Richtlijn oneerlijke bedingen
De blauwe-lijst vindt zijn oorsprong in het Europese recht en vloeit voort uit Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (“Richtlijn oneerlijke bedingen”). De Richtlijn oneerlijke bedingen beschermt consumenten tegen oneerlijke bedingen in overeenkomsten met een ondernemer die niet afzonderlijk zijn uitonderhandeld (zoals algemene voorwaarden). Volgens de Richtlijn oneerlijke bedingen kwalificeert een beding als “oneerlijk” indien dit beding in strijd met de goede trouw het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Om iets meer houvast te geven wanneer een beding als ‘oneerlijk’ kan worden bestempeld, bevat de richtlijn een indicatieve en niet uitputtende opsomming van bedingen die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. Deze indicatieve en niet uitputtende opsomming wordt de “blauwe-lijst” genoemd.
Relevantie van het zijn van “blauwe-lijst”-beding
Een deel van de “blauwe-lijst” bedingen zijn door harmonisatie opgenomen in de Nederlandse wet. Echter niet allemaal. Dit zijn de lidstaten ook niet verplicht. De preambule van de Richtlijn oneerlijke bedingen bepaalt namelijk ten aanzien van de blauwe lijst dat zij ‘gelet op het minimumkarakter van de Richtlijn oneerlijke bedingen, door de Lidstaten in hun nationale wetgeving aangevuld of beperkender geformuleerd kan worden. Daarbij heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (destijds nog Europese Gemeenschap genoemd) ook uitdrukkelijk geoordeeld dat de lidstaten de blauwe-lijst niet in hun wetgeving behoeven op te nemen en dat een beding dat op de lijst voorkomt niet noodzakelijkerwijs als oneerlijk behoeft te worden aangemerkt en dat omgekeerd een beding dat niet op de “blauwe-lijst” voorkomt desalniettemin oneerlijk kan worden bevonden.
Van belang is dus dat niet alle bedingen op de lijst in alle gevallen en onder alle omstandigheden oneerlijk zijn. Wel geldt dat het Hof van Justitie het feit dat een bepaald beding op de “blauwe-lijst” staat, nogal eens nadrukkelijk heeft genoemd in zijn argumentatie dat dit betreffende beding oneerlijk is. Het is volgens het Hof van Justitie echter aan de nationale rechter om vast te stellen of een concreet beding ook daadwerkelijk oneerlijk is. U zult zich wellicht afvragen welke relevantie de blauwe lijst dan concreet heeft. Kort weg zou je kunnen zeggen dat het feit dat een beding voorkomt op de “blauwe-lijst” een indicatie vormt dat dit beding oneerlijk is. Of het beding ook in het concrete geval als oneerlijk moet worden beschouwd, moet worden nagegaan aan de hand van de vraag of het in de context die aan de orde is, ook een aanzienlijke en ongerechtvaardigde verstoring oplevert van het evenwicht tussen de consument en de ondernemer. De Nederlandse wet (artikel 6:233 Burgerlijk Wetboek) hanteert niet het criterium “oneerlijk” voor vernietigbare bepalingen uit algemene voorwaarden, maar het criterium “onredelijk bezwarend”. Uit jurisprudentie is niet af te leiden dat er een verschil bestaat tussen het begrip “oneerlijk” in de Richtlijn oneerlijke bedingen en “onredelijk bezwarend” in de Nederlandse wet. In de literatuur wordt dan ook aangenomen dat het begrip onredelijk bezwarend in artikel 6:233 BW op zichzelf al een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen inhoudt. Simpelweg betekent dit dus dat kan worden aangenomen dat als een beding oneerlijk is in de zin van de Richtlijn oneerlijke bedingen, deze ook onredelijke bezwarend is in de zin van de Nederlandse wet en dus vernietigd kan worden. Omdat het voorkomen op de blauwe lijst een indicatie vormt voor het zijn van een oneerlijk beding, is het dan ook van belang de blauwe-lijst bepalingen in ogenschouw te nemen.
Blauwe-lijst-bedingen
De volgende bepalingen kwalificeren als blauwe-lijst-bedingen
1. Het uitsluiten van aansprakelijkheid bij letsel of overlijden
Een beding dat de wettelijke aansprakelijkheid van de ondernemer uitsluit of beperkt bij overlijden of letselschade van de consument.
2. Wettelijke rechten uitsluiten of beperken
Een beding dat in het geval van wanprestatie van de ondernemer de wettelijke rechten (verrekening daaronder begrepen) van de consument ten opzichte van de ondernemer uitsluit of beperkt.
3. Eenzijdige onherroepelijkheid
Een beding dat aan de consument een onherroepelijke verbintenis oplegt, terwijl de uitvoering van de prestatie van de ondernemer onderworpen is aan een voorwaarde die afhankelijk is van de wil van de ondernemer.
4. Vergoeding bij annulering
Een beding dat de ondernemer toestaat door de consument betaalde vergoedingen te behouden wanneer de consument afziet van het sluiten of uitvoeren van de overeenkomst, zonder te bepalen dat de consument een gelijkwaardig bedrag aan schadevergoeding mag verlangen indien de ondernemer afziet van het sluiten of uitvoeren van de overeenkomst.
