1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Meer coulance van de bank in crisistijd: ja of nee?

Meer coulance van de bank in crisistijd: ja of nee?

Mag van een bank in tijden van crisis meer coulance verwacht worden? Gezien recente uitspraken van onder andere de voorzieningenrechters te Amsterdam en te Roermond lijkt deze vraag met een ‘ja’ te kunnen worden beantwoord. Uit de uitspraken volgt  dat het voor de executerende bank het van belang is om voorstellen van de schuldenaar om de executie te voorkomen niet zomaar af te slaan. Laat de bank dit na, dan kan het haar wel eens duur komen te staan.Wettelijk kaderIndien huiseigenaren (de hy...
Leestijd 
Auteur artikel Floris Pels Rijcken (uit dienst)
Gepubliceerd 12 mei 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Mag van een bank in tijden van crisis meer coulance verwacht worden? Gezien recente uitspraken van onder andere de voorzieningenrechters te Amsterdam en te Roermond lijkt deze vraag met een ‘ja’ te kunnen worden beantwoord. Uit de uitspraken volgt  dat het voor de executerende bank het van belang is om voorstellen van de schuldenaar om de executie te voorkomen niet zomaar af te slaan. Laat de bank dit na, dan kan het haar wel eens duur komen te staan.

Wettelijk kader
Indien huiseigenaren (de hypotheekgevers) niet meer aan hun betalingsverplichtingen jegens de financier/bank (de hypotheeknemers) voldoen heeft de hypotheeknemer het recht om de woning te verkopen op een executieveiling. Dit recht van parate executie is een verstrekkend recht. Uit de wet (artikel 3:268 Burgerlijk Wetboek) volgt dat het een bank in beginsel vrij staat om te bepalen op welke moment zij tot executoriale verkoop overgaat indien de huiseigenaar in verzuim is. Dit kan anders zijn als de bank door uitoefening van deze bevoegdheid misbruik van haar recht maakt dan wel in strijd handelt met haar verplichtingen tot schadebeperking en zorgvuldigheid jegens de huiseigenaar/schuldenaar.

Naast het recht van parate executie - dat onlosmakelijk verbonden is met het hypotheekrecht-  bedingt de bank vrijwel altijd een huur-, beheer-, en ontruimingsbeding. Op grond van deze bedingen hoeft de bank met een eventuele huurder geen rekening te houden en kan de bank het (verhypothekeerde) pand ontruimen en in beheer nemen. Het traject van openbare executie gaat vrijwel altijd gepaard met het inroepen van deze bedingen door een verzoek daartoe te doen aan de voorzieningenrechter.

Invloed huidige economische crisis
Het is de vraag of de huidige economische crisis gewicht in de rechterlijke schaal legt, bij de afweging van de belangen van de betrokkenen. In een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam werd geoordeeld dat in economisch zware tijden meer coulance mag worden verwacht van een bank dan in economisch goede tijden (zie ook het artikel van Ruben Berentsen over deze uitspraak). De bank zou, volgens de voorzieningenrechter, tot het uiterste moeten gaan alvorens het middel van openbare veiling in te zetten. Een hoopgevende uitspraak  voor de in zwaar weer verkerende huiseigenaren. De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland overwoog echter bij vonnis van  2 oktober 2013 dat hij de stelling van de rechtbank Amsterdam, te weten dat van banken in deze tijden meer coulance verwacht mag worden, niet voor zijn rekening durft te nemen. Voorts is de uitspraak van de Amsterdamse rechter op veel kritiek in de literatuur komen te staan.

In een onlangs door ondergetekende gevoerd kort geding heeft de rechter evenwel navolging gegeven aan de uitspraak van de Amsterdamse voorzieningenrechter. In deze (nog) niet gepubliceerde uitspraak overwoog de Roermondse voorzieningenrechter (uitspraak van 17 april 2014, zaaknummer C/03/190172/ KG ZA 14-188) het volgende.

“In lijn met hetgeen de voorzieningenrechter te Amsterdam heeft overwogen is de voorzieningenrechter verder van oordeel dat in deze moeilijke economische tijden, waarin voor veel mensen de hypotheekschuld hoger is dan de waarde van het huis, van een bank meer coulance mag worden verwacht dan in economisch goede tijden. (…)”

De voorzieningenrechter te Roermond heeft vervolgens de bank bevolen om de executie te staken. In dit kort geding werd tevens gevorderd de bank te verbieden om gebruik te maken van het huur-, beheers- en ontruimingsbeding. Opvallend detail hierbij is dat de bank reeds een goedkeurende beschikking van de voorzieningenrechter had om deze bedingen in te roepen. De voorzieningenrechter te Roermond oordeelde dat de bank geen belang had bij het inroepen van deze bedingen, nu de tenuitvoerlegging van de beschikking (lees: het  huur-, beheers- en ontruimingsbeding) het bevel om de openbare verkoop te staken zou doorkruisen. Oftewel: de bank heeft geen belang bij de tenuitvoerlegging van deze bedingen, indien de openbare verkoop niet doorgaat (zie in dit kader ook de uitspraak van het Hof Den Bosch d.d. 11 december 2007, ECLI:NL:GHSE:2007:BC2074).

Zorgplicht bank
In het kader van de executie is de zorgplicht van de bank jegens de hypotheekgevers/huiseigenaren tevens van belang. Deze zorgplicht houdt verband met de maatschappelijke functie die een bank vervult in het kader van (onder andere) kredietverstrekking. Deze zorgplicht strekt zich tevens uit tot de executie fase en kan ertoe leiden “dat de bank niet tot executie mag overgaan zonder voorafgaand overleg over voorstellen van de hypotheekgever die ertoe strekken een hogere opbrengst voor het te executeren goed te verkrijgen” (zie Hof Den Bosch 14 oktober 2010, JOR 2010/292, r.o. 4.3.2). In de voornoemde uitspraak van de voorzieningenrechter te Roermond werd overwogen dat het “niet gepast is dat zijdens de Bank niet meer wordt gereageerd op de brieven” waarin de schuldenaar voorstellen doet. Kortom, een belangrijk onderdeel van de zorgplicht van de bank tijdens de executiefase is het blijven communiceren met de schuldenaar/huiseigenaar; met name waar de communicatie betrekking heeft op (redelijke) voorstellen van de schuldenaar/huiseigenaar.