1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Het vrijkomen van asbestdeeltjes van verweerde golfplaten is niet onvoorzien - geen dekking onder milieuschadeverzekering

Het vrijkomen van asbestdeeltjes van verweerde golfplaten is niet onvoorzien - geen dekking onder milieuschadeverzekering

Dat er asbestdeeltjes vrijkomen van verweerde golfplaten is te voorzien, dus is er geen dekking voor de saneringskosten onder de milieuschadeverzekering. De Rechtbank Den Haag oordeelt in een vonnis van 30 mei 2018 dat niet is voldaan aan de omschrijving van ‘emissie’ in de polisvoorwaarden.
Leestijd 
Auteur artikel Annet van Duijn
Gepubliceerd 04 juli 2018
Laatst gewijzigd 04 juli 2018

Kort geleden schreef ik in dit artikel al over een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 25 april 2018, waarin werd bepaald dat de milieuschadeverzekeraar geen dekking behoefde te verlenen voor de sanering van voorzienbaar vrijgekomen asbestdeeltjes als gevolg van een (niet helemaal goed) uitgevoerde asbestsanering.

Op 30 mei 2018 volgde opnieuw een vonnis, van dezelfde rechtbank, waarin wederom is bepaald dat er geen dekking bestond onder de afgesloten milieuschadeverzekering, omdat niet is voldaan aan de omschrijving van ‘emissie’ in de polisvoorwaarden. De casus was anders:

 

Feiten

De eigenaar van een voormalige steenfabriek met bijbehorend terrein wordt in het najaar van 2015 aangeschreven door de Gemeente met het verzoek om een asbestinventarisatierapport aan te leveren. Op basis van een inspectie door de Omgevingsdienst in het voorjaar van 2015 bestond namelijk het vermoeden dat er asbest vrijkwam van verweerde golfplaten op het dak van de steenfabriek, terwijl de dienst op meerdere plaatsen opgeslagen asbestplaten had aangetroffen.

 

Uit het eerste door de eigenaar ingewonnen asbestinventarisatierapport blijkt inderdaad dat er aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van actuele risico’s. Er wordt aanbevolen de golfplaten daken en de besmetting op korte termijn te saneren. Dat gebeurt niet (onmiddellijk).

 

De Omgevingsdienst voert in het voorjaar van 2016 opnieuw een inspectie uit, constateert dat er vermoedelijk sprake is van asbestdeeltjes rondom het hele gebouw en ziet dat vermoeden bevestigd na een analyse van door de dienst genomen monsters. Dat leidt opnieuw tot een aanschrijving van de eigenaar, die ten tweede male een asbestinventarisatierapport laat opstellen. Op basis van dat rapport wordt een Plan van Aanpak voor de sanering (vermoedelijk met kostenraming) opgesteld.

 

De eigenaar dient een claim in bij zijn milieuschadeverzekeraar Reaal, die een expert benoemt. De expert vermeldt in zijn rapport dat een gedeelte van het terrein door middel van vrijgekomen asbestvezels vanaf de verweerde asbestdaken besmet is en gesaneerd zal moeten worden.

 

Reaal weigert dekking, stellende dat het loskomen van asbestdeeltjes van oude golfplaten een bekend probleem is en niet onvoorzien, zoals vereist voor dekking onder de milieuschadeverzekering. Reaal meent dat sprake is van geleidelijke degradatie van de asbesthoudende dakbedekking, die voorkomen kan worden door regulier onderhoud.

De eigenaar is het met die lezing niet eens en start een procedure.

 

De procedure

Aanvankelijk is tegen Reaal zogenoemd verstek verleend, omdat zij zich na de dagvaarding niet bij de Rechtbank had laten vertegenwoordigen door een advocaat. Reaal is bij verstekvonnis veroordeeld om een uitkering onder de milieuschadeverzekering te doen aan de eigenaar. Vervolgens is Reaal alsnog in zogenoemd verzet gekomen tegen het verstekvonnis. In een dergelijke verzetprocedure mogen partijen alsnog het volledige debat voeren.

 

Reaal stelt zich primair op het standpunt dat geen sprake is van een emissie in de zin van de polisvoorwaarden, gedefinieerd als: ‘Het onvoorzien vrijkomen van gassen, vloeistoffen en/of fijn verdeelde stoffen.’

De eigenaar heeft verweer gevoerd, onder meer door te stellen dat onbekend is wat precies de oorzaak van het vrijkomen van de asbestvezels is geweest.

