1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. De zorgplicht van gemeentes voor bomen. Aansprakelijkheid voor schade door afgebroken tak?

De zorgplicht van gemeentes voor bomen. Aansprakelijkheid voor schade door afgebroken tak?

Een Amsterdamse toeriste loopt ernstig letsel op wanneer een tak van een kastanjeboom afbreekt en op haar valt op de opstaplocatie van de toeristische fluiterboot in Zutphen. De gemeente wordt voor de schade aansprakelijk gesteld. Tot welke conclusie komt de rechtbank Gelderland?
Leestijd 
Auteur artikel Letske Hofstra (uit dienst)
Gepubliceerd 14 januari 2019
Laatst gewijzigd 14 januari 2019

Feiten
Op 16 juli 2015 breekt onverwachts één van de hoofdtakken van een kastanjeboom af op de opstaplocatie van de toeristische fluiterboot in Zutphen. Er raken meerdere mensen gewonden, waaronder benadeelde. Door de klap van de tak loopt de vrouw ernstig letsel op: ze belandt in het ziekenhuis met (onder meer) een gebroken rug, scheen- én kuitbeen.

Aangezien de kastanjeboom in eigendom toebehoort aan de gemeente, stelt benadeelde de gemeente aansprakelijk voor de geleden (en nog te lijden) schade. De gemeente doet een schikkingsvoorstel, maar daar kan de vrouw niet mee instemmen. Er volgt een procedure bij de rechtbank Gelderland.

Juridisch kader en geschil
Gemeentes hebben de plicht om de conditie van de bomen op hun grondgebied te controleren en om de bomen te onderhouden, de zogenaamde zorgplicht. De gemeente Zutphen wordt hierbij geholpen door het onafhankelijke boomtechnisch onderzoeks- en adviesbureau Tree-O-Logic. Een deskundige van het adviesbureau adviseert na een visuele controle op 24 februari 2015 om binnen drie maanden verdergaand onderzoek te (laten) doen. De kastanjeboom lijdt namelijk aan allerlei kwalen, waaronder de kastanjebloedingsziekte. Bovendien is er tijdens de oktoberstorm van 2013 al een hoofdtak afgebroken. Volgens de deskundige is sprake van een zogenaamde ‘risicoboom’. De gemeente volgt het advies niet op. Na een melding van de coördinator van de fluiterboot op 26 mei 2015 over de slechte toestand van de boom laat de gemeente de boom op dezelfde dag (slechts) opnieuw visueel controleren. Deze controle wordt uitgevoerd door de Werkleider Groen van de gemeente en vormt aanleiding om de kastanjeboom op de kaplijst voor het najaar van 2015 te plaatsen.

In geschil is de vraag of de gemeente had mogen volstaan met een visuele controle. Benadeelde stelt dat dit niet het geval is; de kastanjeboom had gekapt of – zoals het onderzoeks- en adviesbureau had geadviseerd in de boomrapportage - nader onderzocht moeten worden.

De gemeente stelt zich daarentegen op het standpunt dat zij voldaan heeft aan de op haar rustende zorgplicht. Er is volgens haar geen sprake van onrechtmatig handelen, maar van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.

De beoordeling
Om te beoordelen of de gemeente in dit geval onzorgvuldig heeft gehandeld, neemt de rechtbank de gezichtspunten van het Kelderluik-arrest (Hoge Raad 5 november 1965, NJ 1966, 136, m.nt. G.J. Scholten) in aanmerking.

In dat kader acht de rechtbank van belang dat vaststaat dat het uitbreken van de hoofdtak veroorzaakt is door een combinatie van factoren. De belangrijkste oorzaak is echter gelegen in de afname van de houtsterkte als gevolg van de kastanjebloedingsziekte. Klaarblijkelijk was de kastanjeboom er eind mei 2015, ook in de ogen van een leek, slecht aan toe. Dit blijkt volgens de rechtbank uit de melding van de coördinator van de fluiterboot. Hij was vaak ter plaatse en was daardoor in staat de achteruitgang van de boom goed waar te nemen.

De gemeente heeft de controle van 26 mei 2015 aangemerkt als ‘nader onderzoek’, zoals door Tree-O-Logic als beheermaatregel met een urgentie van minder dan drie maanden naar aanleiding van de controle op 24 februari 2015 is geadviseerd. Hier had de gemeente niet mee mogen volstaan. Volgens de rechtbank is de gemeente tekortgeschoten in de uitoefening van haar zorgplicht ten aanzien van het onderhoud en de controle op de conditie van de kastanjeboom. De gemeente heeft immers niet gedaan wat haar was geadviseerd, namelijk nader onderzoek doen om uitsluitsel te verkrijgen over de vraag of de kastanjeboom als risicoboom nu wel of niet aan nadere maatregelen zou moeten worden onderworpen.

De rechtbank vervolgt:

Het was voor de gemeente […] in deze omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank niet bezwaarlijk om het haar geadviseerde nader onderzoek uit te voeren (zoals zij na het ongeval wel heeft laten doen door Cobra, randnummer 2.14) of om andere veiligheidsmaatregelen te nemen, waarvan noodkap er overigens maar één is […]. Dit nader onderzoek of het nemen van deze maatregelen lag met name in de rede vanwege de grootte van de kans dat áls de hoofdtak zou uitbreken, hierdoor ongevallen zouden ontstaan met ernstige gevolgen vanwege zowel de omvang en het gewicht van de hoofdtak als de risicovolle locatie van de kastanjeboom. Zoals al meermaals overwogen, was onder de kastanjeboom immers de opstaplocatie van de fluiterboot gesitueerd, waardoor er dagelijks grote groepen mensen niet alleen de kastanjeboom passeren, maar ook daaronder voor korte of langere tijd wachten op het aanmeren van de fluiterboot.”

De gemeente stelt verder nog dat het voor haar niet voorzienbaar was dat de onderhavige hoofdtak zou uitbreken. De rechter gaat daar niet in mee en overweegt dat de voorzienbaarheid van de concrete wijze waarop het ongeval of de schade zijn ontstaan niet is vereist:

Het had voor de gemeente [...] redelijkerwijs voorzienbaar moeten zijn dat door het niet opvolgen van het aan haar door Tree-O-Logic gegeven advies met betrekking tot een boom die, ook puur visueel beschouwd ten tijde van het vereiste nader onderzoek, de nodige gebreken vertoonde […] en die zich bovendien bevond op een locatie met een verhoogd risico, voor de aldaar dagelijks wachtende grote groepen mensen een gevaar voor ernstige letselschade in het leven is geroepen.”

De rechtbank acht het al met al voldoende aannemelijk dat benadeelde geen letsel zou hebben opgelopen als de gemeente op 26 mei 2015 nader onderzoek (naar stam- dan wel takbreukrisico) had gedaan. De gemeente heeft dus een ongeoorloofd risico in het leven geroepen en is aansprakelijk voor de schade wegens het schenden van haar zorgplicht.