1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Weens Koopverdrag: klachttermijn bij bederfelijke waar

Weens Koopverdrag: klachttermijn bij bederfelijke waar

Het gerechtshof Arnhem heeft zich recentelijk uitgelaten over de keurings- en klachtplicht op grond van het Weens Koopverdrag bij koop van bederfelijke waar (gerechtshof Arnhem 9 maart 2010, LJN: BL7399). Het ging om een door een Belgische leverancier aan een Nederlandse afnemer geleverde partij pasta’s en sauzen die als grondstoffen dienden voor kant-en-klaarmaaltijden. De verpakkingen van de met de geleverde grondstoffen bereide pastamaaltijden gingen bol staan vóór het verstrijken van de h...
Leestijd 
Auteur artikel Maarten Kole
Gepubliceerd 31 maart 2010
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het gerechtshof Arnhem heeft zich recentelijk uitgelaten over de keurings- en klachtplicht op grond van het Weens Koopverdrag bij koop van bederfelijke waar (gerechtshof Arnhem 9 maart 2010, LJN: BL7399). Het ging om een door een Belgische leverancier aan een Nederlandse afnemer geleverde partij pasta’s en sauzen die als grondstoffen dienden voor kant-en-klaarmaaltijden. De verpakkingen van de met de geleverde grondstoffen bereide pastamaaltijden gingen bol staan vóór het verstrijken van de houdbaarheidsdatum van die maaltijden. Naar aanleiding van klachten daarover heeft de koper de pastamaaltijden laten onderzoeken. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de kiemgetallen ver boven de wettelijke richtwaarden uitkwamen. Kort na de uitkomst van dat onderzoek heeft de koper de verkoper van het gebrek op de hoogte gebracht. Mocht de koper in lijn met een uitspraak van de Hoge Raad van 29 juni 2007, NJ 2008, 606 eerst de uitkomst van het onderzoek afwachten, of had hij meteen de verkoper van de klachten op de hoogte moeten brengen?

Weens Koopverdrag

Het Weens Koopverdrag is hier van toepassing. Er is sprake van een internationale koopovereenkomst met betrekking tot roerende zaken. Partijen hadden de toepasselijkheid van het Weens Koopverdrag -hetgeen is toegestaan- niet uitgesloten.

Artikel 35 lid 1 van het Weens Koopverdrag stelt voorop dat de verkoper zaken moet afleveren die aan de overeenkomst beantwoorden. Dit betekent dat de hoeveelheid, de kwaliteit en de verpakking van de zaken moet voldoen aan de in de overeenkomst gestelde eisen. Hier was een probleem met de kwaliteit van de geleverde waar.

Op grond van artikel 39 lid 1 van het Weens Koopverdrag verliest de koper het recht zich te beroepen op een tekortkoming, indien de koper niet binnen een redelijke termijn nadat hij dit heeft ontdekt of had behoren te ontdekken de verkoper hiervan in kennis stelt. Voor het bepalen van het moment waarop de koper het gebrek had behoren te ontdekken, is artikel 38 lid 1 van het Weens Koopverdrag relevant. Dat artikel bepaalt dat de koper de zaken moet (doen) keuren binnen een, gelet op de omstandigheden zo kort mogelijke termijn.

Bij bederfelijke waar zal doorgaans binnen een heel korte termijn moeten worden gekeurd. Deze korte termijn gaat in beginsel in op het moment dat het risico van de producten overgaat op de koper (artikelen 36, 67 en 69 Weens Koopverdrag). Ingevolge artikel 38 lid 2 van het Weens Koopverdrag is het uitstellen van een keuring tot na aankomst op de plaats van bestemming alleen toegestaan indien de overeenkomst tevens het vervoer van de zaken omvat. Indien de koper zelf voor het vervoer zorgt, doet hij er dus verstandig aan de waar al voor het transport te (laten) keuren. De redelijke klachttermijn die in acht moet worden genomen, begint immers in dat geval al vanaf dat moment te lopen. Indien het gebrek bij de vereiste keuring niet aan het licht kan komen, gaat de klachttermijn ten aanzien van dat gebrek op dat moment nog niet in. De koper had het gebrek op dat moment namelijk nog niet behoren te ontdekken. In deze zaak was er een deskundigenonderzoek nodig om vast te stellen dat de kiemgetallen ver boven de wettelijke richtwaarden uitkwamen. Indien het niet van de koper verlangd kan worden een dergelijk onderzoek bij de standaard keuring te doen, gaat de klachttermijn derhalve nog niet in op het moment van de keuring.

