1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Verantwoordelijkheid voor hulppersonen

Verantwoordelijkheid voor hulppersonen

Je ziet het in veel bedrijven en beroepen, de partij die een klus op zich neemt doet niet alles zelf. Vaak is helder voor wiens rekening de kosten van die derde zijn. Stel je contracteert een aannemer, en die aannemer huurt een tegelzetter in, dan betaal je als opdrachtgever gewoon de eigen aannemer en die aannemer regelt het met de tegelzetter. Het zit dan al in de aanneemsom van de aannemer. Maar hoe zit dat met de kosten van een vertaalbureau dat via je accountant je jaarrekening vertaalt?...
Leestijd 
Auteur artikel Joost Bindels
Gepubliceerd 06 mei 2015
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Je ziet het in veel bedrijven en beroepen, de partij die een klus op zich neemt doet niet alles zelf. Vaak is helder voor wiens rekening de kosten van die derde zijn. Stel je contracteert een aannemer, en die aannemer huurt een tegelzetter in, dan betaal je als opdrachtgever gewoon de eigen aannemer en die aannemer regelt het met de tegelzetter. Het zit dan al in de aanneemsom van de aannemer. Maar hoe zit dat met de kosten van een vertaalbureau dat via je accountant je jaarrekening vertaalt? Of de kosten van de deurwaarder die door je advocaat is ingeschakeld?

Dat bij de timmerman de deur kraakt bleek onlangs weer eens uit een op 12 maart 2015 gepubliceerde uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam. Waar ging het om? Een advocaat schakelt ten behoeve van zijn cliënt een Belgische en naderhand een Spaanse advocaat in. Achterliggende kwestie betrof een vordering op de koper van een schip waarvan volgens de verkoper nog een deel betaald moest worden. Vanwege de wisselende verblijfplaats van dat schip was eerst in België en nadien in Spanje gepoogd beslag te leggen op dat schip. Uiteraard moest dat snel nadat bekend was waar het schip op dat moment was. De Nederlandse advocaat schakelde de Belgische advocaat in en die schakelde op zijn beurt de Spaanse advocaat in.

Door de eigenaar van het schip is een bankgarantie gesteld (zodat het schip weer gebruikt kon worden) voor een bedrag van ruim anderhalf miljoen gulden. Dat bedrag is geruime tijd later uitgekeerd aan de Spaanse advocaat, die vervolgens zijn facturen van ruim 450 mille gulden daarmee verrekende en de rest aan de Belgische advocaat overmaakte. De Belgische advocaat verrekent op zijn beurt nog eens ruim een ton guldens aan honorarium en maakt het restant over aan de Nederlandse advocaat. De verkoper van het schip ontvangt uiteindelijk slechts 950 mille waar onder de bankgarantie ruim 1,5 miljoen was uitgekeerd.

Daarop wordt de Nederlandse advocaat door de eigen cliënt aangesproken. Het verwijt is tweeledig: de Nederlandse advocaat wordt verantwoordelijk gehouden voor zijn hulppersonen (de Belgische en de Spaanse advocaat) en daarnaast wordt hem verweten dat hij tekortgeschoten is in het houden van toezicht en het maken van (tarief)afspraken.

De rechtbank wijst de vorderingen tegen de advocaat grotendeels toe omdat de Belgische en de Spaanse advocaat hulppersonen zijn van de Nederlandse advocaat, en die Belgische en Spaanse advocaat zijn op hun beurt in hun verplichtingen tekortgeschoten door hun facturen te verrekenen met de bankgarantie.

Het hof oordeelt dat het op de weg van de advocaat ligt om de omvang van zijn opdracht duidelijk vast te leggen, en waar dat niet is gebeurd is dat voor rekening en risico van de advocaat. Dat de cliënt wel een procesvolmacht voor de Spaanse advocaat had ondertekend maakt dat niet anders volgens het Gerechtshof.

Volgens de Gedragscode voor advocaten van de Europese Gemeenschap is het advocaten niet toegestaan hun facturen te verrekenen met voor de cliënt ontvangen gelden. Nu de Belgische en de Spaanse advocaat dat wel hebben gedaan zijn zij tekort geschoten in de nakoming van hun verplichtingen en daar is de Nederlandse advocaat, nu het zijn hulppersonen zijn, voor verantwoordelijk jegens de cliënt.

Natuurlijk blijft de cliënt wel gehouden de redelijke kosten van die Belgische en Spaanse advocaat te voldoen. De Nederlandse advocaat is echter probleemeigenaar geworden nu hij door het Gerechtshof is veroordeeld om het ontbrekende bedrag, vermeerderd met rente ongeveer 740 mille guldens, aan de (intussen waarschijnlijk: ex) cliënt te voldoen.

Deze uitspraak onderstreept weer eens het belang van een goede vastlegging van de opdracht en de daarbij behorende details. De onfortuinlijke Nederlandse advocaat, juist omwille van de snelheid benodigd bij beslaglegging was er in elk geval aanvankelijk weinig tijd om de precieze taken en kosten van de Belgische en Spaanse advocaat goed vast te leggen of richting de cliënt aan te geven dat de Nederlandse advocaat geen verantwoordelijkheid kon of wilde dragen voor het doen en laten van de door hem ingeschakelde derden, is er niets beter van geworden terwijl de cliënt linksom of rechtsom een Belgische en later een Spaanse advocaat onvermijdelijk nodig had, laat dat helder zien.

Naast het belang van een goede vastlegging is de uitspraak ook interessant voor de vraag hoe het zit met de verzekeringsdekking. Er is een tekortkoming van de advocaat, weliswaar niet zozeer een eigen tekortkoming als wel van een hulppersoon, maar via de band van het onvoldoende toezicht en onvoldoende goed vastleggen van de opdracht is dat ook een tekortkoming, een beroepsfout, van de Nederlandse advocaat. Er is ook schade, de cliënt ontvangt niet het door de bankgarantie uitgekeerde bedrag. Tegelijkertijd is de vergoeding van honoraria doorgaans uitgesloten van dekking op een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. De verrekende bedragen zijn honoraria, echter weer niet van de Nederlandse advocaat. Helaas gaat het arrest daar niet over.

Dat problematieken als deze niet zijn voorbehouden aan advocaten maar ook andere dienstverleners, denk aan accountants en fiscalisten, zal duidelijk zijn. Als u zich dus weer eens geconfronteerd ziet met allerhande opdrachtbevestigingen dan weet u waardoor dat komt, maar ook dat het verstandig is die goed te bestuderen en waar nodig bezwaar te maken tegen de inhoud!