1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Websites en domeinnamen, vermogensrechten of niet? Overdraagbaarheid, beslag en (huur-)koop

Websites en domeinnamen, vermogensrechten of niet? Overdraagbaarheid, beslag en (huur-)koop

Jarenlang bestaat discussie over de vraag hoe digitale inhoud, zoals een website of domeinnaam, juridisch moeten worden gekwalificeerd. Kern van de discussie komt erop neer dat het de vraag is of een domeinnaam een vermogensrecht is, al dan niet overdraagbaar is en/of vatbaar voor beslag, en of de (huur)koop daarvan mogelijk is. Dat zijn relevante vragen, immers indien een domeinnaam - en daarmee de inhoud van een website - niet kan worden verkocht c.q. overgedragen, zou dat een belemmering v...
Leestijd 
Auteur artikel Joost Becker
Gepubliceerd 26 augustus 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Jarenlang bestaat discussie over de vraag hoe digitale inhoud, zoals een website of domeinnaam, juridisch moeten worden gekwalificeerd. Kern van de discussie komt erop neer dat het de vraag is of een domeinnaam een vermogensrecht is, al dan niet overdraagbaar is en/of vatbaar voor beslag, en of de (huur)koop daarvan mogelijk is. Dat zijn relevante vragen, immers indien een domeinnaam - en daarmee de inhoud van een website - niet kan worden verkocht c.q. overgedragen, zou dat een belemmering vormen in het economisch verkeer.

Wat is een domeinnaam?

Niet vergeten moet worden dat een domeinnaam is zelf géén intellectueel eigendomsrecht is, en ook op zichzelf geen verbodsrecht oplevert, maar wel als merk of handelsnaam gebruikt kan worden (en als zodanig door het publiek (kan) worden opgevat). Dat is echter op zichzelf genomen onvoldoende om aan te nemen dat daarmee de domeinnaam zelf ook een vermogensrecht is of vatbaar is voor overdracht e.d. Een domeinnaam is in beginsel niets anders dan een internetadres of onderdeel van een e-mail adres.

Vermogensrechtelijke positie domeinnaam

De kwalificatie van het recht op een domeinnaam is van belang voor de vermogensrechtelijke positie van ondernemingen. Voorafgaand aan de vraag of een domeinnaam of website een overdraagbaar recht betreft, is het de vraag of bij een domeinnaam sprake is van een vermogensrecht of niet.

Voor het kunnen kwalificeren van een (subjectief) recht als een vermogensrecht hanteert artikel 3:6 Burgerlijk Wetboek (BW) een drietal – alternatieve – criteria:
(a) of het recht overdraagbaar is, dan wel

(b) of het recht er toe strekt de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, dan wel

(c) of het recht verkregen is in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel.

 

In 2007 heeft het Hof 's-Hertogenbosch hierover het volgende geoordeeld:


3.1.1. Anders dan de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat een domeinnaamregistratie in het onderhavige geval weldegelijk als vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW kan worden aangemerkt. De registratie van een domeinnaam en het daarop volgend gebruik van die naam kunnen ertoe strekken, en dat zal zeker hier het geval zijn waar de domeinnaam wordt gebruikt in het kader van ondernemingsactiviteiten van [Y.], haar stoffelijk voordeel te verschaffen. Daarbij komt dat de bedoelde domeinnaam kennelijk ook voor [X.] een vermogensrecht vertegenwoordigt, nu zij de daarop sterk gelijkende naam heeft gedeponeerd en als handelsnaam gebruikt en inbreuk op de daaraan te ontlenen rechten als schadeveroorzakend aanmerkt.

3.1.2. De door [Y.] gebruikte domeinnaam zal bovendien overdraagbaar zijn omdat de SIDN in de praktijk aan overdracht haar medewerking verleent.


Overdraagbaarheid

Dit oordeel over de overdracht van een domeinnaam volgt niet meteen logischerwijs uit de wet. Voor het bepalen van die overdraagbaarheid dient gekeken te worden naar lid 1 van art. 3:83 BW. Als een domeinnaam niet als vorderingsrecht in de zin van dat artikel heeft te gelden, stelt de wet dat het recht dan slechts overdraagbaar is voor zover wet het bepaalt. Een wettelijke regeling over de overdraagbaarheid van een domeinnamen (of websites) ontbreekt. In de wet staat dus niet, anders dan bij bijvoorbeeld een merk of handelsnaam, dat deze overdraagbaar is.

