1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Verval van dekking na verzwegen risicoverzwaring: een abc’tje, of toch niet?

Verval van dekking na verzwegen risicoverzwaring: een abc’tje, of toch niet?

Iedere verzekeringnemer is verplicht om vóór het sluiten van de verzekering alle voor hem relevante feiten mee te delen aan de verzekeraar. De verzekeraar kan dan inschatten of en, zo ja, tegen welke voorwaarden hij bereid is het aangeboden risico te verzekeren (art. 7:928 BW).Als lopende de verzekering het risico wijzigt, zal de verzekeraar behoefte hebben aan een herbeoordeling. Polisvoorwaarden verplichten de verzekeringnemer daarom veelal om risicoverzwarende omstandigheden tijdig door te...
Leestijd 
Auteur artikel Pieter Bloemendal
Gepubliceerd 12 september 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Iedere verzekeringnemer is verplicht om vóór het sluiten van de verzekering alle voor hem relevante feiten mee te delen aan de verzekeraar. De verzekeraar kan dan inschatten of en, zo ja, tegen welke voorwaarden hij bereid is het aangeboden risico te verzekeren (art. 7:928 BW).

Als lopende de verzekering het risico wijzigt, zal de verzekeraar behoefte hebben aan een herbeoordeling. Polisvoorwaarden verplichten de verzekeringnemer daarom veelal om risicoverzwarende omstandigheden tijdig door te geven aan de verzekeraar. De sanctie op schending van die plicht is vaak streng: verval van dekking.

Een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2014:5654) laat zien dat de formulering van een dergelijk vervalbeding van groot belang kan zijn bij de vraag of de verzekeraar zich er in een concreet geval met succes op kan beroepen.

De casus
De Gelderse zaak draaide om een landgoed, waarvoor de eigenaar in 2009 een woonhuisverzekering had afgesloten. De eigenaar was voornemens het landgoed te verhuren en had daarom in de polis de bestemming ‘particuliere verhuur’ laten opnemen. De polisvoorwaarden bevatten daarnaast een risicoverzwaringsclausule, waarin “een verandering van […] het gebruik van de woning” uitdrukkelijk als risicoverzwarende omstandigheid werd aangemerkt. In geval van risicoverzwaring gaven de polisvoorwaarden de verzekeraar het recht de verzekering te wijzigen of te beëindigen, terwijl niet melden zou leiden tot verval van dekking.

Medio 2012 brandde het op het landgoed gelegen woonhuis, dat op dat moment werd verhuurd, af. Als oorzaak werd aangewezen warmteoverdracht vanuit de schoorsteen naar het hout en/of het riet aan de buitenkant van de woning. De verzekeraar vergoedde de door de eigenaar geleden inboedel- en opstalschade, waarna de eigenaar het woonhuis liet herbouwen.

Medio 2013 gaf de eigenaar een verandering van het gebruik door: in het nieuwe pand vonden tantrameditatie en yoga plaats. Uit onderzoek van de verzekeraar bleek echter dat die activiteiten ook in 2009 al in het woonhuis plaatsvonden, een bedrijfsmatig karakter hadden en naar het zich liet aanzien behoorden tot de categorie “seksclubs en seksgerelateerde bedrijven”, die in het acceptatiebeleid van de verzekeraar als onacceptabel risico werden aangemerkt.

De verzekeraar beëindigde daarop de verzekering en vorderde de in 2012 uitgekeerde verzekeringspenningen terug van de eigenaar, omdat hij de risicoverzwaring al in 2009 had moeten melden. Nadat de eigenaar terugbetaling had geweigerd, maakte de verzekeraar een procedure aanhangig bij de rechtbank Gelderland.

De rechtbank aan het woord
In de procedure draait het met name om de vraag of sprake is van een risicoverzwarende omstandigheid en of het niet melden daarvan verval van dekking rechtvaardigt. De rechtbank beantwoordt de eerste vraag in zijn eindvonnis van 30 juli 2014 bevestigend en gaat vervolgens in op de formulering van de risicoverzwaringsclausule. De rechtbank stelt vast dat daarin is bepaald dat een verzwegen risicoverzwaring alleen leidt tot verval van dekking, als de verzekeraar daardoor is benadeeld en overweegt:

Wanneer de wijziging van het risico dat de verzekeraar in dekking heeft op zichzelf al als een benadeling gezien zou moeten worden, is bij iedere niet gemelde risicowijziging sprake van benadeling van de verzekeraar. In dat geval zou de zinsnede ‘en wij daardoor zijn benadeeld’ een loze toevoeging zijn. Een redelijke (tekstuele) uitleg van artikel 4 sub A van de algemene voorwaarden, brengt daarom naar het oordeel van de rechtbank mee dat (slechts) sprake is van benadeling van de verzekeraar wanneer de niet gemelde risicoverzwaring heeft geleid tot het evenement in verband waarmee om uitkering wordt gevraagd, althans wanneer de kans daarop is toegenomen.

Nu uit het onderzoek naar de brand was gebleken dat de bestemmingswijziging bij het ontstaan daarvan geen rol had gespeeld, oordeelt de rechtbank dat de verzekeraar geen beroep toekomt op het in de polisvoorwaarden opgenomen vervalbeding. De vorderingen van de verzekeraar worden volledig afgewezen.

Wat is de uitspraak waard?
Betekent deze uitspraak nu dat een verzwegen risicoverzwaring alleen tot verval van dekking kan leiden als die risicoverzwaring een rol heeft gespeeld bij het ontstaan van de schade? Mijns inziens niet, en wel om twee redenen.

In de eerste plaats is er best wat af te dingen op het oordeel van de rechtbank. De rechtbank gaat slechts in op de vraag of de niet gemelde risicoverzwaring een rol heeft gespeeld bij het ontstaan van de schade, maar dat is een wel erg enge uitleg van het vervalbeding. Daarin wordt immers de voorwaarde gesteld dat de verzekeraar door het niet melden van de risicoverzwaring moet zijn benadeeld. Dat is ook het geval als de verzekeraar – bijvoorbeeld aan de hand van zijn acceptatiebeleid, zoals de verzekeraar in de Gelderse zaak deed – kan aantonen dat hij de verzekering zou hebben beëindigd als de risicoverzwaring wel tijdig was gemeld. Dan zou er immers überhaupt geen verzekering meer zijn geweest op het moment van het schadevoorval.

In de tweede plaats legt de rechtbank veel nadruk op de formulering van de risicoverzwaringsclausule in dit specifieke geval en is de uitspraak dus erg casuïstisch. De verzekeraar had zelf de voorwaarde gecreëerd dat hij moest zijn benadeeld, waartoe de enkele risicoverzwaring onvoldoende was, zo legt de rechtbank het vervalbeding uit. Wellicht was de procedure anders afgelopen als de polisvoorwaarden die nuance niet hadden gekend of daaruit een op de eigenaar rustende bewijslast van niet-benadeling was voortgevloeid (‘tenzij niet benadeeld’ in plaats van ‘mits benadeeld’).

De uitspraak van de rechtbank Gelderland helpt dus vooral herinneren hoe belangrijk het is om polisvoorwaarden zorgvuldig te formuleren.

Auteur: mr. P.E. (Pieter) Bloemendal