1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. MARKTWAARDE IS GEEN DAGWAARDE; Rechtbank Rotterdam 17 april 2015, (ECLI:NL:RBROT:2015:2390)

MARKTWAARDE IS GEEN DAGWAARDE; Rechtbank Rotterdam 17 april 2015, (ECLI:NL:RBROT:2015:2390)

Op 17 april jl. wees de kantonrechter Rotterdam een aardig eindvonnis in een aanrijdingszaak, waarbij schade aan een motorvoertuig was ontstaan. De kantonrechter had eerder in deze procedure bij tussenvonnis geoordeeld dat de bestuurster van een ander bij de aanrijding betrokken motorvoertuig en haar verzekeraar schadeplichtig waren (door hen werd in eerste instantie de aansprakelijkheid betwist). In het eindvonnis ging het nog enkel om de vraag hoe de omvang van die schade moest worden bepaa...
Leestijd 
Auteur artikel René Wildenburg
Gepubliceerd 07 mei 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Op 17 april jl. wees de kantonrechter Rotterdam een aardig eindvonnis in een aanrijdingszaak, waarbij schade aan een motorvoertuig was ontstaan. De kantonrechter had eerder in deze procedure bij tussenvonnis geoordeeld dat de bestuurster van een ander bij de aanrijding betrokken motorvoertuig en haar verzekeraar schadeplichtig waren (door hen werd in eerste instantie de aansprakelijkheid betwist). In het eindvonnis ging het nog enkel om de vraag hoe de omvang van die schade moest worden bepaald, nadat de schadelijdende partij eerder bij tussenvonnis door de kantonrechter was opgedragen om het bewijs van de schade in de procedure te leveren.

Voorafgaand aan de procedure had er geen schadetaxatie (expertise) plaatsgevonden. Dit nu de aansprakelijkheidsverzekeraar en haar verzekerde van het andere bij de aanrijding betrokken motorrijtuig bij hoog en laag volhielden dat zij niet schadeplichtig waren. Desalniettemin heeft de kantonrechter toch - ondanks dat dit laatste standpunt in de procedure ten onrechte bleek - in de procedure de schadelijdende partij belast met het bewijs in verband met de omvang van de schade. Die had dus ook het bewijsrisico.

Om de omvang van de gestelde en gevorderde schade te bewijzen heeft de schadelijdende partij een schadecalculatie in het geding gebracht. Verder zijn er enkele uitdraaien van een website (www.gaspedaal.nl) van - volgens de eisende partij - vergelijkbare auto’s in het geding gebracht waaruit de in de handel voor deze auto’s gevraagde prijs (marktprijs) bleek.

De kantonrechter heeft de schadecalculatie en voornoemde uitdraaien als onvoldoende bewijs terzijde geschoven. De schadecalculatie was namelijk van zo’n tien maanden na de aanrijding waar het hier om ging en volgens de kantonrechter kon dan niet worden uitgesloten dat er na die aanrijding nog meer schade was ontstaan die niets met de aanrijding van doen had.

Ook de uitdraaien van het internet werden als onvoldoende bewijs beoordeeld door de kantonrechter. Die was het met de verzekeraar en haar verzekerde eens dat de marktwaarde niet zonder meer de dagwaarde is. En dat is juist. Bij een marktwaarde gaat het er immers om wat de spreekwoordelijke ‘gek’ er voor geeft, terwijl de dagwaarde objectief kan worden bepaald. Op zich gesneden koek, maar voor de praktijk is het toch wel handig dat er weer eens een rechter is die dit op papier zet.

Partijen hadden er overigens goed aan gedaan om voordat zij gingen procederen over de aansprakelijkheidsvraag toch een gezamenlijke expertise te laten uitvoeren. De kosten daarvan zijn immers beperkt en het had na het tussenvonnis waarin de aansprakelijkheidsvraag werd beoordeeld een hoop verder procederen kunnen besparen. Dat had ook kosten gescheeld bij zowel de eisende als de verwerende partij(en). En bovendien hadden partijen dan eerder geweten waar zij aan toe waren.

Deze keer pakte het voor de verzekeraar en haar verzekerde goed uit, maar ik had het me ook heel goed kunnen voorstellen dat de kantonrechter het bewijs van de schadeomvang met het overleggen van enkele uitdraaien voorshands als geleverd had beschouwd nu de verzekeraar ten onrechte (naar achteraf was gebleken) geen expertise had laten verrichten. Het was dan aan de verwerende partijen geweest om de juiste waarde vastgesteld te krijgen. Zij liepen dan het bewijsrisico (dat nu door de voor wat betreft de schuldvraag van de aanrijding in het gelijk gestelde partij werd gelopen). In ieder geval iets voor belangenbehartigers aan de halende kant en verwerende partijen om bij stil te staan.