1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Schildersbedrijf deels aansprakelijk voor door werknemer opgelopen blaaskanker

Schildersbedrijf deels aansprakelijk voor door werknemer opgelopen blaaskanker

Het hof 's-Hertogenbosch heeft beslist dat een schildersbedrijf gedeeltelijk aansprakelijk is voor de geleden schade als gevolg van de ziekte en het overlijden van een werknemer. Dit arrest is het vervolg op één van de twee inmiddels bekende arresten van 7 juni 2013 van de Hoge Raad.
Leestijd 
Auteur artikel Annelijn Bloo-Kroes
Gepubliceerd 05 maart 2019
Laatst gewijzigd 05 maart 2019

Achtergrond

De werknemer overleed in 2001 aan de gevolgen van blaaskanker. De dochter heeft het schildersbedrijf aansprakelijk gesteld voor de geleden schade als gevolg van de ziekte en het overlijden van haar vader. Volgens de dochter is haar vader tijdens zijn werk blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen. Het schildersbedrijf zou niet hebben gezorgd voor een goede bescherming daartegen. Het schildersbedrijf betwistte aansprakelijk te zijn.


Er volgde een lange juridische procedure. De zaak diende eerder bij de kantonrechter in Lelystad en het hof Arnhem-Leeuwarden. Dat hof bepaalde dat het schildersbedrijf aansprakelijk was voor de geleden schade en daarom een schadevergoeding moest betalen. Het schildersbedrijf was het daar niet mee eens en ging in cassatie bij de Hoge Raad.

 

Hoge Raad 7 juni 2013

In het arrest van 7 juni 2013 overwoog de Hoge Raad dat het hof Arnhem-Leeuwarden er in zijn eerdere arrest ten onrechte vanuit was gegaan dat voor het antwoord op de vraag of de gezondheidsklachten van de werknemer kunnen zijn veroorzaakt door de blootstelling aan gevaarlijke stoffen, de grootte van de kans daarop niet van belang is. Ook had het hof volgens de Hoge Raad onvoldoende gemotiveerd dat het schildersbedrijf zijn zorgplicht had geschonden. De Hoge Raad heeft de zaak vervolgens verwezen naar het ’s-Hertogenbosch om daar nader onderzoek naar te (laten) doen.

 

Oordeel hof 's-Hertogenbosch

Het hof 's-Hertogenbosch heeft twee deskundigen onderzoek laten doen naar de vraag of verband bestaat tussen de gezondheidsschade van de werknemer en de arbeidsomstandigheden bij het schildersbedrijf. Uit dit deskundigenonderzoek is volgens het hof gebleken dat er een verband bestaat tussen het werk dat de werknemer voor het schildersbedrijf uitvoerde en het ontstaan van de blaaskanker. Bovendien heeft het schildersbedrijf zijn zorgplicht geschonden, zo oordeelt het hof: de ventilatie en de persoonlijke beschermingsmiddelen waren onvoldoende. Ook werd er niet genoeg voorlichting gegeven over de gezondheidsrisico’s die aan de werkzaamheden waren verbonden.

Volgens het hof is de kans dat de blaaskanker is veroorzaakt door het werk als schilder echter te onzeker om het schildersbedrijf volledig aansprakelijk te achten voor de geleden schade. Zo was de man ook bij eerdere werkgevers al in aanraking gekomen met kankerverwekkende stoffen. Het schildersbedrijf is wel gedeeltelijk (proportioneel) aansprakelijk. Het hof schat dat aandeel op 25%.