1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Brandschade en sloopkosten

Brandschade en sloopkosten

HR 29 oktober 2010, RvdW 2010, 1287, Delta Lloyd Schadeverzekering N.V.In 1996 is brandschade ontstaan aan een opslagschuur waarvoor bij Delta Lloyd een opstal- en inboedelverzekering was gesloten. Een vergoeding voor opruimingskosten valt onder de dekking.Reeds vóór de brand was het woonhuis bestemd voor afbraak of onteigening. In april 1999 heeft de gemeente aan de verzekeringnemer bericht dat zijn woning en bedrijfsopstallen in april 2001 zullen moeten worden onteigend en gesloopt in verba...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 25 augustus 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
HR 29 oktober 2010, RvdW 2010, 1287, Delta Lloyd Schadeverzekering N.V.

In 1996 is brandschade ontstaan aan een opslagschuur waarvoor bij Delta Lloyd een opstal- en inboedelverzekering was gesloten. Een vergoeding voor opruimingskosten valt onder de dekking.

Reeds vóór de brand was het woonhuis bestemd voor afbraak of onteigening. In april 1999 heeft de gemeente aan de verzekeringnemer bericht dat zijn woning en bedrijfsopstallen in april 2001 zullen moeten worden onteigend en gesloopt in verband met de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk en de aanleg van nieuwe wegen.

Er is tussen partijen uitvoerig en intensief gediscussieerd over de omvang van de schade, die uiteindelijk via deskundigen is begroot. In november 2010 heeft de verzekeringnemer aan Delta Lloyd verzocht zo spoedig mogelijk over te gaan tot sloop en opruiming van de schuur en verder verzocht over te gaan tot betaling van de schade aan de schuur op basis van herbouwwaarde. Delta Lloyd heeft hierop gereageerd met het bericht dat de termijn van 12 maanden waarbinnen verzekeringnemer schriftelijk had moeten berichten dat tot herbouw zou worden overgegaan, ruimschoots is overschreden en dat de uitgekeerde opstalschade is gebaseerd op de verkoopwaarde. Ter zake van sloop- en opruimingskosten schrijft Delta Lloyd dat het pand in verband met het uitbreidingsplan toch zou moeten worden afgebroken. Het opruimen van de verbrande restanten kan volgens Delta Lloyd in dat kader meegenomen worden en Delta Lloyd schrijft wel te vernemen van de gemeente Vleuten of aan dat opruimen extra kosten zijn verbonden.

De verzekeringnemer dagvaardt Delta Lloyd en vordert daarbij betaling van de vergoeding voor de verloren gegane schuur op basis van herbouwwaarde alsmede een veroordeling van Delta Lloyd om voor eigen rekening zorg te dragen voor de sloop en opruiming van de afgebrande schuur.

Delta Lloyd beroept zich voor wat betreft de herbouwwaarde op een te late mededeling dat tot herstel/herbouw wordt overgegaan en voor wat betreft de sloopkosten op het ontbreken van een belang. De rechtbank wijst de vorderingen van de verzekeringnemer af, behoudens voor wat betreft het slopen van de schuur. Het hof wijst alle vorderingen van eiser af, inclusief die ter zake van sloop en opruiming. Daartegen gaat de verzekeringnemer in cassatie.

Voorzover de verzekeringnemer in cassatie klaagt tegen de afwijzing van de vergoeding ter zake van herbouwwaarde, constateert de Hoge Raad, dat de herbouw niet op dezelfde locatie heeft plaatsgevonden en de polisvoorwaarden voor de onderhavige situatie geen uitzondering maken. Ten aanzien van de sloop- en opruimkosten overweegt de Hoge Raad, dat dergelijke kosten onder de dekking van de verzekeringsovereenkomst vallen. Nu de verzekeringnemer zelf tot sloop en opruiming is overgegaan om te voorkomen dat de aanwezigheid van de restanten van de schuur de waarde van de te onteigenen zaak negatief zou beïnvloeden, en de gemeente zich op het standpunt stelde dat het opruimen van de restanten een zaak was tussen de verzekeringnemer en Delta Lloyd, en ten slotte Delta Lloyd zich bereid had verklaard een betaling aan de gemeente te doen, is volgens de Hoge Raad de afwijzing door het hof van deze sloopkosten onbegrijpelijk. De zaak wordt verwezen naar het Arnhemse gerechtshof.

Bronvermelding: Rubriek Rechtspraak in het verzekeringsarchief onderdeel Hoge Raad