1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Picnic maakt inbreuk op portretrecht (oud-)werknemer

Picnic maakt inbreuk op portretrecht (oud-)werknemer

De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft in een recente uitspraak geoordeeld dat Picnic inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van een oud-werknemer. Door op grote schaal gebruik te maken van haar portret zonder dat de oud-werknemer daarvoor expliciet toestemming heeft gegeven, heeft Picnic naar het oordeel van de kantonrechter onrechtmatig gehandeld. Picnic dient de oud-werknemer € 10.000,-- te betalen aan immateriële schadevergoeding.
Leestijd 
Auteur artikel Dieuwertje Bouchier
Gepubliceerd 06 december 2022
Laatst gewijzigd 09 december 2022

Portretrecht

Het portretrecht beschermt tegen gebruik van fotografisch en ander materiaal waarop iemand herkenbaar is afgebeeld (artikel 21 Auteurswet). De geportretteerde kan zich tegen het gebruik verzetten indien hij/zij daarbij een redelijk belang heeft. Indien een geportretteerde toestemming heeft gegeven tot het publiceren van een foto, wordt daarmee in beginsel afstand gedaan van een beroep op artikel 21 Auteurswet. Dat neemt niet weg dat onder omstandigheden toch sprake kan zijn van inbreuk op het portretrecht, zo blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Amsterdam.

Inbreuk portretrecht

In de zaak tegen Picnic stelde de oud-werknemer dat Picnic haar portrecht heeft geschonden en daarmee onrechtmatig heeft gehandeld. Haar portret zou door Picnic op grote schaal zijn gebruikt voor promotie- en reclamedoeleinden, onder andere door haar portret af te beelden op bestelbusjes van Picnic in Nederland en Duitsland en als pop-up advertentie op verschillende websites, terwijl zij uitsluitend toestemming zou hebben gegeven voor het gebruik van haar portret voor een kortlopende wervingscampagne van nieuwe medewerkers op Instagram.

Picnic voert verweer en stelt dat de oud-werknemer vrijwillig heeft meegewerkt aan de fotoshoot en toestemming heeft gegeven voor het gebruik van haar portret door ondertekening van een quitclaim, waarin onder andere is opgenomen:

“Bij deze verklaar ik geen bezwaar tegen openbaarmaking van beeldmateriaal gemaakt tijdens een Picnic shoot waarin ik herkenbaar in beeld kom. Ik verleen hierbij ook toestemming voor het gebruik van het beeld en/of tekstmateriaal door Picnic B.V. ten behoeve van promotiedoeleinden. Dit zal uitsluitend gebeuren binnen de beschikbare promotiekanalen van Picnic B.V. Voor ander of afzonderlijk gebruik van mijn bijdrage buiten het verband van deze productie, zal de producent mijn toestemming vragen en dienen te verkrijgen.”

Onrechtmatig handelen door Picnic

De kantonrechter is van oordeel dat Picnic inbreuk heeft gemaakt op het portretrecht van de oud-werknemer, aangezien de oud-werknemer, mede gezien de tekst van de door haar ondertekende quitclaim, geen toestemming heeft gegeven voor het grootschalige gebruik dat Picnic van het portret van de oud-werknemer heeft gemaakt:

“(....) Eiseres heeft (mede) gezien de tekst van de door haar ondertekende quit claim geen toestemming gegeven voor het grootschalige gebruik dat gedaagde (pas veel later) van haar foto’s heeft gemaakt. In elk geval niet voor de meer dan levensgrote stickers op bestelbusjes (en al helemaal niet op bestelbusjes buiten Nederland). Dat kan in ieder geval niet worden begrepen onder “de beschikbare promotiekanalen van Picnic BV”. Gedaagde voert ook niet aan dat daar afzonderlijk toestemming voor is gevraagd, zoals wel vermeld in de quit claim. Dit gebruik was dus onrechtmatig.”

De oud-werknemer had er verder ook geen rekening mee behoeven te houden dat zij mogelijk voor langere tijd met Picnic zou worden geassocieerd, anders dan bijvoorbeeld een professioneel acteur die wordt ingehuurd voor een langdurige campagne en daarvoor een vergoeding naar evenredigheid ontvangt. Picnic zou derhalve het portretrecht van de oud-werknemer hebben geschonden en derhalve onrechtmatig jegens de oud-werknemer hebben gehandeld.

Schadevergoeding

Verder acht de kantonrechter  immateriële schade als gevolg van het gebruik van het portret voldoende aannemelijk en schat deze schadepost op een bedrag van € 10.000,--. Dat Picnic de afbeeldingen heeft verwijderd en de oud-werknemer een bedrag van € 650,-- heeft betaald, heeft die schade niet ongedaan gemaakt, maar hooguit beperkt.

Conclusie

Indien een geportretteerde toestemming heeft gegeven tot het publiceren van een foto, wordt daarmee in beginsel afstand gedaan van een beroep op artikel 21 Auteurswet. Van toestemming is evenwel in beginsel slechts sprake bij expliciete instemming (dan wel onder omstandigheden impliciet).

Het is dan ook zeer van belang hierover op voorhand concrete en voldoende duidelijke afspraken te maken en deze schriftelijk vast te leggen. Het maken van deze afspraken op een wijze die recht doet aan de specifieke omstandigheden van het geval is precisiewerk. Indien u vragen heeft over het portretrecht, de publicatie van portretten en/of het opstellen van een quitclaim, neem dan gerust contact op. Wij zijn gespecialiseerd in het adviseren over en opstellen van quitclaims en denken graag met u mee. 

 

Dieuwertje Bouchier, advocaat portretrecht