1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Annuleert de luchtvaartmaatschappij uw vlucht en boekt u zelf een nieuwe vlucht die eerder aankomt? Geen sprake van vertraging en (dus) geen recht op vergoeding!

Annuleert de luchtvaartmaatschappij uw vlucht en boekt u zelf een nieuwe vlucht die eerder aankomt? Geen sprake van vertraging en (dus) geen recht op vergoeding!

De rechtbank wijst de vorderingen passagiers van de geannuleerde vlucht af nu zij zelf een vervangende vlucht hebben geboekt die uiteindelijk eerder aankomt op de eindbestemming dan de initiële vlucht.
Leestijd 
Auteur artikel Joanne Houwers
Gepubliceerd 17 oktober 2019
Laatst gewijzigd 18 oktober 2019

Op grond van Verordening 261/2004 EG (hierna: de Verordening) hebben passagiers wiens vlucht is geannuleerd of vertraagd recht op compensatie. Van belang is dat wel sprake moet zijn van onomkeerbaar tijdsverlies. Graag illustreren wij dit aan de hand van een zaak die zich bij de Rechtbank Limburg voordeed.

Passagiers hebben een vlucht geboekt die om 15:30 uur van Maastricht/Aachen Airport zou vertrekken en om 17:25 uur in Girona te Spanje zou aankomen. De vlucht wordt echter geannuleerd door de luchtvaartmaatschappij, waarover passagiers tijdig worden geïnformeerd. Passagiers vorderen financiële compensatie bij de luchtvaartmaatschappij. Zij stellen dat zij vanwege de vertraagde vlucht meer dan vier uur later op de eindbestemming zijn aangekomen. Gelet op het tijdsverlies vorderen zij compensatie van hun vlucht en vergoeding van de door hen gemaakte kosten.

Gelet op de reisafstand hebben passagiers op grond van artikel 6 van de Verordening recht op financiële compensatie bij een vertraging van drie uur of meer. Van belang is dat artikel 6 Verordening uitgaat van een vertraging tot na de geplande vertrektijd. De rechtbank overweegt dat niet is voldaan aan artikel 6 Verordening, aangezien passagiers met de alternatieve vlucht om 11:45 uur zijn aangekomen. Er is (dus) geen sprake van onomkeerbaar tijdsverlies, aangezien de initiële vlucht pas om 17:25 uur zou landen. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van financiële compensatie op grond van artikel 6 van de Verordening daarom af.

Ook op grond van het bepaalde in artikel 5 van de Verordening (welk artikel ziet op annulering) hebben de passagiers geen recht op een vergoeding. De luchtvaartmaatschappij heeft passagiers namelijk tijdig geïnformeerd over de annulering van hun vlucht en hen gewezen op de mogelijkheden van artikel 5 lid 1 sub a en artikel 8 van de Verordening. Op grond van deze artikelen hebben passagiers bij annulering recht op terugbetaling van de vliegtickets of een andere vlucht naar hun overeengekomen eindbestemming. Passagiers hebben voor terugbetaling van hun ticket gekozen en dat bedrag ook ontvangen.

Door deze keuze en gelet op het feit dat zij zelf een vervangende vlucht hebben geboekt, hebben passagiers er zelf voor gezorgd dat voor de luchtvaarmaatschappij de uitzondering als bedoeld in artikel 5 lid 1 sub c onder ii van de Verordening van toepassing is. Deze bepaling houdt in dat de passagiers geen recht hebben op financiële compensatie indien:

  • de annulering tussen twee en zeven dagen voor de geplande vertrektijd wordt meegedeeld; en
  • hen een andere vlucht naar hun bestemming wordt aangeboden die niet eerder dan twee uur voor de geplande vertrektijd vertrekt en hen minder dan vier uur later dan de geplande aankomsttijd op de eindbestemming brengt.

Passagiers hebben volgens de rechtbank onvoldoende gesteld en inzichtelijk gemaakt dat de luchtvaartmaatschappij niet in staat was om een vervangende vlucht als bedoeld in voormeld artikel aan te bieden.

Verder maken passagiers op grond van artikel 19 van het Verdrag van Montreal aanspraak op vergoeding van de kosten van de wijziging van de huurauto en de daarmee gepaard gaande kosten. Deze vordering wijst de rechtbank af. Artikel 19 van het Verdrag van Montreal ziet immers op vertraging en zoals eerder vermeld is daar in deze zaak geen sprake van.