1. Home
  2. Specialisten
  3. Kristel Verkleij

Kristel Verkleij Advocaat Overheid & Vastgoed

Neem vrijblijvend contact op Telefoon 088 242 41 00 E-mailadres Stuur mij een e-mail

Over Kristel Verkleij

Biografie

Kristel is werkzaam op de afdeling Overheid & Vastgoed op de vestiging in Arnhem. Zij houdt zich dagelijks bezig met het adviseren en procederen over civielrechtelijke en (zorg)vastgoed-gerelateerde vraagstukken. Kristel is onder andere gespecialiseerd in het huurrecht, bouwrecht en commercieel contractenrecht.

Functie(s)

2019 Advocaat, Dirkzwager
Ondernemingen, Overheden, Vastgoed, Zorg Bouwrecht, Commercieel contractenrecht, Huurrecht & Pacht, Projectontwikkeling Dirkzwager - Velperpoort
Velperweg 1
6824 BZ Arnhem

Opleiding(en)

2018 2019 Master Privaatrechtelijke rechtspraktijk, Universiteit van Amsterdam
2014 2017 Bachelor Rechtsgeleerdheid, Universiteit Utrecht

Talen

Nederlands, Engels

Events

Delen of opslaan

Kennis geschreven door Kristel Verkleij

1 filter(s) actief

Expertise

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Sector

Selecteer de gewenste filteritems

Thema

Selecteer de gewenste filteritems

  • Combinatie niet mogelijk met:

Auteur

Selecteer de gewenste filteritems

  • U heeft geselecteerd:
  • Combineren met:
  • Combinatie niet mogelijk met:
Zoekopdracht delen:
Aantal resultaten: 31

Prejudiciële vragen over vernietigbare huurverhogingsbedingen

Goed nieuws voor verhuurders die geconfronteerd worden met oneerlijke bedingen in hun huurovereenkomsten. De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft het voornemen geuit prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad over de vernietigbaarheid van oneerlijke huurverhogingsbedingen.

Huurder verplicht om ‘eerlijk’ alternatief voor oneerlijk beding te aanvaarden

Volgens de rechtbank Amsterdam kunnen huurders op grond van goed huurderschap (art. 7:213 BW) worden verplicht een ‘eerlijk’ alternatief voor een oneerlijk beding te aanvaarden. De rechtbank Amsterdam lijkt daarmee een uitweg te hebben geboden voor verhuurders die in hun maag zitten met de lijn die de rechtbank Amsterdam eerder heeft ingezet ten aanzien van oneerlijke bedingen.

Buitengerechtelijke incassokosten niet toewijsbaar vanwege oneerlijk beding

Rechters oordelen dat een beding over de buitengerechtelijke incassokosten in de huurovereenkomst bij woonruimte oneerlijk en (daardoor) vernietigbaar is. Hierdoor zijn de buitengerechtelijke incassokosten – ondanks dat de huurder zijn verplichtingen niet is nagekomen – in het geheel niet toewijsbaar.

Paniek bij vastgoedbeleggers: huurverhogingsbedingen vernietigbaar?

De rechtbank Amsterdam heeft in drie uitspraken geoordeeld dat de overeengekomen huurverhogingsbedingen bij woonruimte oneerlijk zijn. Dit heeft tot gevolg dat de bedingen worden vernietigd en in het verleden doorgevoerde huurverhogingen worden teruggedraaid. Ook kan de huurprijs voor de rest van de duur van de huurovereenkomst niet (meer) worden verhoogd. Dit heeft verstrekkende gevolgen voor lopende huurovereenkomsten en de verkoopbaarheid van wooncomplexen. Reden waarom het voor verhuurders essentieel is om (nieuwe) huurverhogingsbedingen zorgvuldig te formuleren.

