1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Discussie in juridische wetenschap medebepalend voor de hoogte van het smartengeld

Discussie in juridische wetenschap medebepalend voor de hoogte van het smartengeld

Het lijkt erop dat de discussie in de wetenschap steeds meer een rol gaat spelen bij de vaststelling van de hoogte van het smartengeld. In een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant wordt wederom gewezen op de discussie die in de wetenschap wordt gevoerd over de hoogte van het smartengeld in Nederland.Feiten & omstandigheden Tijdens een galblaasoperatie wordt bij verzoekster een medische fout gemaakt. Als gevolg hiervan ondervindt zij nog steeds een aantal medische klachten/beperkingen....
Leestijd 
Auteur artikel Sanne Rutten (uit dienst)
Gepubliceerd 25 juli 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het lijkt erop dat de discussie in de wetenschap steeds meer een rol gaat spelen bij de vaststelling van de hoogte van het smartengeld. In een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant wordt wederom gewezen op de discussie die in de wetenschap wordt gevoerd over de hoogte van het smartengeld in Nederland.

Feiten & omstandigheden

Tijdens een galblaasoperatie wordt bij verzoekster een medische fout gemaakt. Als gevolg hiervan ondervindt zij nog steeds een aantal medische klachten/beperkingen. Verzoekster is daarom een deelgeschil gestart. Het onderwerp van het deelgeschil spitst zich toe op de omvang van de vergoeding van het smartengeld.

Beide partijen wijzen op een uitspraak uit de Smartengeldgids, maar verzoekster wijst er tevens op  – onder verwijzing naar recente literatuur – dat het bij het begroten van het smartengeld niet voldoende is om enkel acht te slaan op reeds in rechterlijke uitspraken toegewezen bedragen. De rechter gaat hierin mee. Aangegeven wordt dat het doel van smartengeld is smart te compenseren. Het dient ter vervanging van wat het slachtoffer heeft verloren, compensatie te bewerkstelligen voor het leed dat men (dagelijks) ondervindt. Verder oordeelt de rechtbank als volgt:

“Wil smartengeld deze compenserende functie behouden, dan is naar het oordeel van de rechtbank nodig om bij de begroting daarvan - en dus bij de waardering van het door het slachtoffer ervaren verdriet, de pijn en derving van levensvreugde - tevens acht te slaan op de maatschappelijke constellatie waarin een en ander plaatsvindt. De rechtbank wijst in dit verband op de discussie die al enige tijd gaande is in de juridische wetenschap en (letselschade-) praktijk (in het bijzonder op de bijdragen van prof. mr. C.C. van Dam, prof. mr. N. Frenk, prof. mr. G. de Groot, mr. Chr.H. van Dijk en prof. mr. S.D. Lindenbergh in het in 2013 uitgegeven themanummer van het tijdschrift Verkeersrecht).”

In de literatuur wordt onder andere gewezen op maatschappelijke ontwikkelingen die een verhoging van de toe te kennen smartengeldbedragen rechtvaardigen. Er zou sprake zijn van een veranderende subjectieve gevoelswaarde van geld, een toegenomen aandacht voor onrecht en groei van de economie. Ook aan het feit dat in de ons omringende landen significant hogere smartengeldvergoedingen worden toegekend wordt een argument ontleend om de toe te kennen smartengeldbedragen te verhogen. Wat de groei van de economie betreft, kun je je afvragen of het in een tijd waarin sprake is van een economische crisis, voor de hand ligt om op grond daarvan tot een verhoging van het te vergoeden smartengeld te komen. Ten aanzien van de overige aspecten kun je je overigens ook afvragen of die een verhoging van de smartengeldbedragen rechtvaardigen.

De uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant toont ver gelijkenis met een  arrest  van het hof Arnhem-Leeuwarden  van 14 januari 2014. Over laatstgenoemd arrest is op deze kennispagina reeds een artikel verschenen.