Vervolgens rijst de vraag binnen welke termijn nadat het gebrek is ontdekt of had behoren te worden ontdekt, door de koper dient te worden geklaagd. De duur van de klachttermijn hangt af van de omstandigheden van het geval en in het bijzonder de aard van de geleverde zaken. Voor bederfelijke waar geldt een (zeer) korte klachttermijn. Het gerechtshof Arnhem (gerechtshof Anrhem 19 januari 2009, LJN: BL0932) heeft bijvoorbeeld met betrekking tot een partij ondeugdelijke citrusvruchten geoordeeld dat een klachttermijn van 12 dagen te lang was. Kopers van bederfelijke waar moeten dan ook rekening houden met een heel korte klachttermijn.

Partijen hebben in de onderhavige zaak een verschillend standpunt ingenomen over wanneer er door de koper is geklaagd. De koper zegt dat hij binnen enkele dagen nadat hij ervan op de hoogte was dat de verpakking van de pastamaaltijden bol gingen staan, onderzoek heeft laten uitvoeren. Dit onderzoek duurde vijf weken. De koper stelt dat hij vervolgens binnen vier dagen na de uitkomst van dat onderzoek bij de verkoper heeft geklaagd. De koper stelt zich op het standpunt dat dit tijdig is, gelet op het onderzoek dat hij in de tussentijd heeft (moeten) laten uitvoeren.

Mocht de koper inderdaad eerst de uitkomst van het onderzoek afwachten, of had hij meteen de verkoper van de klachten op de hoogte moeten brengen?

Hoge Raad 29 juni 2007, NJ 2008, 606

Op basis van de informatie die door partijen in de procedure was verstrekt, kon het gerechtshof nog niet beantwoorden of de koper tijdig had geklaagd. Het gerechtshof heeft daarom een inlichtingencomparitie bevolen. Interessant is dat het gerechtshof partijen daarbij tevens in de gelegenheid stelt zich tijdens de inlichtingencomparitie uit te laten over de vraag of in deze zaak een regel toepassing kan vinden zoals aangegeven door de Hoge Raad in het arrest van 29 juni 2007, NJ 2008, 606. Deze regel houdt -kort gezegd- in dat de koper alvorens bij de verkoper te klagen eerst met de voortvarendheid die gelet op de omstandigheden van het geval van hem mag worden gevergd, onderzoek mag laten doen naar de gebreken. Het gerechtshof geeft daarbij aan dat het vooralsnog van oordeel is dat die regel hier niet opgaat. Het gerechtshof vindt met andere woorden vooralsnog dat de koper meteen had moeten klagen en niet eerst het onderzoek had mogen afwachten. Het gerechtshof komt tot dit voorlopige oordeel omdat het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad geen betrekking heeft op een geval waarop het Weens Koopverdrag van toepassing is, in dat geval geen bederfelijke voedingsmiddelen maar een woning gebreken vertoonde en de koper anders dan in deze zaak een niet deskundige particulier was.

Ik betwijfel of het voorlopige oordeel van het gerechtshof juist is. Naar mijn oordeel brengt ook het Weens Koopverdrag met zich mee dat indien er een onderzoek door een deskundige nodig is om het gebrek vast te stellen, de koper in beginsel eerst dat onderzoek mag afwachten voordat hij bij de verkoper zijn beklach doet. De klachttermijn gaat op grond van artikel 39 lid 1 van het Weens Koopverdrag lopen zodra de koper de tekortkoming heeft ontdekt dan wel had behoren te ontdekken. Wanneer een deskundigenonderzoek nodig is om te beoordelen of de zaak gebrekkig is, kan hangende dat onderzoek noch van een ontdekken noch van een behoren te ontdekken worden gesproken. Een koper kan immers moeilijk klagen, als hij niet op de hoogte is van het gebrek. Het enkele feit dat de verpakkingen van de pastamaaltijden bol gingen staan, brengt nog niet met zich mee dat de verkoper gebrekkige producten heeft geleverd. Dat had wellicht ook een andere oorzaak kunnen hebben, bijvoorbeeld omdat andere ingrediënten die aan de maaltijden werden toegevoegd gebrekkig waren.

