Wet opheffing verpandingsverboden

25 juni 2025, laatst geüpdatet 25 juni 2025

Inmiddels heeft de Eerste Kamer de Wet opheffing verpandingsverboden (“Wet OV”) aangenomen en is de datum van inwerkingtreding bekend, namelijk 1 juli 2025. De Wet OV heeft impact op de wijze waarop partijen afspraken kunnen maken over de overdracht of verpanding van geldvorderingen op naam in contracten. In dit artikel bespreken we de impact en praktische implicaties van de Wet OV.

In dit artikel

Inmiddels heeft de Eerste Kamer de Wet opheffing verpandingsverboden (“Wet OV”) aangenomen en is de datum van inwerkingtreding bekend, namelijk 1 juli 2025. De Wet OV heeft impact op de wijze waarop partijen afspraken kunnen maken over de overdracht of verpanding van geldvorderingen op naam in contracten. In dit artikel bespreken we de impact en praktische implicaties van de Wet OV.

Waarom de Wet OV is ingevoerd: knelpunten bij kredietverlening 

Achtergrond van de Wet OV is dat banken en financiers problemen ervaren in het kader van kredietverlening aan het mkb. Dit probleem kreeg met name aandacht nadat in de rechtspraak werd bevestigd dat onoverdraagbaarheidsbedingen in overeenkomsten niet alleen verbintenisrechtelijke werking, maar ook goederenrechtelijke werking kunnen hebben (afhankelijk van de formulering daarvan).1 Het gevolg van een goederenrechtelijk onoverdraagbaarheidsbeding is dat de overdracht (of verpanding) niet tot stand komt.2 Met name in de bouwsector wordt de mogelijkheid tot overdracht of verpanding van vorderingen op grote schaal uitgesloten.3 Uitstaande vorderingen kunnen daardoor niet als onderpand gebuikt worden voor een financiering. Het doel van de Wet OV is om het mkb meer toegang tot het krediet te geven.

Wijzigingen in artikel 3:83 BW over overdraagbaarheid van geldvorderingen 

Het huidige artikel 3:83 lid 2 BW bepaalt dat de overdraagbaarheid van vorderingsrechten door een beding tussen schuldeiser en schuldenaar kan worden uitgesloten. De Wet OV voegt aan artikel 3:83 een derde en vierde lid toe. Deze nieuwe bepalingen luiden als volgt: 

Lid 3. Uitsluiting van de overdraagbaarheid of verpandbaarheid is niet mogelijk als het een geldvordering op naam betreft die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf. Een beding tussen schuldeiser en schuldenaar dat ertoe strekt de overdraagbaarheid of verpandbaarheid van een dergelijke geldvordering geheel of gedeeltelijk uit te sluiten dan wel vervreemding of verpanding ervan tegen te gaan, is nietig.  

Lid 4. Het voorgaande lid is niet van toepassing op geldvorderingen:  

  1. uit hoofde van een betaal- of spaarrekening;  
  2. uit hoofde van een krediet- of geldleningsovereenkomst waarbij aan de kant van de kredietgever meerdere partijen betrokken zijn of zullen zijn;  
  3. van of op een clearinginstelling, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, dan wel een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie, een verrekeningsinstituut of een centrale bank, als bedoeld in artikel 212a, onderdelen c, d, e en g van de Faillissementswet;  
  4. d. die op grond van een overeenkomst als bedoeld in de artikelen 34, derde lid, 35, vijfde lid, of 35a, vierde lid, Invorderingswet 1990 zullen worden betaald op een bankrekening die wordt gehouden ten behoeve van de betaling van loonbelasting, omzetbelasting en sociale verzekeringspremies. 

Reikwijdte van het verbod op uitsluiting en belemmering van overdracht van geldvorderingen  

Lid 2 van artikel 3:83 BW ziet op vorderingsrechten in zijn algemeen. Het verpandings- en overdraagbaarheid verbod van lid 3 ziet specifiek op geldvorderingen op naam. Daarnaast geldt het verbod enkel voor geldvorderingen op naam die voortkomen uit de uitoefening van een beroep of bedrijf. Geldvorderingen op naam van consumenten zijn daarmee uitgesloten van het verbod.  