Als een domeinnaam als een vorderingsrecht moet worden gekwalificeerd, valt het recht op een domeinnaam onder lid 1 van art. 3:83 BW en kan deze op grond van art. 3:94 BW overgedragen worden door een daartoe bestemde akte en mededeling van de cessie aan de betreffende instantie, zoals het SIDN voor .nl domeinnamen. In de voorwaarden van SIDN, die het recht op een domeinnaam omschrijft als 'abonnement', staat overigens vermeld dat het SIDN meewerkt aan de "overname" van domeinnamen. Deze overname van een domeinnaam wordt bij SIDN via contractvernieuwing geëffectueerd.

Beslag leggen op een domeinnaam

Welke gevolgen heeft voorgaande kwalificatie van de domeinnaam voor bijvoorbeeld beslag? Is het leggen van beslag op een domeinnaam mogelijk? Het Hof bevestigt hiervoor tegelijk dat 1. een domeinnaam een vermogensrecht is dat 2. deze overdraagbaar is. Dit heeft ook rechtsgevolg voor de vraag of op het object in kwestie (de domeinnaam dus) beslag kan worden gelegd. Het Hof achtte toen mogelijk dat er leveringsbeslag wordt gelegd op een domeinnaam:
Naar het oordeel van het hof is summierlijk komen vast te staan dat [X.] recht en voldoende belang heeft bij het leggen van het beslag. Daartoe neemt het hof in overweging dat voorshands niet onaannemelijk is dat [Y.] in een procedure zal worden veroordeeld tot beëindiging van het gebruik van haar domeinnaam en tot het verlenen van medewerking aan de registratie van deze domeinnaam ten name van [X.]. Zij zal zich langs de weg van dit beslag de door haar verlangde zekerheid kunnen verschaffen (dat haar aanspraak niet zal kunnen worden gefrustreerd) terwijl het beslag voor [Y.] niet belastend is, in het bijzonder haar tijdens het geding niet zal belemmeren in de bedrijfsuitvoering.

De beslaglegging is in dat geval gegrond op artikel 700 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) jo. 730 Rv. Ex artikel 734 lid 4 Rv is geen vrees voor verduistering vereist. Verdere tenuitvoerlegging dient plaats te vinden op grond van art. 474bb Rv, betreffende rechten 'waarvan de executie niet elders is geregeld'. Dat artikel laat aanpassing toe aan de aard van het recht dat in beslag genomen werd. Gevolg van die aanpassing is volgens mij dat het beslag onder de domeinnaamhouder wordt gelegd. Op grond van art. 474bb lid 3 Rv wordt het beslagexploot tevens aan de SIDN betekend.

De SIDN heeft aanwijzingen gepubliceerd die geheel met het voorafgaande in overeenstemming zijn.

(Huur)koop

De vraag of een domeinnaam een vermogensrecht is, kwam ook aan de orde in een recente uitspraak over de (huur)koop van een domeinnaam. In die zaak gaat het over een overeenkomst tot overdracht van bootverkoopplein.nl aan een koper. Gesteld werd dat de overeenkomst tussen partijen moet worden gekwalificeerd als een overeenkomst van huurkoop. Voor dergelijke geschillen is de kantonrechter in artikel 93 aanhef en onder c Rv. aangewezen als bevoegde rechter. Er is toen evenwel gedagvaard voor de rechtbank. Indien er inderdaad sprake zou zijn van huurkoop, zou deze rechtbank onbevoegd zijn, en moet de zaak verwezen worden naar de kantonrechter.


Koper was met verkoper overeengekomen dat na betaling van dertig termijnen a € 500,- zij de volledige eigenaar zou zijn van de website bootverkoopplein.nl met de daarbij behorende domeinnamen. In het onderhavige geval gaat het dus om koop en verkoop van een website met daarbij behorende domeinnamen waarbij levering overeengekomen is onder de opschortende voorwaarde dat volledige betaling heeft plaatsgevonden. Die (af)levering heeft ook daadwerkelijk plaatsgehad.

