer aan zijn verplichtingen zal kunnen voldoen;
• De schuldeiser die het faillissementsverzoek heeft ingediend, wordt niet wezenlijk en onredelijk in zijn belangen geschaad.

Als de ondernemer voor de uitbraak van COVID-19 voldoende middelen had om zijn opeisbare schulden te voldoen en erna een omzetverlies van minstens 20% in drie maanden lijdt, dan wordt vermoed dat aan bovenstaande voorwaarden is voldaan.

Wat gebeurt er na toewijzing van een aanhoudingsverzoek en kan deze later worden opgeheven?

Als de rechtbank het aanhoudingsverzoek toewijst, betekent dit dat het faillissementsverzoek in beginsel voor twee maanden niet zal worden behandeld. De aanhouding kan op verzoek van de ondernemer nog twee keer worden verlengd met telkens een termijn van maximaal twee maanden.

Naast uitstel van behandeling van het faillissementsverzoek, is de ondernemer gedurende de (aanhoudings)termijn niet verplicht om de opeisbare schulden van de (faillissement) aanvragende schuldeiser waarvoor hij in verzuim is, te betalen. Daarmee wordt automatisch een soort betalingsuitstel aan de ondernemer tegen die specifieke schuldeiser verleend. Ook kan de aanvragende schuldeiser op grond van die schuld en dat verzuim zijn eigen verbintenissen of verplichtingen tegen de ondernemer niet wijzigen, opschorten of de eerder gesloten overeenkomst met de ondernemer beëindigen. Let wel, voorgaand betalingsuitstel heeft geen betrekking op nieuwe schulden van de aanvragende schuldeiser die na het aanhoudingsverzoek, bijvoorbeeld door het vervallen van een betalingstermijn, zijn ontstaan.

Een toegewezen verzoek tot aanhouding van het faillissementsverzoek kan door de rechter op verzoek van een schuldeiser of op eigen initiatief worden opgeheven, indien de ondernemer niet langer voldoet aan de gestelde voorwaarden of er sprake is van (een poging tot) benadeling van de aanvragende schuldeiser.

Hoe kunnen executiemaatregelen en beslagen worden geschorst/opgeheven?

De rechtbank kan in aanvulling op het aanhoudingsverzoek ook beslissen dat de aanvragende schuldeiser geen goederen van de ondernemer kan opeisen of dat de beslagen, gelegd gedurende de aanhoudingstermijn, worden opgeheven. Een ondernemer kan uiteraard ook te maken krijgen met beslagen en executiemaatregelen van een schuldeiser als er (nog) geen faillissementsaanvraag bestaat. In dat geval kan hij bij de voorzieningenrechter een vordering instellen tot tijdelijke opheffing van beslagen of schorsing van executie. Voor toewijzing van deze vorderingen gelden dezelfde vereisten als bij het verzoek aanhouding faillissementsverzoek, plus de voorwaarde dat de tijdelijke schorsing of opheffing nodig is om zijn onderneming te kunnen voortzetten. Bij toewijzing van bovenstaande vorderingen, gelden dezelfde termijnen als die bij het aanhoudingsverzoek.

Conclusie

De Betalingsuitstelwet kan de ondernemer die vanwege COVID-19 en alle beperkende maatregelen in de financiële problemen is geraakt op verschillende manieren helpen. Hem wordt de mogelijkheid geboden tot het aanhouden van een tegen hem gericht faillissementsverzoek en het schorsen van verhaalsacties. Hierdoor krijgt hij een moment van rust om zijn bedrijfsvoering weer onder controle te krijgen. De bepalingen zijn een goede aanvulling op bestaande financiële steunmaatregelen voor ondernemers en kunnen bijdragen bij het voorkomen van onnodige faillissementen.

Hebt u vragen over dit artikel? Neem dan contact op met Marene van den Berg, telefonisch bereikbaar op 024 – 381 31 97 en per e-mail op m.vandenberg@dirkzwager.nl.