1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Ongevallen op de skipiste (II)

Ongevallen op de skipiste (II)

In het op deze kennispagina gepubliceerde artikel ‘Ongevallen op de skipiste, een aansprakelijkheidsdilemma’ van 20 februari 2012 is de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 23 februari 2011 (LJN: BP5822) aangehaald. Tegen die uitspraak is appel ingesteld en het hof Leeuwarden heeft op 26 juni jl. arrest in die zaak gewezen (LJN: BW9768).De rechtbank Leeuwarden oordeelde in haar tussenvonnis van 23 februari 2011 dat de FIS-regels een nadere uitwerking zijn van de zorgvuldigheidsnorm en da...
Leestijd 
Auteur artikel Judith van der Winden-van der Vlies
Gepubliceerd 27 juli 2012
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In het op deze kennispagina gepubliceerde artikel ‘Ongevallen op de skipiste, een aansprakelijkheidsdilemma’ van 20 februari 2012 is de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 23 februari 2011 (LJN: BP5822) aangehaald. Tegen die uitspraak is appel ingesteld en het hof Leeuwarden heeft op 26 juni jl. arrest in die zaak gewezen (LJN: BW9768).

De rechtbank Leeuwarden oordeelde in haar tussenvonnis van 23 februari 2011 dat de FIS-regels een nadere uitwerking zijn van de zorgvuldigheidsnorm en dat het afhangt van de omstandigheden van het geval of aansprakelijkheid kan worden aangenomen.

Wel gaf de rechtbank aan dat van een overtreding van een zorgvuldigheidsnorm sprake is, indien komt vast te staan dat [Y] op een afstand van slechts 1 à 2 meter (schuin) achter [X] heeft aangeskied waardoor [Y] [X] heeft blootgesteld aan een groter gevaar dan hij in de gegeven omstandigheden behoefde te verwachten. Immers, bij een afstand van slechts 1 à 2 meter tussen twee skiërs is in het geval van een verkeerde manoeuvre van een van beiden of van een ander het risico van een botsing voorzienbaar. Dit moest [X] echter nog wel aan tonen. Dat heeft hij volgens de rechtbank niet gedaan en vervolgens is [X] van het vonnis (alsmede het – niet gepubliceerde – eindvonnis van 28 september 2011) in beroep gekomen.

Het hof heeft het standpunt van de rechtbank gevolgd en heeft geoordeeld dat een enkele overtreding van de FIS-regels niet meebrengt dat [Y] jegens [X] onrechtmatig heeft gehandeld. [X] en [Y] waren niet toevallig op hetzelfde moment op de skipiste aanwezig, maar skieden al enkele dagen samen waarbij zij afwisselend vooraan, in het midden of achteraan skieden. Het hof is daarom van oordeel dat er voor wat betreft de onderlinge verhoudingen tussen [X] en [Y] sprake was van een sport- en spelsituatie.

Met andere woorden: als [Y] al de FIS-regels zou hebben overtreden, dan betekent dit niet zonder meer dat hij zich daarmee heeft gedragen op een wijze die [X] niet van hem hoefde te verwachten. Of dat het geval is, is afhankelijk van de andere omstandigheden van het geval.

Het hof heeft, na een beoordeling van die omstandigheden van het geval, de uitspraken van de rechtbank Leeuwarden bekrachtigd.