Voorwaardelijk civielrechtelijk bestuursverbod / annotatie JOR
Verschenen in JOR 2023/61: annotatie betreffende de (on)mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod voorwaardelijk op te leggen, geschreven door onze specialist Daan Baas.
De meeste beroepsbeoefenaren hebben dan ook een, al dan niet verplichte, beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Met ons Team Beroepsaansprakelijkheid verlenen wij gedegen juridische bijstand binnen dit specialistische vakgebied.
Bij de beoordeling van de aansprakelijkheidsvraag is van belang of er een zorgplicht is geschonden. Is daadwerkelijk een fout gemaakt? Is voldoende indringend gewaarschuwd voor bepaalde risico’s? De beantwoording van die vragen kent vele grijstinten. Vanwege het full-service-karakter van ons kantoor kunnen wij die beoordeling op alle rechtsgebieden maken.
Bij die beoordeling is vaak zeker zo belangrijk wat de vermogensrechtelijke situatie zou zijn geweest zónder de verweten fout; het causaal verband tussen de fout en verweten schade dient immers vast te komen te staan. Daarnaast komen de eigen schuld van een claimant en de toepasselijkheid en inhoud van de algemene voorwaarden van de dienstverlener vaak aan bod.
Bij het voeren van verweer komen meer aspecten kijken dan juridische deskundigheid en de financiële gevolgen van een claim. Ook de menselijke kant en de beroepseer spelen een grote rol: een (persoonlijke) claim raakt het wezen van de persoon, en diens kwaliteit en integriteit. Daarom maken wij bij de aanpak van een zaak een zorgvuldige afweging van alle belangen en bepalen daarbij de meest passende route.
Wij treden op voor onder andere (verzekeraars van) advocaten/juristen, notarissen, curatoren, (verzekerings)makelaars en -tussenpersonen, fiscalisten, accountants, deurwaarders en taxateurs. Daarnaast treden wij op voor (verzekeraars van) ingenieurs en architecten in technische beroepsaansprakelijkheidskwesties. Ook staan wij verzekeraars bij in dekkingsgeschillen en bij de redactie van polissen en polisvoorwaarden.
Ons team bestaat uit acht advocaten van de sectie Aansprakelijkheid, Schade & Verzekering, die jarenlange ervaring hebben met adviseren en procederen in beroepsaansprakelijkheidszaken en tuchtkwesties. Doordat wij onze multidisciplinaire kennis en expertise hebben gebundeld, zijn we in staat snel en effectief te handelen. Wij doceren regelmatig over de zorgplicht en aansprakelijkheid van advocaten en notarissen. Ook publiceren wij geregeld in vakliteratuur en op ons kennisplatform, zodat zowel wijzelf als u continu op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen op het gebied van beroepsaansprakelijkheid.
Wilt u meer informatie over de advocaten van het Team Beroepsaansprakelijkheid of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met Daan Baas van Dirkzwager advocaten, telefoon +31 (0)26 353 83 74 of baas@dirkzwager.nl. Voor de contactgegevens en bijzondere aandachtsgebieden binnen beroepsaansprakelijkheid van de overige leden van het team advocaten verwijzen wij u graag naar hun profiel op onze website.
Verschenen in JOR 2023/61: annotatie betreffende de (on)mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod voorwaardelijk op te leggen, geschreven door onze specialist Daan Baas.
Advocaten dienen bij de behartiging van de belangen van cliënten te handelen zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot in vergelijkbare omstandigheden mag worden verwacht. Dit is een aan de hand van de omstandigheden van het geval nader in te vullen norm. De rechtbank Rotterdam oordeelde in augustus 2022 dat suboptimaal handelen in elk geval onvoldoende is om aansprakelijkheid aan te nemen. De norm is niet het leveren van de best denkbare prestatie. Er is een duidelijk ondermaats optreden vereist om tot aansprakelijkheid te kunnen concluderen.
Met enige regelmaat wordt door advocatenkantoren grootschalig feitenonderzoek verricht dat leidt tot een rapport met onderzoeksbevindingen. Dat is toegestaan, maar niet zonder rekenschap te geven van de benodigde randvoorwaarden.
Een algemene exoneratie in algemene voorwaarden kan ook uitkomst bieden voor een advocaat die in persoon wordt aangesproken op grond van onrechtmatige daad. Dit volgt uit een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Een gerechtelijke uitspraak kan na het wijzen ervan aangevuld worden als de rechter heeft verzuimd te beslissen over een vordering of verzoek. Recent deed zich dit voor bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, dat verzuimd zou hebben de gevorderde wettelijke rente toe te wijzen.
In een zaak die werd voorgelegd aan de Hoge Raad stond de vraag centraal of sprake is van ‘een prestatie’ in de zin van artikel 6:89 BW indien een advocaat niets (meer) heeft gedaan en daarmee of in dergelijke gevallen een succesvol beroep op schending van de klachtplicht mogelijk is.
Advocaten werken vaak samen in de vorm van een maatschap. In de praktijk bestaat echter nog onduidelijkheid over de wijze waarop een maatschap en/of de individuele maten in rechte kunnen worden betrokken. In een recente uitspraak van 16 juni 2021 heeft rechtbank Limburg dit nog eens helder uiteengezet.
In de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 17 februari 2021 (ECLI:NL:RBNHO:2021:1294) wordt door de kantonrechter ingegaan op de zorgplicht van een aankoopmakelaar.
De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (“WBTR”) treedt per 1 juli 2021 in werking en is van toepassing op alle verenigingen en stichtingen. De WBTR geeft regels die het bestuurlijke proces van een stichting of vereniging professionaliseren. In dit artikel bespreken wij de belangrijkste gevolgen van de WBTR voor (bestuurders van) stichtingen en verenigingen.
Het Europees Parlement heeft op 24 november 2020 ingestemd met een nieuwe richtlijn voor massaschadeclaims (richtlijn 2018/0089). De nieuwe regels stellen EU-consumenten in staat om samen binnenlandse en grensoverschrijdende massaschadeclaims in te stellen.
Een rechtsvordering tot schadevergoeding verjaart in ieder geval door verloop van twintig jaren na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt. In onderhavig geval vond de schadeveroorzakende gebeurtenis plaats in 1992 toen de notaris verzuimde de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister in te schrijven, zodat de vordering jegens de notaris is verjaard. De verjaring kan niet door erkenning worden gestuit indien die reeds is voltooid. Daar komt bij dat een kantoordirecteur niet zomaar tot erkenning kan overgaan; het is gebruikelijk dat eerst de verzekeringsmaatschappij wordt geïnformeerd en daarna pas over de mogelijke aansprakelijkheid wordt gesproken.
Uit een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 1 september 2020 volgt dat een notaris in beginsel niet met succes een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt als het gaat om het handelen of nalaten van een waarnemend kandidaat-notaris.