1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Onjuist advies bank bij renteswap

Onjuist advies bank bij renteswap

Over onjuiste advisering in het kader van renteswaps is veel te doen. Onlangs heeft ‘financieel activist’ Lakeman ABN AMRO gedagvaard vanwege de verkoop van – naar zijn zeggen – ondeugdelijke renteswaps aan MKB’ers. Dit is geen geïsoleerd incident. De rechtbank Amsterdam heeft zich recentelijk tevens gebogen over een renteswapkwestie (Rechtbank Amsterdam 1 oktober 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:6594, NJF 2015/16). Het oordeel van de rechter pakte niet goed uit voor de bank.De zaak A heeft met bank...
Leestijd 
Auteur artikel Floris Pels Rijcken (uit dienst)
Gepubliceerd 13 januari 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Over onjuiste advisering in het kader van renteswaps is veel te doen. Onlangs heeft ‘financieel activist’ Lakeman ABN AMRO gedagvaard vanwege de verkoop van – naar zijn zeggen – ondeugdelijke renteswaps aan MKB’ers. Dit is geen geïsoleerd incident. De rechtbank Amsterdam heeft zich recentelijk tevens gebogen over een renteswapkwestie (Rechtbank Amsterdam 1 oktober 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:6594, NJF 2015/16). Het oordeel van de rechter pakte niet goed uit voor de bank.

De zaak
A heeft met bank Y een kredietovereenkomst gesloten ter financiering van een nieuwbouwproject. De looptijd van de kredietovereenkomst was vijf jaar, waarbij een rentepercentage werd betaald gelijk aan de driemaand Eurobor-rente, verhoogd met 1%. Bank X heeft A vervolgens geadviseerd om met haar een renteswapovereenkomst te sluiten, teneinde het risico van rentestijgingen (in het kader van de kredietovereenkomst met bank Y) te beperken.

A sluit naar aanleiding van voornoemd advies de renteswapovereenkomst met bank X. De renteswapovereenkomst heeft echter een looptijd van zes jaar, waardoor er een ‘mismatch’ ontstaat met de kredietovereenkomst met bank Y, welke overeenkomst een looptijd kent van vijf jaar. Het laatste jaar dat de renteswap doorloopt heeft derhalve een louter speculatief karakter, welk karakter niet past bij het doel dat met de renteswap beoogd werd.

A heeft vermogensschade geleden vanwege het feit dat de (duur van de) renteswapovereenkomst niet aansloot op de (duur van de) kredietovereenkomst met bank Y. In een procedure bij de rechtbank vordert A de geleden schade bij bank X.

Rechtbank
De rechtbank stelt vast dat bank X als adviseur van A heeft opgetreden. In dit kader geldt dat op de bank een zorgplicht rust. Beoordeeld moet worden of bank X die zorgplicht heeft geschonden.

Het doel van de renteswap was enkel en alleen het risico van rentestijgingen in de kredietrelatie tussen A en bank Y te beperken. Dat in het onderhavige geval een renteswap werd geadviseerd met een langere looptijd dan in de kredietrelatie tussen A en bank Y is een niet-passend advies geweest. De bank X handelt hierdoor in strijd met zijn zorgplicht. Dat had anders kunnen zijn indien – zoals bank X ook stelt – A van te voren had aangegeven dat hij ervan overtuigd was dat het krediet bij bank Y niet eerder dan binnen zes a zeven jaar is afgelost. Aangezien A dit betwist en bank X geen nader bewijs aandraagt van haar stelling slaagt dit verweer niet. De conclusie is dat bank X tekort is geschoten in haar zorgplicht jegens A.

Bank X voert tot slot een eigen schuldverweer (artikel 6:101 BW) en stelt dat een deel van de schade voor eigen rekening van A dient te komen. De rechtbank overweegt  als volgt. Bank X heeft (voor het moment dat de renteswap inging) A bij brief geïnformeerd over de looptijd van zes jaar en over de gevolgen van een vervroegde afwikkeling. Van A had verwacht mogen worden dat hij kennis zou nemen van deze brief en zo nodig navraag zou doen als hij de informatie niet had begrepen. A had vraagtekens moeten zetten bij de looptijd van de renteswapovereenkomst. Deze omissie aan de zijde van A weegt echter minder zwaar dan het tekortschieten van bank X. De rechter vermindert de vergoedingsplicht met 40%, zodat 60% van de (door A) gevorderde schade wordt toegewezen.

Conclusie
Renteswaps zijn over het algemeen gecompliceerde producten. Een bank moet in zijn advisering volledig zijn en dient haar (potentiële) cliënt in niet voor misvatting verstane bewoordingen te wijzen op de risico’s van dergelijke producten. Meer algemeen geldt dat het van groot belang is om de gegeven waarschuwingen (aan haar cliënt) en de correspondentie daaromtrent minutieus te documenteren. Het maken van telefoonnotities en besprekingsverslagen is geen overbodige luxe en kan het verschil maken in een procedure. Dit gebeurt blijkbaar niet altijd. Indien deze uitspraak tekenend is voor wijze waarop renteswapovereenkomsten tot stand zijn gekomen, dan kan Lakeman wel eens een goede  zaak hebben.