
Actualiteiten Huurrecht voorjaar 2022
Huurrechtspecialisten Rutger Fabritius en Kristel Verkleij praten u bij over de actualiteiten die zich in 2021/2022 hebben voorgedaan.
De sectie Aansprakelijkheid & Verzekering adviseert en procedeert met name voor verzekeringsmaatschappijen en bedrijven. In opdracht van aansprakelijkheidsverzekeraars verlenen wij ook diensten aan hun verzekerden, dat wil zeggen aan bedrijven, overheden en particulieren.
Heeft uw bedrijf of (non-profit) organisatie te maken met een claim waarvoor u niet verzekerd bent, of waarvoor u een te hoog risico hebt? Of wenst u advies bij de beoordeling van een verzekeringsportefeuille? Dan behartigen wij graag uw belangen. Ook werken wij mee aan legal audits in het kader van fusies en overnames en verstrekken wij adviezen over verzekeringsrechtelijke vraagstukken als risicobeheer.
Voor een optimaal resultaat koppelen wij onze deskundigheid aan een pragmatische aanpak. Daarbij hoort een goede bereikbaarheid van onze advocaten, maar ook een snelle terugkoppeling met de opdrachtgever. Wij handelen steeds in nauw overleg met de cliënt, geven vooraf een inschatting van de slaagkans en een kosten-batenanalyse. Procederen hoeft niet altijd de meest geschikte oplossing te zijn.
Voor zaken die ons vakgebied overstijgen, maken wij gebruik van de expertise van andere specialisten binnen Dirkzwager. Een grensoverschrijdende zaak? Ook in het buitenland kunnen wij u van dienst zijn. Dirkzwager is aangesloten bij TELFA, een Europees samenwerkingsverband van middelgrote, hoog gekwalificeerde kantoren. En dankzij de verbinding met het Amerikaanse netwerk USLAW hebben wij directe contacten met collega’s in de VS. In alle gevallen blijft uw contactpersoon bij Dirkzwager natuurlijk uw vaste, vertrouwde aanspreekpunt.
Wij houden onze specialistische vakkennis op peil. Met lidmaatschappen van (internationale) verenigingen, opleidingen en door vakliteratuur bij te houden. Op onze beurt dragen we onze kennis over aan derden. Onder meer met publicaties over ons vakgebied en cursussen voor cliënten. Zo kunt u delen in onze specialistische kennis en bent u – ook zonder tussenkomst van een advocaat – op de hoogte van bepaalde juridische zaken.
We zijn er trots op dat zowel onze sectie Aansprakelijkheid, Schade en Verzekering als twee van onze advocaat-partners, Harry Kruitwagen en Daan Baas, zijn gerankt in de editie 2020 van Chambers Europe.
Volg ons ook op Twitter
Huurrechtspecialisten Rutger Fabritius en Kristel Verkleij praten u bij over de actualiteiten die zich in 2021/2022 hebben voorgedaan.
De afgelopen jaren hebben de interacties en transacties tussen consumenten en aanbieders van producten en diensten zich grotendeels van de fysieke wereld naar de online wereld verplaatst.
Om maar gelijk met de deur in huis te vallen dient bovengenoemde vraag bevestigend te worden beantwoord. Dit heeft te maken met het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021; dat enkele maanden geleden voor spaarders als een mooi ‘kerstcadeau’ kwam, maar al snel bleek in de personenschadepraktijk dat met dit arrest de wettelijke basis voor de berekening van de fiscale component is komen te ontvallen.
Een algemene exoneratie in algemene voorwaarden kan ook uitkomst bieden voor een advocaat die in persoon wordt aangesproken op grond van onrechtmatige daad. Dit volgt uit een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Een gerechtelijke uitspraak kan na het wijzen ervan aangevuld worden als de rechter heeft verzuimd te beslissen over een vordering of verzoek. Recent deed zich dit voor bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, dat verzuimd zou hebben de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen.
De rechtbank Den Haag heeft in een recente uitspraak geoordeeld dat een smartengeldvergoeding aan een politieagent ter compensatie van PTSS is belast als loon. De vraag is of dat oordeel terecht is.
In ons vorige blog beschreven wij dat de complexiteit van de huidige dbc-systematiek en de ongewenste neveneffecten de NZa tot de conclusie hebben gebracht dat deze manier van bekostiging niet langer geschikt is om de geestelijke gezondheidszorg te bekostigen. Daarom is de NZa – in samenwerking met het werkveld – gekomen tot een nieuw bekostigingsmodel; het zorgprestatiemodel.
Het zal iedere ggz-aanbieder inmiddels al wel goed bekend zijn: vanaf 1 januari 2022 gaat in de generalistische basis-ggz, de gespecialiseerde ggz en de forensische zorg een nieuw bekostigingsmodel van kracht; het zorgprestatiemodel. Dit model vervangt het huidige systeem waarin gewerkt wordt met diagnose-behandelcombinaties (dbc-systematiek).
De Hoge Raad is in een recent arrest van 15 oktober 2021 ingegaan op de toepasselijkheid van de dominant cause-leer als causaliteitsmaatstaf. In deze zaak stond de vraag centraal of opstalschade na een hevige storm (een zogeheten supercell) onder de dekking van de brandverzekering viel. De verzekeraar stelde zich op het standpunt dat de schade veroorzaakt is door hagel en dat deze schadeoorzaak niet onder de dekking van de verzekeringsovereenkomst valt.
In een zaak die werd voorgelegd aan de Hoge Raad stond de vraag centraal of sprake is van ‘een prestatie’ in de zin van artikel 6:89 BW indien een advocaat niets (meer) heeft gedaan en daarmee of in dergelijke gevallen een succesvol beroep op schending van de klachtplicht mogelijk is.
Wim Weterings, Jonathan Overes en Daan Baas publiceerden een artikel over massaschade (de ‘WAMCA’) in het USLAW Fall Magazine 2021.
Namens een zzp'er was cassatieberoep ingesteld tegen het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 10 december 2019 (ECLI:NL:GHARL:2019:10566) waarin het hof kortweg had geoordeeld dat de verzekeringsplicht bij verkeersongevallen van artikel 7:611 BW zoals die bestaat voor werknemers niet gold ten opzichte van zzp'ers. De Hoge Raad heeft dat cassatieberoep verworpen in het arrest van 17 september 2021. De Hoge Raad heeft de kwestie afgedaan op artikel 81 RO en dus geen nadere motivering gegeven.
Zorgverzekeraars controleren steeds vaker of de regiebehandelaar voldoende betrokken is geweest bij de behandeling. Het Hof Den Haag en de SKGZ stellen daar nu paal en perk aan. In beide gevallen betrof het zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid.
Art. 2:248 lid 2 BW: Hoge Raad licht toe: De Hoge Raad wees in juli 2021 een arrest waaruit volgt dat de gedragingen van een oud-bestuurder van een failliete vennootschap, die op zichzelf gezien geen onbehoorlijk bestuur opleverden, kunnen worden gebruikt ter ontzenuwing van het bewijsvermoeden uit art. 2:248 lid 2 BW.