Contracts for Difference en projectfinanciering

8 augustus 2025

De Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) helpt bij het creëren van meer prijszekerheid voor producenten en investeerders. SDE++ is een vorm van subsidie aan bedrijven en non-profitorganisaties die grootschalig hernieuwbare energie opwekken. De SDE++ is een exploitatiesubsidie. Dat betekent dat men subsidie ontvangt tijdens de periode dat men hun installatie in gebruik heeft (de exploitatieperiode). Om investeringen in de productie van hernieuwbare energie te stimuleren, subsidieert de overheid de ‘onrendabele top’. Dit is het verschil tussen de kostprijs van de techniek en de gemiddelde marktvergoeding voor de opgewekte energie die de techniek oplevert.

In dit artikel

Directe prijssteun, zoals SDE++, is vanaf medio 2027 niet langer mogelijk voor de stimulering van hernieuwbare elektriciteitsprojecten. Dit volgt uit artikel 19 quinquies van de Europese Electricity Market Design (EMD)-verordening. In plaats daarvan dienen de steunregelingen de vorm aan te nemen van two-sided Contracts for Difference (CfDs), oftewel tweerichtingscontracten. 

Contracts for Difference (CfDs) 

De EMD-verordening definieert een ‘tweerichtingscontract ter verrekening van verschillen’ als een contract tussen een beheerder van een elektriciteitsproductie-installatie en een tegenpartij, gewoonlijk een overheidsinstantie, waarmee zowel een minimumvergoedingsbescherming als een limiet voor een te hoge vergoeding wordt geboden.

Een CfD lijkt veel op het huidige SDE++ systeem. Er wordt namelijk een minimale afnameprijs gegarandeerd. De producent is daarmee verzekerd van een bepaalde minimumvergoeding waardoor het investeren in groene energie rendabeler is. Daar tegenover staat dat een bepaald maximum aan de marktprijs wordt gesteld. De marktprijs hoger dan dit maximum, wordt het verschil teruggevorderd. Het grootste verschil met het huidige SDE++ systeem is dan ook dat het bij een CfD mogelijk is om meer geld bij producenten terug te vorderen dan in totaal aan steun is uitgekeerd. Op die manier is een tweerichtingscontract beter in staat om overwinsten in tijden van hoge prijzen te voorkomen. In het SDE++ systeem kon de overheid slechts het uitgekeerde subsidiebedrag terugvorderen, maar niet de winst. Bij tweerichtingscontracten kan dat dus wel. 

In onderstaande figuur staat het CfD systeem weergegeven (bron: Beslisnota bij Kamerbrief /Voorbereidingen voor tweerichtingscontracten). 

 CfD systeem (bron: Beslisnota bij Kamerbrief Voorbereidingen voor tweerichtingscontracten)

In onze buurlanden zijn CfDs al zeer populair. In Engeland worden CfDs in de energiesector al sinds 2015 gebruikt. In Engeland worden de CfDs bekostigd door verplichte heffingen op elektriciteitsleveranciers. De producenten worden betaald door de CFD Counterparty die op haar beurt wordt betaald door EMR Settlement Ltd, een bedrijf dat volledig in handen is van Elexon, een non-profit organisatie. Daarnaast maken onder andere Frankrijk, Spanje, Denemarken, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Polen en Portugal ook al gebruik van CfDs. 

Projectfinanciering 

CfDs, net als de SDE++, dragen bij aan een robuuste business case die nodig is voor het aantrekken van projectfinanciering. Doordat de overheid een minimumprijs garandeert, wordt het risico voor elektriciteitsproducenten (en daarmee de financierende bank) beperkt. De overheid is tevens voornemens ruimte te laten tussen de minimum- en maximumvergoeding, waardoor de mogelijkheid ontstaat voor elektriciteitsproducenten om eventuele financiële tegenvallers op te vangen.  

Pandrecht  

Het is gebruikelijk dat een projectfinancier een pandrecht verlangt op de SDE++ inkomsten. Via het pandrecht kan de financier, onder omstandigheden, de SDE++ inkomsten naar zich toe trekken. Op grond van artikel 61 lid 2 Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie wordt de overdracht van de subsidie, zonder ontheffing van de minister, beperkt. Kennelijk heeft men het niet wenselijk geacht dat de SDE++ kan worden overgedragen aan een derde of verpand aan een financier. In de praktijk wordt deze toestemming echter zelden verkregen. Omdat de overdrachtsbeperking slechts contractuele werking kent, komt het pandrecht voor de financier wel tot stand. 

Het is de vraag in hoeverre de opbrengsten onder CfDs kunnen worden verpand aan een projectfinancier. Het komt de financierbaarheid van duurzame energieprojecten ten goede als het mogelijk is om de rechten uit CfDs te verpanden aan de financier. Sinds de invoering van de Wet opheffing verpandingsverboden per 1 juli 2025 is het niet langer mogelijk om, behoudens enkele uitzonderingen, onoverdraagbaarheidsbedingen op te nemen in contracten. Iedere beperking van overdracht of verpanding van geldvorderingen is nietig. Een onoverdraagbaarheidsbeding in de overeenkomst tussen overheid en ontwikkelaar (de CfD) lijkt daarmee niet langer mogelijk. Het is echter voor te stellen dat de wetgever ervoor kiest op grond van een wettelijke basis de overdraagbaarheid uit te sluiten. 

Conclusie 

Er komt een einde SDE++, maar dat hoeft de financierbaarheid van de duurzame energieprojecten niet in de weg te staan. Het nieuwe systeem van de CfDs lijkt namelijk veel zekerheid op te leveren voor de overheid, maar ook voor investeerders en ontwikkelaars en daarmee financiers. De Minister verwacht dat de eerste CfDs in 2027 beschikbaar zullen komen.  

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Dan kunt u altijd contact opnemen met een van onze specialisten.

Gerelateerd