5. Onevenredig hoge schadevergoeding
Ook het beding dat aan de consument, die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding oplegt kan als oneerlijk worden aangemerkt.
6. Eenzijdige opzeggingsmogelijkheid
Voorts kan als oneerlijk worden aangemerkt het beding dat de ondernemer toestaat de overeenkomst op te zeggen, terwijl dit niet aan de consument wordt toegestaan. Wanneer de ondernemer de overeenkomst mag opzeggen, dient de consument dit recht ook te krijgen. Ook het beding dat de ondernemer toestaat betaalde voorschotten te behouden indien de ondernemer de overeenkomst zelf opzegt, kan als oneerlijk worden aangemerkt.
7. Overeenkomst van onbepaalde tijd opzeggen zonder redelijke opzegtermijn
Op de “blauwe-lijst” komt vervolgens voor het beding waarin de ondernemer het recht krijgt om een overeenkomst van onbepaalde tijd zonder redelijke opzegtermijn eenzijdig op te zeggen. De enige uitzondering hierop is als er aan de opzegging gewichtige redenen ten grondslag liggen.
8. Automatische verlenging overeenkomst voor bepaalde tijd
Als oneerlijk kan tevens worden aangemerkt het beding dat een overeenkomst voor bepaalde tijd automatisch verlengt indien een tegengestelde kennisgeving van de consument ontbreekt.
9. Onweerlegbare instemming consument vastleggen
Op de “blauwe-lijst” staat bovendien het beding dat bij voorbaat de instemming van de consument vastlegt met bedingen waarvan de consument niet voor het sluiten van de overeenkomst kennis heeft kunnen nemen.
10. Machtiging voor het eenzijdig wijzigen van voorwaarden
Een beding dat de ondernemer machtigt om zonder geldige in de overeenkomst vermelde reden eenzijdig de voorwaarden van de overeenkomst te wijzigen vormt tevens een indicatie voor het zijn van een oneerlijk beding.
11. Machtiging tot wijziging van de prestatie
Een beding waarin de consument de verkoper machtigt om zonder geldige reden eenzijdig de kenmerken van het te leveren product of de te verrichten dienst te wijzigen wordt eveneens vermoed oneerlijk te zijn.
12. Latere vaststelling of verhoging prijs
Een beding dat bepaalt dat de prijs van de goederen of diensten pas wordt vastgesteld op het moment van levering, dan wel aan de ondernemer het recht verleent om de prijs te verhogen wordt vermoed oneerlijk te zijn indien de consument in het geval van een prijsverhoging ten opzichte van de prijs bij het sluiten van de overeenkomt niet het recht heeft de overeenkomst op te zeggen.
13. Conformiteit
Conformiteit betekent dat het product aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een beding dat de ondernemer het recht geeft om te bepalen of de geleverde goederen of de diensten aan de bepalingen van de overeenkomst beantwoorden en een beding dat de ondernemer het exclusieve recht geeft om een of ander beding van de overeenkomst te interpreteren kwalificeren als “blauwe-lijst” bedingen. De gedachte hierachter is dat die beoordeling namelijk niet bij de verkoper behoort te liggen. De verkoper is immers degene die het product levert.
14. Inperking volmacht
Voorts kan als oneerlijk worden aangemerkt de bedingen die bepalen dat de ondernemer niet zomaar gebonden is aan door zijn rechtsgeldig gevolmachtigde aangegane verplichtingen, of de gebondenheid aan dergelijke verbintenissen laten afhangen van een bijzondere formaliteit.
15. Uitsluiten van opschorting
Een beding dat de consument verplicht zijn verbintenissen na te komen terwijl de ondernemer zijn verbintenissen niet uitvoert kwalificeert tevens als blauwe-lijst beding.
16. Overdracht overeenkomst
Als een-na laatste bepaling staat op de “blauwe-lijst” het beding dat de ondernemer de mogelijkheid verschaft zonder instemming van de consument de overeenkomst over te dragen, terwijl hierdoor garanties voor de consument kunnen verminderen.
17. Beperken van rechtsvorderingen
Tot slot staat op de “blauwe-lijst” het beding waarbij de consument wordt belet of belemmerd tot het indienen van een beroep of het instellen van een rechtsvordering. Bekende voorbeelden hiervan zijn 1) het beding dat de consument verplicht om zich uitsluitend tot een niet onder een wettelijke regeling ressorterend scheidsgerecht te wenden, 2) een beding dat de bewijsmiddelen waarop de consument een beroep kan doen op ongeoorloofde wijze beperkt of 3) het beding dat de consument een bewijslast oplegt die volgens het geldende recht normaliter op een andere partij bij de overeenkomst rust.
Tot slot
Onder bepaalde omstandigheden kunnen de “blauwe-lijst” bepalingen bij bepaalde diensten of voor bepaalde ondernemers toch toelaatbaar worden geacht. De “blauwe-lijst” kent namelijk nog enkele specifieke uitzonderingen. Wilt u als ondernemer meer zekerheid over de vraag of uw algemene voorwaarden “consument-proof” zijn, is het raadzaam uw algemene voorwaarden juridisch te laten toetsen.