1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. ANBI-status ingetrokken wegens onvoldoende administratie

ANBI-status ingetrokken wegens onvoldoende administratie

De belastingdienst kan een instelling op verzoek rangschikken als algemeen nut beogende instelling (ANBI) als bedoeld in artikel 5b Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994. Dit brengt voor de betreffende instelling fiscale voordelen met zich mee. Deze toegekende ANBI-status kan echter ook weer worden ingetrokken, al dan niet met terugwerkende kracht. Eén van de eisen waar een instelling aan moet voldoen om de ANBI-status te verkrijgen, én te behouden, is dat de administratie van de instelli...
Leestijd 
Auteur artikel Marèl Baak
Gepubliceerd 31 augustus 2017
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De belastingdienst kan een instelling op verzoek rangschikken als algemeen nut beogende instelling (ANBI) als bedoeld in artikel 5b Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994. Dit brengt voor de betreffende instelling fiscale voordelen met zich mee. Deze toegekende ANBI-status kan echter ook weer worden ingetrokken, al dan niet met terugwerkende kracht. Eén van de eisen waar een instelling aan moet voldoen om de ANBI-status te verkrijgen, én te behouden, is dat de administratie van de instelling inzicht moet geven in de aard en de omvang van de uitgaven. De Inspecteur kan hierdoor controleren of de middelen in de vereiste mate het algemeen belang hebben gediend.

De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld ( 7 juli 2017, nr 16/04238) dat de ANBI-status in de navolgende situatie terecht is ingetrokken. Wat was het geval? Stichting X is opgericht met als doel het bevorderen van het geestelijk en materieel welzijn van de (gezinnen van) (oud) werknemers van enkele ondernemingen in Zuid-Amerika. In 2011 is namens de Inspecteur een controle-onderzoek ingesteld en gebleken dat er sinds 2008 geen jaarstukken zijn opgesteld. Eerdere jaarstukken, noch de administratie van stichting X, bevatten een overzicht van de geldbestedingen in Zuid-Amerika. Op grond hiervan heeft de Inspecteur bij beschikking van 13 mei 2013 Stichting X niet meer als ANBI aangemerkt, en wel met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008. Het Hof Amsterdam (5 juli 2016, nr 15/00085) heeft in hoger beroep geoordeeld dat de ANBI-status terecht met terugwerkende kracht is ingetrokken. Daarbij heeft het Hof het aanbod van Stichting X om de penningmeester als getuige te horen over de besteding van de gelden, afgewezen. Deze verklaringen kunnen naar hun aard niet af- of toedoen aan de administratie en zijn daarmee volgens het Hof niet relevant voor de beoordeling of de administratie aan de wettelijke eisen voldoet. Tevens heeft het Hof het beroep op vertrouwen dat zou zijn gewekt door de eerder afgegeven beschikking verworpen. Stichting X heeft vervolgens cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Het Hof is volgens de Hoge Raad terecht van oordeel dat de administratie van Stichting X geen inzicht geeft in de aard en omvang van de bestedingen in Zuid-Amerika en daarmee niet voldoet aan de eisen die gesteld worden aan de ANBI-status. Ook het oordeel van het Hof dat een gebrek in de administratie niet kan worden geheeld door een getuigenverklaring, acht de Hoge Raad juist.

Een ANBI die zijn status verliest, raakt zijn fiscale vrijstellingen kwijt. Dat kan forse financiële gevolgen hebben. Als dat met terugwerkende kracht gebeurt, heeft het daarmee ook consequenties voor het verleden. Het is aldus van groot belang om de eisen goed na te leven.