Zzp-beleid: een streep door twee van de drie aangekondigde maatregelen
Op 9 juli 2019 informeerden wij u over de voorgenomen maatregelen rondom het Zzp-beleid. Deze maatregelen zouden de positie van zelfstandigen verbeteren, de rechtsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer verduidelijken en beide partijen meer zekerheid bieden over het al dan niet bestaan van een dienstbetrekking. In totaal werden drie maatregelen voorgesteld:
- een minimumuurtarief voor zzp’ers van € 16 per uur;
- een zelfstandigenverklaring voor zzp’ers met een hoog uurtarief; en
- een webmodule om te beoordelen of gewerkt wordt buiten dienstbetrekking: de opdrachtgeversverklaring
Naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie EU heeft Jaleesa van den Hof u op 16 augustus 2019 geïnformeerd over de mogelijke Europeesrechtelijke bezwaren tegen de eerste maatregel; een minimumtarief voor zzp’ers.
Inmiddels blijkt uit de Kamerbrief Voortgangsbrief 'werken als zelfstandige’ dat uit diverse (uitvoeringstoetsen), gesprekken met het veld, het advies van de Commissie Regulering van werk en de internetconsultatie een aanzienlijk aantal knelpunten naar voren zijn gekomen ten aanzien van het minimumtarief en de zelfstandigenverklaring. Deze maatregelen zouden voor veel onduidelijkheid zorgen, grote administratieve lasten met zich meebrengen, niet uitvoerbaar en handhaafbaar zijn voor de uitvoerende instanties en geen draagvlak hebben. Omdat op dit moment geen goede alternatieven voor deze maatregelen voorhanden zijn, heeft het kabinet besloten deze twee maatregelen niet verder uit te werken. Dit betekent dat er geen minimumtarief voor zzp’ers zal komen en ook geen zelfstandigenverklaring voor zzp’ers met een hoog uurtarief. Het totaalpakket aan maatregelen en mogelijke nieuwe maatregelen wordt in hoofdstuk 3 van de Kamerbrief uiteengezet. De volledige Kamerbrief vindt u hier.
De webmodule wordt verder uitgewerkt
In tegenstelling tot het minimumtarief voor zzp’ers en de zelfstandigenverklaring, wordt de webmodule wél verder uitgewerkt. Met de webmodule kan duidelijkheid worden verkregen op de vraag of in een individueel geval gewerkt wordt buiten dienstbetrekking. Is dat het geval, dan wordt een opdrachtgeversverklaring verkregen. Daarmee heeft de opdrachtgever zekerheid dat geen loonheffing hoeft te worden ingehouden en afgedragen, maar ook dat geen premies voor werknemersverzekeringen hoeft te worden afgedragen. Uiteraard alleen voor zover de webmodule naar waarheid wordt ingevuld. De webmodule bevindt zich momenteel nog in de testfase, maar zal naar verwachting in het najaar van 2020 in een pilot vrijwillig te consulteren zijn.
Handhaving
Tot slot: de handhaving van de Wet DBA. Zoals wij u reeds hebben bericht is de handhaving van de Wet DBA vanwege de oorspronkelijk aangekondigde maatregelen opgeschort tot 1 januari 2021. Tot die tijd wordt alleen gehandhaafd indien sprake is van kwaadwillendheid (er moet dan sprake zijn van een (fictieve) dienstbetrekking en evidente of opzettelijke schijnzelfstandigheid) en wanneer opdrachtgevers de aanwijzingen van de Belastingdienst niet opvolgen binnen een redelijke termijn.
De Kamerbrief brengt hierin geen wijziging. Wel wordt genoemd dat na het zomerreces uitvoering zal worden gegeven aan de motie Palland. Dit betekent dat het kabinet vanaf dan halfjaarlijks zal rapporteren over de uitvoering van het toezicht op arbeidsrelaties. In het najaar van 2020 zal het kabinet een beslissing nemen op de vraag of het handhavingsmoratorium al dan niet verlengd zal worden.
Conclusie
Met deze blog hebben wij u kort voorzien van de belangrijkste ontwikkelingen rondom het Zzp-beleid en de aangekondigde maatregelen. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de vervolgstappen in het zelfstandigendossier. Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog over zelfstandigen of het Zzp-beleid? Neem dan gerust contact met ons op via 024 – 381 31 22.