1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Beding tot omkering bewijslast hoofdverblijf nietig verklaard

Beding tot omkering bewijslast hoofdverblijf nietig verklaard

De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 8 juli 2011 in kort geding geoordeeld dat een beding in de Algemene Huurvoorwaarden van een Woningstichting Ymere onredelijk bezwarend en daarmee nietig is. Het onderhavige beding bepaalde dat het aan de huurder is om te bewijzen dat hij in het gehuurde zijn hoofdverblijf heeft. Daarmee werd de wettelijk bewijslastverdeling omgekeerd. De vordering van de Ymere tot ontruiming wordt afgewezen. Onredelijk bezwarend en nietig bedingOmdat...
Leestijd 
Auteur artikel Denise Sauer
Gepubliceerd 18 augustus 2011
Laatst gewijzigd 16 april 2018
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 8 juli 2011 in kort geding geoordeeld dat een beding in de Algemene Huurvoorwaarden van een Woningstichting Ymere onredelijk bezwarend en daarmee nietig is. Het onderhavige beding bepaalde dat het aan de huurder is om te bewijzen dat hij in het gehuurde zijn hoofdverblijf heeft. Daarmee werd de wettelijk bewijslastverdeling omgekeerd. De vordering van de Ymere tot ontruiming wordt afgewezen.

Onredelijk bezwarend en nietig beding
Omdat de huurder als een consument moet worden aangemerkt, toetst de Voorzieningenrechter de Algemene Huurvoorwaarden ambtshalve. Een omkering van de wettelijke bewijslast in algemene voorwaarden voor consumenten staat vermeld op de zogenaamde “zwarte lijst” in artikel 6:236 van het Burgerlijk Wetboek. Verder wordt een dergelijk beding eveneens op de indicatieve lijst van oneerlijke bedingen bij de Europese richtlijn inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten genoemd. De Voorzieningenrechter komt derhalve tot het oordeel dat het beding op grond waarvan het bij gerede twijfel aan de huurder is om te bewijzen dat hij zijn hoofdverblijf in het gehuurde heeft, onredelijk bezwarend is. Het beding wordt nietig verklaard. Daartoe overweegt de Voorzieningenrechter nog dat de Woningstichting zich niet in een zodanige bewijsnood bevindt dat een omkering van de wettelijke bewijslastverdeling noodzakelijk is.

Ontruiming afgewezen
Het gevolg is dat Ymere zich in de procedure niet op het beding kan beroepen. Ook de overige omstandigheden rechtvaardigen volgens de Voorzieningenrechter in kort geding geen ontruiming. De vordering tot ontruiming wordt afgewezen.