Je bent al decennia actief in de energie sector. Kan je ons iets meer vertellen over je achtergrond?
Na mijn rechtenstudie kwam ik in dienst bij de Gemeentelijke Spaarbank in Maastricht, het latere SNS, waar ik als manager juridische zaken betrokken was bij de uitbreiding van het bedrijf en de transitie naar bank-verzekeraar.
In 2003 zette ik bij Nuon mijn eerste stappen in de energie wereld om nooit meer weg te gaan. Nuon was het eerste grote energiebedrijf dat onder de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) uit 2007 werd gesplitst in een netwerkbedrijf (Alliander) en een productie- en leveringsbedrijf (Nuon Energy). Zo kwam ik als jurist bij Alliander terecht. Een technische georiënteerde omgeving waar ik vanuit een juridisch perspectief een grote rol heb mogen spelen in diverse (her)structureringen en ingrijpende organisatie vraagstukken.
Welke eigenschap moet je als jurist bezitten om succesvol te opereren binnen de energietransitie?
‘Pas je boeren verstand toe’, zou ik zeggen. Het is enorm belangrijk om je voortdurend af te vragen wáárom een juridische vraag wordt gesteld, om steeds weer te zoeken naar de vraag achter de vraag en de context waar binnen deze wordt gesteld. Ik heb er altijd naar gestreefd om volgens dit principe te werken en jonge mensen hierin op te leiden.
Mijn MBA bij Kellogg’s University heeft enorm geholpen om niet alleen vanuit de juridische, maar ook vanuit de strategische en bedrijfseconomische lens mijn vak uit te oefenen.
De energietransitie vereist een andere manier van werken. Wat merk je binnen Alliander?
Voorheen waren we primair een technisch gestuurde organisatie, gericht op optimalisatie van het netwerk. We zijn ons in de afgelopen jaren steeds meer gaan focussen op de wensen en behoeften van de aangesloten eindklant. Hierin maken we stappen, maar zijn er nog niet goed op ingericht, alhoewel de nodige stappen daartoe wel worden genomen. Het zit nog niet in ons DNA.
Ook de regelgeving kent een vergaande bescherming van de consument. Dat heeft heel veel goede kanten, maar kent ook een remmende werking. De administratieve processen kunnen soms, mede door externe factoren, jaren in beslag nemen.
Netcongestie vormt een groeiend obstakel in de verduurzaming van de energievoorziening. Hoe pakt jullie organisatie dit concreet aan?
Binnen de energie transitie gaat het niet alleen om verzwaring van het netwerk. Als je de netten beter wil beheren dan is ook een grote mate van digitalisering een vereiste. Een voorbeeld hiervan is het plaatsen van sensoren op kritieke punten in het net zodat snel kan worden geschakeld als er zaken niet goed gaan.
Ook zien we een toenemende samenwerking tussen netwerkbedrijven op IT- gebied. Er is veel behoefte aan compatibiliteit. Nu ontwikkelen we nog software onafhankelijk van elkaar. Neem bijvoorbeeld de slimme meters. Iedere netbeheerder hanteert nog andere standaarden, maar software met betrekking tot ‘nextgen’ meters wordt nu veel meer in samenwerking ontwikkeld.
Wat zie je gebeuren in de Energiemarkt richting 2035?
Als sector moeten we snelheid maken in een complex speelveld: een veelheid aan partijen die moeten samenwerken vanuit verschillende belangen, een tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten, schaarste in materialen en ingewikkelde administratieve processen. Dat is een uitdagende opgave en vraagt om orkestratie. In de praktijk pakt nog niemand écht de coördinerende rol op die nodig is. Neemt evenwel niet weg dat er toch diverse initiatieven zijn genomen of worden gestart om dit meer concreter te maken.
Blijf je ook na je pensioen nog betrokken bij de energiemarkt?
Jazeker, maar niet meer vanuit een formele rol. Ik zal als kritische consument met veel interesse het nieuws en inhoudelijke publicaties blijven volgen. Als ik me daartoe geroepen voel, zal ik er misschien ook nog wel een keer wat over opschrijven. En ik behoud mijn telefoonnummer, dus ik ben bereikbaar om van gedachten te wisselen!