 

De beslissing

De Rechtbank neemt op basis van de asbestinventarisatierapporten en bij gebreke van concrete aanwijzingen voor een andere oorzaak als vaststaand aan, dat het gaat om asbest dat is vrijgekomen uit de golfplaten. De schade die het gevolg is van dit vrijkomen valt onder de dekking van de polis, voor zover dit vrijkomen als onvoorzien kan worden beschouwd.

 

Voor de uitleg van het begrip ‘onvoorzien’ sluit de Rechtbank in navolging van partijen aan bij een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 7 oktober 2014, over een waterschade in een verhuurd pand waarin een hennepkwekerij was gevestigd. Aan de hand van de Haviltex-maatstaf en het feit dat partijen niet hebben onderhandeld over de betreffende voorwaarde is het Hof uitgegaan van een taalkundige uitleg.

 

De taalkundige betekenis van het woord ‘onvoorzien’ wordt in het maatschappelijk verkeer gelijk gesteld aan ‘onverwacht’, ‘onverhoeds’, ‘plotseling’, wat wil zeggen dat het moet gaan om schade die een verzekerde niet verwachtte en ook redelijkerwijs niet heeft behoeven te verwachten.

 

En daar gaat het in het onderhavige geval voor de eigenaar mis: bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst had de eigenaar al aangegeven dat in de opstallen asbesthoudend materiaal aanwezig was. Hij had er volgens de Rechtbank dan ook rekening mee moeten houden dat de dakbedekking na verloop van jaren, mede onder invloed van weersomstandigheden, zou gaan desintegreren, waardoor asbest zou vrijkomen.

 

Dat brengt de Rechtbank tot de conclusie dat het redelijkerwijs te verwachten is geweest dat asbestdeeltjes vrij zouden komen van verweerde golfplaten. Verwering is een proces dat door tijdsverloop optreedt, waarbij de mate van verwering mede afhankelijk is van onder meer de weersomstandigheden.

 

De Rechtbank acht niet relevant dat bij een eerdere gemeentelijke controle in 2013 geen asbest was gerapporteerd, omdat het vrijkomen van asbest afhankelijk is van de mate van verwering en niet kan worden geconcludeerd dat het niet redelijkerwijs voorzienbaar was dat dit op een later moment wel zou gebeuren.

 

Evenmin wordt er een spiegelbeelddekking aangenomen met de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven, die een uitsluiting voor schade verband houdende met asbest kent. Volgens de Rechtbank kan het verondersteld aanvullende karakter van de milieuschadeverzekering er niet toe leiden dat een ruimere dekking wordt verleend dan in de polisvoorwaarden is opgenomen.

 

Tot slot verwerpt de Rechtbank het betoog van de eigenaar dat hij de beperking van de dekking niet had behoeven te verwachten. Het uitsluiten van voorzienbare (en daarmee te vermijden) schade is een geenszins ongebruikelijke clausule in verzekeringsovereenkomsten.

 

Kortom: het verzet van Reaal tegen het verstekvonnis heeft succes en de eigenaar dient alsnog zelf op te komen voor de asbestsaneringskosten.

 

Asbestdakenverbod per 2024

Naar verwachting zal de Tweede Kamer nog dit jaar instemmen met de wijziging van de Wet Milieubeheer, waardoor vervolgens het Asbestverwijderingsbesluit kan worden gewijzigd. Alsdan zal per 1 januari 2024 het Asbestdakenverbod in werking treden en zijn eigenaren van gebouwen met asbesthoudende daken verplicht tot sanering over te gaan.

 

Het Asbestdakenverbod wordt ingevoerd, juist met het oog op de omstandigheden die zich in de onderhavige casus voordeden: het einde van de levensduur van asbesthoudende dakbedekking is in zicht en door verwering komen de in beginsel hechtgebonden asbestdeeltjes vrij van de asbesthoudende golfplaten, met een asbestbesmetting tot gevolg.

 

In deze casus greep de overheid in – dat kan ook nu al, mits de toepasselijke normen voor bodem of grondwater zijn overschreden – en dwong de eigenaar tot sanering over te gaan.

De eigenaar kon de saneringskosten niet doorleggen naar zijn milieuschadeverzekeraar.

Een milieuschadeverzekering biedt namelijk alleen dekking voor onvoorzien vrijkomen van asbestdeeltjes (of andere gevaarlijke stoffen). Daarvan is dus volgens de Rechtbank Den Haag in het geval van verweerde golfplaten geen sprake.