Lid 3 ziet niet enkel op afspraken die overdracht of verpanding uitsluiten, maar ook op afspraken die overdracht of verpanding tegengaan. Het ziet dus niet alleen op goederenrechtelijke en verbintenisrechtelijke onoverdraagbaarheidsbedingen, maar ook op afspraken die de overdracht of verpanding bemoeilijken. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat hierbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan bedingen die een boete zetten op het overdragen of verpanden van geldvorderingen.4 Ook geheimhoudingsclausules die zijn opgenomen teneinde overdracht of verpanding te bemoeilijken zijn niet langer toegestaan. Ook het volgende beding wordt als voorbeeld genoemd van afspraken die vanaf 1 juli 2025 nietig zijn: 

zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever is het de opdrachtnemer verboden om vorderingen die hij op grond van de overeenkomst heeft of zal verkrijgen, aan derden te cederen, te verpanden of anderszins over te dragen. Ten aanzien van deze vorderingen is overdraagbaarheid uitgesloten als bedoeld in artikel 3:83 lid 2 BW, welke uitsluiting goederenrechtelijk effect heeft.  

Het verbod van lid 3 ziet zowel op de afspraak in de eerste zin (“zonder voorafgaande toestemming”) als op die in de tweede zin (“overdraagbaarheid uitgesloten”). De afspraak tussen partijen dat vorderingen enkel na toestemming mogen worden overdragen beoogt immers verpanding of overdracht te bemoeilijken. Dit betekent dat partijen sterk worden geraakt in de contractsvrijheid. Er kunnen immers tal van redenen zijn waarom partijen de overdracht of verpanding uitsluiten. Het gevolg is dat een debiteur ineens geconfronteerd kan worden met een andere crediteur.  

Nietigheid, ook voor bestaande afspraken! 

Vanaf 1 juli 2025 geldt dat alle afspraken die een overdracht of verpanding uitsluiten dan wel tegengaan, nietig zijn. Voor alle bestaande afspraken is een overgangstermijn van drie maanden opgenomen (1 oktober 2025). Partijen hebben daarmee drie maanden de tijd om bestaande afspraken te herzien.  

 Lid 3 geeft verder aan dat het beding tussen schuldeiser en schuldenaar dat ertoe strekt de overdraagbaarheid of verpandbaarheid van een geldvordering geheel of gedeeltelijk uit te sluiten dan wel vervreemding of verpanding ervan tegen te gaan, nietig is. Wat heeft dit voor gevolgen voor afspraken die inhouden dat, bijvoorbeeld, zonder voorafgaande toestemming van wederpartij, de vorderingen uit hoofde van de overeenkomst niet overgedragen of verpand mogen worden? Het verbod uit lid 3 ziet immers alleen op geldvorderingen en niet op vorderingen in het algemeen. Uit de memorie van toelichting volgt dat in dat geval het gevolg partiële nietigheid is, namelijk op grond van artikel 3:41 BW.   

Aanpassing mededelingsvereiste 

Zoals aangegeven geldt ook voor bestaande overeenkomsten met een onoverdraagbaarheidsbeding dat, per 1 oktober 2025, geldvorderingen toch verpandt en overgedragen kunnen worden. Omdat voor de debiteur van de vordering duidelijk moet zijn aan wie betaald moet worden, geldt dat de mededeling van verpanding of overdracht enkel nog schriftelijk gedaan kan worden.5 Hiervoor zal  aan artikel 3:94 en 3:239 BW een vijfde lid worden toegevoegd. Mocht de mededeling niet schriftelijk zijn gedaan, dan heeft zij geen rechtsgevolg. Dit betekent dat een openbare cessie of verpanding niet leidt tot een overdracht of pandrecht. Een stille cessie of verpanding kan niet aan de debiteur worden tegengeworpen. 

Dit schriftelijkheidsvereiste geldt alleen voor de cessie- of verpanding van geldvorderingen waarvan in de onderliggende overeenkomst een onoverdraagbaarheidsbeding is opgenomen. Indien dat niet het geval is, is de mededeling (nog steeds) vormvrij.  

Impact Wet OV op contractsvrijheid en praktijkvoering

Gezien de Wet OV zal het lastig zijn voor partijen om grip te krijgen op de overdracht en verpanding van geldvorderingen. Afspraken die overdracht of verpanding tegengaan (bemoeilijken) zijn immers nietig. Tegelijkertijd kunnen er goede redenen zijn de overdracht of verpanding te willen beperken. Bijvoorbeeld binnen groepsverband, bij overeenkomsten tussen overheden en ondernemingen en bij overeenkomsten die dusdanig met elkaar samenhangen dat het de bedoeling is dat toekomstige vorderingen met elkaar verrekend kunnen worden. Per geval zal er een passende oplossing gevonden moeten worden.  

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Dan kunt u altijd contact opnemen met een van onze specialisten.

Gerelateerd