1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Wetsvoorstel Energiewet – deel I

Wetsvoorstel Energiewet – deel I

Op 17 december 2020 heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat het wetsvoorstel Energiewet ter consultatie gelegd. De Nieuwe Energiewet beoogt de huidige Gaswet en Elektriciteitswet 1998 te vervangen en een modern en geactualiseerd ordeningskader te bieden dat (1) de energietransitie ondersteunt en stimuleert en tegelijkertijd (2) bijdraagt aan het doel van een schone, waaronder CO2-arme energievoorziening die ruimtelijk inpasbaar, veilig, betrouwbaar en betaalbaar is.
Leestijd 
Auteur artikel Harm van Schilt
Gepubliceerd 25 mei 2021
Laatst gewijzigd 25 mei 2021

Aanleiding en doelstelling

Volgens de Memorie van Toelichting lag de oorsprong van de Gaswet en Elektriciteitswet 1998 vooral in de liberalisering en het optimaal functioneren van de gas- en elektriciteitsmarkt. De Energiewet, die dezen wetten vervangt, zal tevens de aandacht vestigen op duurzaamheidsdoelstellingen en de steeds belangrijker wordende energietransitie. De basis voor de nieuwe Energiewet volgt uit het Klimaatakkoord van 2019 en het Europese ‘Clean Energy Package’ (‘CEP’). Het wetsvoorstel strekt tot implementatie van de genoemde afspraken.

Duurzaamheidsdoelstellingen en de energietransitie leiden tot aanpassing van de huidige wetgeving en richten zich op een energiemarkt die in beweging is, complexer wordt en waar nieuwe kansen en uitdagingen ontstaan voor traditionele en nieuwe actoren, waaronder niet in de laatste plaats consumenten. Naast implementatie van onder meer Europese regelgeving – waarin in het volgende blog van Thomas Arnold uitgebreider wordt stilgestaan – wordt er met de Energiewet gekozen voor een omzetting naar één integrale wet (i.p.v. twee afzonderlijke wetten) die is toegesneden op een concurrerende gas- en elektriciteitsmarkt ‘in transitie’.

Pijlers van de Energiewet

Het wetsvoorstel Energiewet bevat een vijftal generieke beleidsdoelen die zich uiten in een zestal pijlers. De generieke beleidsdoelen zijn: CO2-arm; betrouwbaar; betaalbaar; veilig en inpasbaar in ruimte (met dat laatste doel wordt uiteraard gedoeld op het congestieprobleem). De zes pijlers geven een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen in grote lijnen en luiden als volgt:

  1. Versterkt kader voor toekomstige systeemintegratie
  2. Energiedata als noodzakelijke en kansrijke grondstof
  3. Systemen op orde en ondersteunend voor de energietransitie
  4. Ruimte voor nieuwe markt-initiatieven
  5. Meer bescherming eindafnemers
  6. Toezicht

Hierna zullen we enkele van deze pijlers of een deelaspect daarvan kort aanstippen. In de volgende delen van onze blogreeks over de Energiewet zullen we op bepaalde onderwerpen juridisch de diepte in gaan.

Pijler I: Versterkt kader voor toekomstige systeemintegratie

De eerste pijler richt zich op het versterken en verbeteren van het algemene regelgevende kader door:

a. Voorbereid te zijn op toekomstige systeemintegratie;

Er wordt één wet gecreëerd waarin zowel gas als elektriciteit gecombineerd worden, zodat sprake is van een geïntegreerd en uniform kader waarin eventuele latere energiedragers aan toegevoegd kunnen worden. Verder worden de rollen en verantwoordelijkheden van verschillende partijen (met name eindafnemer) – mede in het licht van de energietransitie – verduidelijkt.

b. Het verbeteren en verduidelijken van wet- en regelgeving;

Dit ziet op aanbrengen van structuur in de wet zelf t.b.v. de begrijpelijkheid en bruikbaarheid en aanpassingen van de oude wetgeving.

c. Het versterken van de legaliteit (grondslag in wet- en regelgeving);

Ten eerste wordt het stelsel herzien waarin voorwaarden en methoden of nadere regels door de ACM kunnen worden gesteld. Ten tweede worden de zogeheten codes rondom meten en gegevensuitwisseling (de Informatiecode, de Meetcode Elektriciteit, de Meetcode Gas RNB en LNB) opgenomen in de wet.

Pijler III: Systemen op orde en ondersteunend voor de energietransitie

Een punt vinden wij in het bijzonder noemenswaardig binnen pijler III, namelijk: De herijking van de aansluit- en transporttaak (elektriciteit). Het wetsvoorstel beoogt de aansluiting van en transport voor nieuwe, grotendeels hernieuwbare, elektriciteitsproducenten waar mogelijk te versnellen. Daarbij wordt genoemd dat dit tegelijkertijd congestie in de hand kan werken (zie hierna).

In het wetsvoorstel blijft het bestaande recht op een aansluiting in stand, maar in aanvulling daarop wordt een grondslag gecreëerd op basis waarvan de TSB (transmissiesysteembeheerder / de landelijk netbeheerder) en DSB’s (distributiesysteembeheerders / de regionale netbeheerders) een aansluitverzoek niet onmiddellijk hoeven in te willigen zolang sprake is van fysieke congestie. Daarnaast wordt ingezet op meer transparantie bij deze systeembeheerders over actuele of verwachte congestie en een wettelijke basis voor nieuwe aansluitmodaliteiten die snellere aansluiting en transport mogelijk kunnen maken. Denk bij dit laatste aan alternatieve mogelijkheden zoals cable pooling waarover Maarten Kole eerder een blog heeft geschreven.

Pijler VI: Toezicht

De ACM blijft de toezichthouder op grond van de Energiewet en wordt aangewezen als toezichthoudende regulerende instantie op basis van de Elektriciteitsrichtlijn en de Elektriciteitsverordeningen. De taken van de ACM zullen met dit wetsvoorstel worden uitgebreid, onder meer ten aanzien van zogeheten regionale coördinatiecentra (RCC). Deze RCC’s zullen in het leven worden geroepen als onderdeel van een versterkt institutioneel kader voor regionale samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders (de landelijke netbeheerder en de regionale netbeheerders). Het wetsvoorstel beoogt verder dat toezicht vanuit de Energiewet gericht is op het vooraf borgen van de regels. Over het toezicht van de ACM zal Sjaak van der Heul een vervolgblog wijden.

Tot slot

In dit inleidende blog is het wetsvoorstel Energiewet met de daarbij behorende pijlers uiteengezet. In de vervolgblogs van deze blogreeks zullen wij per keer een bepaalde pijler of een bepaald thema belichten en deze juridisch beschouwen. Houd daarom die LinkedIn-berichten van Maarten Kole, Sjaak van der Heul, Harm van Schilt en Thomas Arnold in de gaten of bekijk regelmatig de Dirkzwager website.