Dat het hier om bederfelijke waar gaat, maakt dat naar mijn oordeel niet anders. Dat brengt alleen met zich mee dat er een (veel) kortere termijn geldt waarbinnen het onderzoek moet plaatsvinden en waarbinnen er moet worden geklaagd. Ook het feit dat het hier om een professionele koper gaat, maakt dat niet perse anders. Dat zou het alleen anders maken indien de koper als gevolg van zijn eigen deskundigheid, het gebrek ook zonder nader deskundigenonderzoek had moeten vaststellen. In dat geval had niet eerst het onderzoek van de deskundige mogen worden afgewacht. Dat de koper het gebrek ook zelf had kunnen ontdekken lijkt hier gelet op de aard van de gebreken niet waarschijnlijk.

In het door het gerechtshof aangehaalde arrest heeft de Hoge Raad aangegeven dat wanneer mag worden verwacht dat met het onderzoek langere tijd is gemoeid, of wanneer dat tijdens het onderzoek blijkt, de koper de verkoper van het onderzoek op de hoogte moet brengen. Indien de koper dat in zo een situatie niet doet, dan loopt de klachttermijn door. Door de verkoper van het onderzoek op de hoogte te brengen, conserveert de koper de klachttermijn gedurende het onderzoek. In de onderhavige zaak stelt de koper dat het onderzoek vijf weken heeft geduurd. Dit is heel lang nu het om bederfelijke waar gaat. Het is daarom in lijn met de hiervoor genoemde uitspraak van de Hoge Raad verdedigbaar dat de koper de verkoper vooraf of tussentijds van het onderzoek op de hoogte had moeten brengen. Omdat de koper op dat moment waarschijnlijk nog niet wist welke ingrediënten gebrekkig waren, had hij alle leveranciers van de grondstoffen hiervan op de hoogte moeten brengen. Door dit niet te doen is daarom mogelijk de klachttermijn gedurende het onderzoek niet geconserveerd, zodat de kans groot is dat niet tijdig is geklaagd.

Conclusie

We moeten afwachten hoe het gerechtshof Arnhem in deze zaak uiteindelijk gaat beslissen. Gelet op het tussenarrest is de kans groot dat zal worden geoordeeld dat de koper te laat heeft geklaagd. Dat zou betekenen dat de koper geen beroep meer kan doen op de tekortkoming. Het is dan ook heel belangrijk om tijdig te klagen. De termijn waarbinnen geklaagd moet worden, is erg kort. Dit geldt in het bijzonder voor bederfelijke waar. Ook contractueel kunnen echter heel korte klachttermijnen zijn bedongen. De klachttermijn gaat lopen zodra de koper de tekortkoming heeft ontdekt dan wel had behoren te ontdekken. De koper heeft daarbij in principe de plicht om de geleverde producten te onderzoeken, zodra het risico van de producten op hem overgaat. Indien de koper zelf verantwoordelijk is voor het transport, dient hij de producten daarom in veel gevallen nog voordat de producten bij hem zijn aangekomen te (laten) onderzoeken. Indien nader onderzoek nodig is om een gebrek te kunnen vaststellen, mag de koper naar Nederlands recht dat onderzoek in de regel afwachten. Het is onzeker of dit ook geldt op grond van het Weens Koopverdrag. Indien het onderzoek te lang duurt, moet er bovendien melding worden gemaakt van het onderzoek. Om geen risico te lopen, doet de koper er daarom verstandig aan de verkoper altijd op de hoogte te brengen van het onderzoek dat hij wil laten doen. Om ervoor te zorgen dat achteraf ook kan worden bewezen dat er tijdig is geklaagd, is het verstandig per aangetekende post, fax of e-mail te klagen. De koper is gewaarschuwd!