
Zorg en Recht lezing: Privacy in het sociaal domein: actuele ontwikkelingen
De afgelopen jaren is er veel gebeurd op het gebied van het sociaal domein.
Milou is advocaat op de sectie Gezondheidszorg. Haar focus ligt op patiëntenrechten, het medisch tuchtrecht, het privacyrecht en kwaliteitswetgeving. Zij staat zorgaanbieders geregeld bij in klachten- en geschillenprocedures (op grond van de Wkkgz en de Wvggz) en zorgverleners tijdens tuchtprocedures. Verder adviseert zij gemeenten op het gebied van sociaal domeinwetgeving.
In het kader van Milou's specialisatie privacyrecht in de zorg is zij lid van het multidisciplinaire privacyteam van Dirkzwager. Zij adviseert onder meer over de privacyrechtelijke rollen van zorgaanbieders, gemeenten en andere partijen en privacycompliance in dat verband, beoordeelt verwerkersovereenkomsten en overeenkomsten voor gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid en stelt deze overeenkomsten op. Ook biedt zij eerste hulp bij datalekken. Haar masterscriptie 'Persoonsgegevens en immateriële schade' werd in 2021 in boekvorm uitgegeven.
Docent gezondheidsrecht bij diverse organisaties en lid van de Vereniging voor Gezondheidsrecht, de Vereniging Privacyrecht, de Jonge Balie Gelderland en het Juridisch Genootschap Nijmegen.
De afgelopen jaren is er veel gebeurd op het gebied van het sociaal domein.
Op donderdag 25 mei 2023 is de Algemene verordening gegevensbescherming , AVG of GDPR, 5 jaar van kracht. Ter gelegenheid daarvan organiseert het Dirkzwager Privacyteam opnieuw een multidisciplinair Privacyseminar.
In september 2022 maakte het UWV kenbaar dat de krapte op de arbeidsmarkt een recordhoogte had bereikt en dat in alle sectoren een tekort was aan personeel, zo ook in de zorg. De Sociaal Economische Raad (SER) voorspelde dat er de komende 20 jaar maar liefst 700.000 extra zorgprofessionals nodig zijn. Het onafhankelijke adviescollege, de Adviesraad Migratie, stuurde in september een rapport naar het kabinet waarin het aannemen van arbeidsmigranten van buiten de Europese Unie (EU) als oplossing wordt genoemd voor de personeelstekorten in de zorg. In een blogreeks van vijf blogs gaan wij in op mogelijkheden in dat kader en de verplichtingen die erbij komen kijken. In deze vijfde blog gaan wij in op de BIG-registratie die de zorgverlener kan aanvragen zodra hij of zij in het bezit is van een Verklaring van vakbekwaamheid.
In september 2022 maakte het UWV kenbaar dat de krapte op de arbeidsmarkt een record-hoogte had bereikt en dat in alle sectoren een tekort was aan personeel, zo ook in de zorg. De Sociaal Economische Raad (SER) voorspelde dat er de komende 20 jaar maar liefst 700.000 extra zorgprofessionals nodig zijn. Het onafhankelijke adviescollege, de Adviesraad Migratie, stuurde in september een rapport naar het kabinet waarin het aannemen van arbeidsmigranten van buiten de Europese Unie (EU) als oplossing wordt genoemd voor de personeelstekorten in de zorg. In een blogreeks van vijf blogs gaan wij in op mogelijkheden in dat kader en de verplichtingen die erbij komen kijken. Een van de verplichtingen om met een diploma behaald in een niet EU-lidstaat aan de slag te kunnen gaan bij een zorgaanbieder in Nederland, is een zogenoemde ‘Verklaring van vakbekwaamheid’. In dit vierde deel van onze blog-reeks gaan wij in op de stappen die een zorgverlener moet doorlopen ter verkrijging van deze verklaring.
Mogen patiëntgegevens worden gebruikt door een zorgverlener voor het voeren van verweer in een klachtenprocedure, niet zijnde een tuchtprocedure? De KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ van april 2021 zegt hierover dat voor het gebruik van patiëntgegevens in het kader van het verweer bij een klachtencommissie of een geschilleninstantie expliciete toestemming van de patiënt is vereist. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ziet dit anders, zo blijkt uit zijn uitspraak van 13 april 2022. In dit blog bespreek ik die uitspraak en de implicaties daarvan voor u als zorgverlener. Mijn beschouwing bij de uitspraak treft u onderaan dit blog.
Een senior-advocaat neemt een junior-advocaat onder zijn hoede. Deze jonge mensen vormen de nieuwe generatie Dirkzwagerjuristen. Hoe kijkt de junior naar de senior en andersom?
In haar uitspraak van 21 september jl. heeft de rechtbank Noord-Nederland geoordeeld over de vraag of vervangende toestemming kan worden verleend aan een minderjarige om gevaccineerd te worden tegen het coronavirus. De rechtbank verleent die vervangende toestemming. In dit blog bespreken wij deze uitspraak en de implicaties van artikel 7:450 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek voor hulpverleners.
Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.
Bij uitspraak van 12 juli 2021 heeft de rechtbank Rotterdam € 2.500,- aan immateriële schade toegekend wegens een tienjarige privacyschending. Niet eerder werd in rechtspraak onder de AVG een dusdanig hoog bedrag toegekend. In dit blog bespreek ik deze uitspraak van rechtbank Rotterdam.
Op grond van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst kan de patiënt aan de hulpverlener schriftelijk of elektronisch verzoeken om vernietiging van zijn medisch dossier (artikel 7:455 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek). De hulpverlener dient hier in principe gevolg aan te geven, tenzij een van de uitzonderingen van lid 2 van toepassing is. In een recente uitspraak heeft het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg geoordeeld dat de hulpverlener er óók toe is gehouden om aan een verzoek om selectieve vernietiging van een specifiek(e) woord, zinsnede, alinea of onderdeel te voldoen, behoudens toepassing van een van de hiervoor genoemde uitzonderingen. Deze uitspraak en de (praktische) gevolgen hiervan voor hulpverleners bespreek ik in dit blog.
Deze week verschijnt in boekvorm bij Uitgeverij Celsus de scriptie van Milou Janssen, ‘Persoonsgegevens en immateriële schade – Verhaal van niet-aantoonbare immateriële schade bij een inbreuk op de AVG’.
Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.
Het inzagerecht voor nabestaanden en andere personen in het medisch dossier van een overleden patiënt is wettelijk geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. In een vierdelige blogreeks bespreken wij uitgebreid de vier gronden op basis waarvan een persoon recht heeft op inzage van het medisch dossier van een overleden patiënt. Daarbij behandelen wij ook de in januari 2021 verschenen ‘Handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden’ van de KNMG en PFN.
Ingevolge artikel 5:4 van de Wet verplichte ggz wijst de officier van justitie die ambtshalve of op aanvraag een verzoekschrift voor een zorgmachtiging voor een betrokkene voorbereidt een geneesheer-directeur aan. De geneesheer-directeur, werkzaam bij een zorgaanbieder, bereidt het zorginhoudelijke deel van de te verzoeken zorgmachtiging voor. In dat verband draagt de geneesheer-directeur ervoor zorg dat een medische verklaring wordt opgesteld door een psychiater. In zijn uitspraak van 2 oktober 2020 oordeelt de Hoge Raad dat die medische verklaring ook kan worden opgesteld door de geneesheer-directeur zelf indien deze tevens psychiater is en aan de voorwaarden van artikel 5:7 Wet verplichte ggz is voldaan.