1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Europese Commissie: Green Deal voor laadpalen is verenigbaar met de interne markt

Europese Commissie: Green Deal voor laadpalen is verenigbaar met de interne markt

In een eerst recent gepubliceerd besluit van 11 augustus 2015, heeft de Europese Commissie de Rijksbijdrage voor de realisatie van openbaar toegankelijke laadinfrastructuur voor elektrische auto’s (laadpalen) verenigbaar verklaard met de interne markt. Dit betekent dat decentrale overheden steun kunnen verlenen voor de bouw en exploitatie van laadpalen zonder in strijd te handelen met de staatssteunregels. Green Deal voor laadpalenMet de Green Dealaanpak wil de Nederlandse overheid ruimte gev...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 22 februari 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In een eerst recent gepubliceerd besluit van 11 augustus 2015, heeft de Europese Commissie de Rijksbijdrage voor de realisatie van openbaar toegankelijke laadinfrastructuur voor elektrische auto’s (laadpalen) verenigbaar verklaard met de interne markt. Dit betekent dat decentrale overheden steun kunnen verlenen voor de bouw en exploitatie van laadpalen zonder in strijd te handelen met de staatssteunregels.

Green Deal voor laadpalen
Met de Green Dealaanpak wil de Nederlandse overheid ruimte geven aan vernieuwende initiatieven uit de samenleving om zo de transitie naar een duurzame economie te versnellen. De Green Dealaanpak beoogt barrières weg te nemen die de verwezenlijking van duurzame initiatieven belemmeren. Sinds de start in 2011 zijn er in Nederland meer dan 190 Green Deals getekend.

Doel van de Green Deal voor laadpalen is om samen met ketenpartners te komen tot een landelijk dekkend netwerk van laadpalen. Op dit moment zijn de kosten nog te hoog en opbrengsten te laag voor marktpartijen om als enige te investeren. De steunregeling biedt hiervoor twee oplossingen: (i) het Nationaal Kenniscentrum Laadinfrastructuur (NKL), dat projecten uitvoert die de kosten van laadpalen omlaag brengen en (ii) een Rijksbijdrage (de steunregeling) voor gemeenten die met bedrijven investeren in laadinfra.

De Rijksbijdrage heeft de vorm van een zogenaamde “decentralisatieuitkering”; het Rijk betaalt aan decentrale overheden een bijdrage (in het eerste jaar van de Green Deal maximaal € 900,--, in het tweede jaar maximaal € 600,-- en in het laatste jaar maximaal € 300,-- per laadpaal) voor het realiseren van het  landelijk dekkend netwerk van laadpalen. Decentrale overheden moeten de Rijksbijdrage, die zij vóór 1 mei 2016 dienen aan te vragen bij de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), minimaal te verdubbelen.

De totale overheidsbijdrage kan door de decentrale overheid op drie verschillende manieren worden verleend aan laadpaalexploitanten: door middel van (i) een opdracht, (ii) een concessie of (iii) een subsidie. Aan de financiering zijn wel voorwaarden verbonden: Zo mag de exploitatie van de laadpalen voor niet langer dan tien jaar worden toegewezen en dient de eigendom van de laadpaal na afloop van de exploitatieperiode te berusten bij de decentrale overheid. Verder mag het totale steunbedrag per laadpaal niet meer bedragen dan € 5.000,-- voor de palen waarvoor in het eerste jaar een bijdrage wordt gevraagd en moeten laadpaalexploitanten zelf minimaal € 500,-- per laadpaal bij te dragen.

Beoordeling door de Commissie
De steunregeling is volgens de Europese Commissie aan te merken als staatssteun aangezien het ondernemers (de laadpaalexploitanten) een selectief voordeel verschaft dat wordt gefinancierd door zowel de Rijksoverheid als decentrale overheden. Laadpaalexploitanten zijn blootgesteld aan concurrentie binnen de Europese Unie. Tegelijk moeten de laadpalen op grond van de steunregeling in Nederland staan. Daardoor is het waarschijnlijk dat de steunregeling een invloed zal hebben op de mededinging en het handelsverkeer tussen lidstaten.

De Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2014-2020 zijn niet van toepassing op staatssteun voor laadpalen. Derhalve toetst de Europese Commissie de steunregeling rechtstreeks aan artikel 107 lid 3 sub c Verdrag betreffende de werking de Europese Unie (VWEU) en komt daarbij tot de slotsom dat de regeling toelaatbaar is.

De Europese Commissie stelt allereerst vast dat de steunregeling is gericht op een welomschreven doelstelling van gemeenschappelijk belang. Elektrificatie van het vervoer (elektromobiliteit) is een prioriteit in het communautaire onderzoeksprogramma. Het heeft ook een prominente plaats gekregen in het Europees economisch herstelplan dat in november 2008 werd gepresenteerd, in het kader van het "Europees initiatief voor groene auto's". Een ruimer gebruik van elektromobiliteit zal niet alleen broeikasgasemissies doen dalen, maar zal ook de luchtkwaliteit aanzienlijk helpen te verbeteren. De steunregeling stelt Nederland tevens in staat om haar 2020 doelstelling van 10% energie uit hernieuwbare energiebronnen in het vervoer te behalen.

Op de tweede plaats concludeert de Europese Commissie dat de steunregeling goed is ontworpen om de doelstelling van gemeenschappelijk belang te kunnen verwezenlijken. Door het ontbreken van laadinfrastructuur slaat het gebruik van elektrische auto's niet aan en door het geringe aantal auto's wordt geen laadinfrastructuur uitgerold. De steunregeling helpt dit marktfalen aan te pakken en is daar een geschikt instrument voor. De steunregeling heeft bovendien een stimulerend effect, want zonder overheidssteun valt te betwijfelen of laadpaalexploitanten zouden investeren in het plaatsen en exploiteren van nieuwe laadpalen voordat het tekort in de businesscase is gedicht. De steunregeling is ook evenredig aangezien slechts het exploitatietekort worden gedekt, waarbij het maximale steunbedrag tevens in hoogte is beperkt. Bovendien zal het steunbedrag worden  verminderd naarmate de kosten voor het betreden van de markt afnemen. De door de decentrale overheden voor de steunverlening uit te schrijven open en transparante aanbestedingen zullen er verder voor zorgen dat de overheidsbijdrage tot een minimum beperkt blijft.

De verstoring van de mededinging en de gevolgen voor het handelsverkeer zijn gering, aldus de Europese Commissie gering. De steunregeling is in duur en omvang beperkt. Zonder dit soort steunregelingen zouden geen nieuwe openbaar toegankelijke laadpalen worden geplaatst of slechts een beperkt aantal in de enkele gebieden waar de businesscase toelaat deze te plaatsen. De steun zal dus de nieuwe markt voor elektrische auto's helpen te ontwikkelen. Daar komt bij dat de verwachte aanbestedingen marktspelers zullen dwingen om te concurreren voor subsidies per laadpaal, zodat het steunbedrag tot het minimum beperkt zijn.

Slot
Het onderhavige besluit laat weer eens zien dat steunmaatregelingen die niet kunnen profiteren van een groepsvrijstelling en evenmin passen binnen de bestaande richtsnoeren en kaderregelingen voor de beoordeling van staatssteun toch door de Europese Commissie toelaatbaar verklaard kunnen worden. Bij het opzetten van een steunmaatregel hoeven overheden zich dus niet te laten afschrikken door het feit dat de voorgenomen maatregel niet past in een richtsnoer of kaderregeling.