Aanpassing Beleidsboek servicekosten in aantocht

Uit de rechtspraak blijkt dat bij de verhuur van woonruimte vaak ten onrechte servicekosten in rekening worden gebracht of daarvoor een te hoog bedrag wordt berekend. Bij brief van 4 juli 2023 heeft Minister de Jonge daarom aangekondigd het Besluit servicekosten te willen gaan aanpassen.

Geen sprake van oplevering, ook al is de woning in gebruik genomen

Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft een opvallend arrest gewezen over de oplevering van een woning bij ingebruikname. Waar bij ingebruikname door rechters dikwijls wordt geoordeeld dat sprake is van een oplevering, oordeelde het hof in deze zaak anders. Ondanks het feit dat de sleutels al in ontvangst waren genomen, houdt het hof sterk vast aan de definitie van oplevering zoals overeengekomen in de aannemingsovereenkomst tussen partijen.

Afwijking van de tenzij-bepaling uit artikel 6:265 BW is mogelijk

De Hoge Raad heeft antwoord gegeven op de vraag of partijen de tenzij-bepaling van artikel 6:265 lid 1 BW nader kunnen invullen of (zelfs) buiten werking kunnen stellen. De Hoge Raad overweegt dat artikel 6:265 lid 1 BW van aanvullend recht is. Het staat partijen dus in beginsel vrij om hiervan (en dus de tenzij-bepaling) af te wijken in de (huur)overeenkomst.

Ontbrekend energielabel bij toetsing aanvangshuurprijs

De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen beantwoord over hoe moet worden omgegaan met het ontbreken van energielabels bij de ingangsdatum van de huurovereenkomst en de toetsing van de aanvangshuurprijs. Uit de beantwoording volgt dat het niet nodig is dat de energieprestatie is bepaald op het moment dat de huurovereenkomst ingaat. Voldoende is dat het energielabel op een zodanig moment beschikbaar is dat daarmee rekening kan worden gehouden bij de beslissing van de Huurcommissie respectievelijk de kantonrechter bij toetsing van de aanvangshuurprijs. Voorwaarde is wel dat de feitelijke toestand van de woning met betrekking tot de energieprestatie niet is veranderd.

Huur en faillissement: hoe om te gaan met onderhuurders

Als een huurder failliet is, kan zowel de curator als de verhuurder de huurovereenkomst tussentijds opzeggen. Daarmee eindigt de (hoofd)huurovereenkomst. Maar wat als de gefailleerde huurder (een gedeelte van) het gehuurde heeft onderverhuurd? Mag je als verhuurder verlangen dat het gehuurde zonder onderhuurders wordt opgeleverd?

Ontwikkelingen in Den Haag op het gebied van huurbescherming

Den Haag is voornemens meer huur(prijs)bescherming voor huurders van woonruimte te creëren. In dat kader zijn twee wetsvoorstellen en een ingrijpend plan van Minister Hugo de Jonge voor het zogenoemde ‘middensegment’ verschenen. Hieronder treft u – in het kort – een toelichting op deze ontwikkelingen.

VGR - Wanneer moet de verhuurder een alternatief benutten?

In het vakblad Vastgoedrecht (VGR 2022/5) gaan advocaten Kristel Verkleij en Rutger Fabritius in op de vraag wanneer een verhuurder een alternatief moet benutten en zich (bij opzegging van 290-bedrijfsruimte) niet op dringend eigen gebruik kan beroepen.

Pand voor flitsbezorging is (in beginsel) geen detailhandel

Het komt steeds vaker voor: een online-supermarkt waarbij de boodschappen in een mum van tijd thuis worden bezorgd. Deze “flitsbezorging” (ook wel darkstores genoemd) brengt nieuwe bestuurs- en huurrechtelijke vraagstukken met zich mee. In een recente uitspraak oordeelt de rechtbank Den Haag dat een beoogd gebruik voor flitsbezorging niet kwalificeert als detailhandel zoals omschreven in de planregels. Hierdoor gebruikt de flitsbezorgingsdienst het pand in strijd met het geldende bestemmingsplan en mag de gemeente handhavend optreden.

1 2 3