1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Toedracht arbeidsongeval onduidelijk, zaak niet geschikt voor deelgeschilprocedure

Toedracht arbeidsongeval onduidelijk, zaak niet geschikt voor deelgeschilprocedure

InleidingDe deelgeschilprocedure ex artikel 1019w Rv is ervoor bedoeld om partijen, die bij de buitengerechtelijke afwikkeling van gevallen van letsel en overlijdensschade op één bepaald punt vast zitten in de onderhandelingen (een ‘deelgeschil’), een rechtsingang te bieden waarbij die enkele impasse relatief snel kan worden doorbroken. Partijen kunnen dan verder met de afwikkeling van de schade en hoeven niet een gehele bodemprocedure te starten.Niet alle discussiepunten lenen zich voor beha...
Leestijd 
Auteur artikel Nynke Brouwer
Gepubliceerd 18 mei 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Inleiding

De deelgeschilprocedure ex artikel 1019w Rv is ervoor bedoeld om partijen, die bij de buitengerechtelijke afwikkeling van gevallen van letsel en overlijdensschade op één bepaald punt vast zitten in de onderhandelingen (een ‘deelgeschil’), een rechtsingang te bieden waarbij die enkele impasse relatief snel kan worden doorbroken. Partijen kunnen dan verder met de afwikkeling van de schade en hoeven niet een gehele bodemprocedure te starten.

Niet alle discussiepunten lenen zich voor behandeling in de deelgeschilprocedure. Of een zaak geschikt is voor behandeling in een deelgeschil moet worden beoordeeld aan de hand van een proportionaliteitstoets: zal beslechting van het deelgeschil bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst? Is die bijdrage dan zodanig dat het  opweegt tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure? Is het antwoord op deze beide vragen positief, dan is de zaak in beginsel geschikt om in een deelgeschilprocedure te behandelen.

Het is dus niet de bedoeling van een deelgeschilprocedure om daarin vragen aan de rechtbank voor te leggen die, voor de beantwoording daarvan, nog nader onderzoek en nadere bewijslevering vergen. Zaken waarbij dat aan de orde is, zijn in het algemeen te ingewikkeld en lenen zich dus in de regel niet voor de behandeling in een deelgeschil. Een bodemprocedure ligt dan meer voor de hand.

Praktijkvoorbeeld

Een voorbeeld waarin de zaak te ingewikkeld was om in een deelgeschil te behandelen, is de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 7 mei 2015 (ECLI:NL:RBOBR:2015:2746). Het ging daarbij om een bedrijfsongeval waarbij een werknemer letsel opliep bij het transporteren van postpakketen op een rolcontainer. De werknemer vroeg in het deelgeschil een verklaring voor recht dat de werkgever aansprakelijk was van het door hem opgelopen letsel. In bepaalde gevallen is de vraag om de aansprakelijkheid vast te stellen in een deelgeschil wel mogelijk, ook al beslaat dit meerdere deelaspecten (denk bijvoorbeeld aan de aspecten onrechtmatigheid, causaal verband, schuld en toerekening).

In de zaak tussen de werkgever en de werknemer stelde de werkgever zich op het standpunt dat de feiten en omstandigheden waaronder het ongeval had plaatsgevonden onvoldoende vaststonden en dat daardoor de aansprakelijkheid niet kon worden vastgesteld. De werkgever stelde daartoe onder andere dat de werknemer met betrekking tot de toedracht tegenstrijdige verklaringen had afgelegd. Er kon dus niet worden vastgesteld wat de oorzaak was van het letsel dat de werknemer stelde te hebben opgelopen. De werkgever voerde daarbij aan dat een uitgebreid onderzoek en nadere bewijslevering ten aanzien van de feiten noodzakelijk was om te kunnen vaststellen of sprake was van een tekortkoming in de zorgplicht ex artikel 7:658 BW en als gevolg daarvan van aansprakelijkheid voor de door de werknemer geleden schade. De deelgeschilprocedure leent zich niet voor dergelijk uitgebreide onderzoeken zodat het verzoek van de werknemer volgens de werkgever dient te worden afgewezen, aldus de werkgever.

De rechtbank heeft het standpunt van de werkgever gevolgd. Volgens de rechtbank is de toedracht van het ongeval en de omstandigheden die daaraan vooraf zijn gegaan van essentieel belang voor de vaststelling van aansprakelijkheid van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW en voor de invulling van diens zorgplicht. De rechtbank overweegt dat bij de huidige stand van zaken niet kan worden beoordeeld wat de omvang is van die zorgplicht en dus ook niet of de zorgplicht is geschonden. Het onderzoek dat gedaan zou moeten worden naar de feitelijke omstandigheden en de toedracht is volgens de rechtbank onvoorspelbaar in tijd en intensiteit en dus niet geschikt voor de deelgeschilprocedure. De rechtbank overweegt dat het verzoek van de werknemer niet voldoet aan de proportionaliteitstoets die in het kader van een deelgeschil dient te worden uitgevoerd en wijst het verzoek dan ook af. Omdat niet kan worden vastgesteld dat de werkgever aansprakelijk is, wordt ook het verzoek om de kosten van de deelgeschilprocedure te begroten door de rechtbank afgewezen.