1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Maclou-norm in een pre-pack

Maclou-norm geldt ook voor persoonlijke aansprakelijkheid van de beoogd curator in een pre-pack

In zijn arrest van 4 oktober 2019 ECLI:NL:HR:2019:1492 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de Maclou-norm niet alleen geldt voor de in artikel 68 Fw bedoelde curator, maar ook voor de beoogd curator in een pre-packproces.
Leestijd 
Auteur artikel Elline Diedering-Kuus
Gepubliceerd 15 november 2019
Laatst gewijzigd 21 november 2019

Inleiding

In zijn arrest van 4 oktober 2019 ECLI:NL:HR:2019:1492 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de Maclou-norm niet alleen geldt voor de in artikel 68 Fw bedoelde curator, maar ook voor de beoogd curator in een pre-packproces.

Maclou-norm en prepack

Sinds de uitspraak van de Hoge Raad in het Maclou-arrest is bekend dat persoonlijke aansprakelijkheid van de in artikel 68 Fw bedoelde curator moet worden beoordeeld aan de hand van de beantwoording van de vraag:

“of een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht, in de gegeven omstandigheden in redelijkheid tot de betreffende gedragslijn kon komen.” (de ‘Maclou-norm’).

Deze norm geldt sinds voornoemd arrest voor de in artikel 68 Fw bedoelde curator, oftewel de curator die in een faillissement is aangewezen om de boedel te beheren.

Op 4 oktober 2019 heeft de Hoge Raad bepaald dat bovengenoemde norm ook geldt voor de beoogd curator in een pre-packprocedure. Een pre-packprocedure is een op een doorstart gerichte procedure, waarbinnen door de rechtbank op verzoek een beoogd curator kan worden aangewezen die als stille bewindvoerder van de in gevaar van faillissement verkerende entiteit in de pre-packprocedure optreedt.

In de onderhavige zaak van 4 oktober 2019 traden de door de rechtbank aangewezen beoogd curatoren op in een pre-packprocedure van een door een stichting beheerd ziekenhuis. Zij kregen als aanwijzing mee om een zo hoog mogelijke opbrengst ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers te realiseren en de maatschappelijke schade te beperken.

De beoogd curatoren bereikten een overeenkomst over een doorstart met een ander ziekenhuis. Dat andere ziekenhuis heeft vrijwel alle specialisten die voor de stichting werkzaam waren een arbeidscontract voor bepaalde tijd van 6 maanden gegeven. Één van de specialisten stelt dat via deze weg het ziekenhuis gratis zijn praktijk heeft kunnen overnemen (de patiënten zouden immers na afloop van zijn zes maanden durende contract wel bij het ziekenhuis onder behandeling blijven). Hij vordert dat de beoogd curatoren persoonlijk worden veroordeeld voor de schade die hij daardoor lijdt, omdat zij onrechtmatig jegens hem zouden hebben gehandeld.

De rechtbank en het hof hebben de vordering van de specialist afgewezen. Het hof neemt tot uitgangspunt dat voor de beoordeling van de persoonlijke aansprakelijkheid van een curator de Maclou-norm van belang is. Het cassatiemiddel keert zich tegen dat oordeel. De Hoge Raad verwerpt het middel en overweegt dat een beoogd curator in een pre-packprocedure zich, net als de curator in faillissement zoals bedoeld in artikel 68 Fw, moet laten leiden door de belangen van de gezamenlijke schuldeisers en daarbij ook rekening moet houden met maatschappelijke belangen, zoals bijvoorbeeld werkgelegenheid. Het strookt hiermee dat bij de beoordeling van de persoonlijke aansprakelijkheid van de curator in een pre-packprocedure aansluiting wordt gezocht bij de norm die geldt voor de 68 Fw-curator, de Maclou-norm. Bij de toepassing van de Maclou-norm komt, in voorkomend geval, betekenis toe aan hetgeen de curator in de fase voorafgaand aan het faillissement als beoogd curator heeft gedaan en nagelaten en aan de kennis die hij in die hoedanigheid heeft verworven.

Conclusie

De Hoge Raad verschaft inzicht in de maatstaf die moet worden aangehouden bij de beoordeling van de persoonlijke aansprakelijkheid van de beoogd curator in een pre-packprocedure. Omdat een beoogd curator in een pre-packprocedure zich moet laten leiden door dezelfde belangen (van gezamenlijke schuldeisers en maatschappelijk) als een curator in faillissement, strookt het hiermee dat voor de beoogd curator dezelfde beoordelingsnorm geldt als voor de curator in faillissement, namelijk de Maclou-norm. Het handelen van een beoogd curator moet dus worden beoordeeld aan de hand van beantwoording van de vraag “of een over voldoende inzicht en ervaring beschikkende curator die zijn taak met nauwgezetheid en inzet verricht, in de gegeven omstandigheden in redelijkheid tot de betreffende gedragslijn kon komen”.