1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 7: preventieve ontslagbescherming van de stichtingsbestuurder

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 7: preventieve ontslagbescherming van de stichtingsbestuurder

Op 10 november jl. heeft de Eerste Kamer het Wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (Wbtr) aangenomen. De Wbtr treedt op 1 juli 2021 (grotendeels) in werking. De invoering heeft lang op zich laten wachten. We zullen uw geheugen opfrissen door het plaatsen van korte berichten op deze kennispagina over de relevante wijzigingen.
Leestijd 
Auteur artikel Frank Stout
Gepubliceerd 29 juni 2021
Laatst gewijzigd 29 juni 2021

Preventieve ontslagbescherming van de stichtingbestuurder

Wist u dat onder de Wbtr:

Een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting en de bestuurder of de commissaris niet door de rechter kan worden uitgesproken?

Met invoering van het nieuwe artikel 2:298a BW vervalt per 1 juli 2021 de preventieve ontslagbescherming voor de bestuurder of commissaris van een stichting. De ontslagregels van stichtingsbestuurders worden daarmee geharmoniseerd met die van statutaire bestuurders van de NV en de BV.

Hoe zat het ook alweer?

De statutair bestuurder heeft een tweevoudige rechtsbetrekking: enerzijds voortkomend uit een eenzijdige benoeming en anderzijds uit een tweezijdige (arbeids)overeenkomst. Volgens vaste rechtspraak leidt het vennootschapsrechtelijke ontslag van de bestuurder van de NV of de BV tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, tenzij er een opzegverbod geldt of er tussen partijen andere afspraken gelden.  

Dit was niet het geval bij stichtingbestuurders. Indien de Raad van Toezicht de stichtingbestuurder ontsloeg uit zijn statutaire rol, dan bleef de arbeidsovereenkomst bestaan. Het UWV of de rechter moest om toestemming worden gevraagd om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.

Met ingang van 1 juli 2021 is dat niet langer nodig. De arbeidsovereenkomst met de stichtingbestuurder kan dan eenzijdig door de Raad van Toezicht worden beëindigd. De stichtingbestuurder kan de rechter niet meer verzoeken de arbeidsovereenkomst te herstellen ingeval van een onvoldragen ontslaggrond. Let op, de mogelijkheid van een stichtingsbestuurder om de rechter om een billijke vergoeding te verzoeken wegens het ontbreken van een voldragen ontslaggrond, blijft bestaan. Overigens is de verwachting dat met invoering van de i-grond (de zogenaamde cumulatiegrond) minder snel een billijke vergoeding zal worden toegekend, maar eerder een extra vergoeding van artikel 7:682 lid 7 BW. 

Afsluitend

Met de invoering van artikel 2:298a BW wordt tegemoetgekomen aan de wens om de ontslagregels van de stichtingbestuurder gelijk te trekken met die van statutaire bestuurders van de NV en de BV. Er wordt recht gedaan aan het belang van de rechtspersoon om bestuurd te worden door personen die het vertrouwen genieten van het orgaan dat voor de samenstelling van het bestuur verantwoordelijk is.

Gerelateerde Wbtr-artikelen

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 1: Doel, inhoud en inwerkingtreding Wbtr

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 2: Wettelijke grondslag raad van commissarissen

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 3: Wettelijke grondslag one-tier board

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 4: Ontslag en bestuursverbod

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 5: Aansprakelijkheid in geval van faillissement

Bestuur en Toezicht-Weetje nr. 6: Tegenstrijdigbelangregeling

Contact
Heeft u vragen over het ontslag van een statutair bestuurder? Neemt u dan gerust contact op met Henk Hoving of Frank Stout. Heeft u vragen over de Wbtr? Neem dan contact op met Marèl BaakMarieke van Dongen of Rosanne Kuiper. Zij helpen u graag verder.