De verkoper stelde dat onder huurkoop verstaan wordt: de koop en verkoop op afbetaling, waarbij partijen overeenkomen dat de verkochte zaak niet door enkele levering in eigendom overgaat, maar pas door vervulling van de opschortende voorwaarde van algehele betaling van wat door de koper uit hoofde van de koopovereenkomst verschuldigd is. Zij wijst er op dat in artikel 3:2 BW de definitie van ‘een zaak’ is opgenomen, te weten een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object. Zij stelt dat de transactie ziet op een website en een domeinnaam, die niet kunnen worden aangemerkt als stoffelijke objecten vatbaar voor menselijke beheersing.

De rechtbank oordeelt "dat koop en verkoop op afbetaling in artikel 7A:1576 BW wordt gedefinieerd als de koop en verkoop, waarbij partijen overeenkomen dat de koopprijs wordt betaald in termijnen, waarvan twee of meer verschijnen, nadat de verkochte zaak aan de koper is afgeleverd. (...) Artikel 7A:1576 h BW luidt: 1. Huurkoop is de koop en verkoop op afbetaling, waarbij partijen overeenkomen, dat de verkochte zaak niet door enkele levering in eigendom overgaat, maar pas door vervulling van de opschortende voorwaarde van algehele betaling van wat door de koper uit hoofde van de koopovereenkomst verschuldigd is."

De rechtbank oordeelt verder:

2.8. Hiermee zou de overeenkomst in beginsel aangemerkt kunnen worden als een overeenkomst van huurkoop. Partijen hebben gedebatteerd over de vraag of een website en een domeinnaam kunnen worden aangemerkt als een zaak in de zin van artikel 3:2 BW dat luidt: Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Dat debat is evenwel niet relevant, nu in het vijfde lid van artikel 1576 BW vermogensrechten met zaken worden gelijkgesteld. Het gaat derhalve alleen om de vraag of een website en een domeinnaam als een vermogensrecht in de zin van artikel 3.6 BW kunnen worden gekwalificeerd, derhalve als rechten die (…) overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel zijn vermogensrechten.

 


2.9. Uit de omstandigheid dat zowel de website als de domeinnamen zijn verkocht valt af te leiden dat zij voor de eigenaar ervan een bepaalde waarde vertegenwoordigen en dat het (exclusief) beheer/gebruik van de website en het exclusief gebruik van de domeinnaam kunnen worden overgedragen aan een derde tegen betaling. De rechtbank is daarom van oordeel dat zowel een website als domeinnamen daarmee vallen onder definitie van vermogensrechten zoals deze in artikel 3:6 BW is verwoord. Het recht op de website en het recht op de domeinnamen zijn overdraagbaar en strekken ertoe de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen. Immers een website of het gebruik van domeinnamen zijn veelal bedoeld om potentiële klanten te interesseren en naar zich toe te lokken. Dit valt aan te merken als het indirect verkrijgen van stoffelijk voordeel. Om die reden wordt geoordeeld dat de vordering van Marron Jachtbouw een onderwerp betreft dat op grond van art. 93 onder c Rv. door de kantonrechter wordt behandeld, ongeacht het beloop of de waarde van de vordering. Daarom zal de zaak worden verwezen naar de kamer voor kantonzaken van deze rechtbank.

Oftewel: de rechtbank acht (huur)koop van domeinnamen mogelijk, omdat dit vermogensrechten zijn die overdraagbaar zijn ex artikel 3:6 BW. Zij zijn zowel overdraagbaar, als strekken ertoe indirect stoffelijk voordeel te verschaffen. Omdat de huurkoop bepalingen van overeenkomstige toepassing zijn op vermogensrechten, hoeft niet meer te worden gediscussieerd over de vraag of het bij een domeinnaam nu gaat om een zaak of niet.

Conclusies

Het bovenstaande laat zien dat in de rechtspraak pragmatisch wordt omgegaan met de kwalificatie van websites en domeinnamen als vermogensrechten. Verdedigd kan worden dat deze, reeds omdat ze indirect stoffelijk voordeel opleveren, als vermogensrecht kunnen worden gekwalificeerd. Daarnaast zijn domeinnamen tevens als vermogensrecht te kwalificeren omdat ze overdraagbaar zijn. De overdracht, verkoop of huurkoop van domeinnamen is mogelijk, alsmede het leggen van beslag op een domeinnaam. De voorwaarden van het SIDN sluiten hierop aan.

Joost Becker, advocaat domeinnaamrecht