1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Beroep op buitengewone omstandigheden door luchtvaartmaatschappij slaagt

Beroep op buitengewone omstandigheden door luchtvaartmaatschappij slaagt

Bij langdurige vertraging of annulering van een vlucht heeft de passagier recht op compensatie. In de Europese Verordening 261/2004 (hierna: de Verordening) is bepaald welk bedrag vergoed dient te worden. Een luchtvaartmaatschappij hoeft geen compensatie te bieden indien zich buitengewone omstandigheden hebben voorgedaan en de luchtvaartmaatschappij deze omstandigheden en de gevolgen daarvan niet had kunnen voorkomen door het treffen van alle redelijke maatregelen. Volgens de considerans bij...
Leestijd 
Auteur artikel Joanne Houwers
Gepubliceerd 23 maart 2018
Laatst gewijzigd 16 april 2018

Bij langdurige vertraging of annulering van een vlucht heeft de passagier recht op compensatie. In de Europese Verordening 261/2004 (hierna: de Verordening) is bepaald welk bedrag vergoed dient te worden. Een luchtvaartmaatschappij hoeft geen compensatie te bieden indien zich buitengewone omstandigheden hebben voorgedaan en de luchtvaartmaatschappij deze omstandigheden en de gevolgen daarvan niet had kunnen voorkomen door het treffen van alle redelijke maatregelen. Volgens de considerans bij de Verordening kunnen buitengewone omstandigheden zich met name voordoen in gevallen van politieke onstabiliteit, weersomstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen en stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert. Verder wordt geacht sprake te zijn van buitengewone omstandigheden wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.

Uit jurisprudentie blijkt dat de rechter de lat hoog legt bij het al dan niet aannemen van buitengewone omstandigheden. Een luchtvaartmaatschappij dient gemotiveerd aan te voeren dat sprake was van een buitengewone omstandigheid. Indien de luchtvaartmaatschappij daarin slaagt, zal de rechter aannemen dat sprake is van buitengewone omstandigheden. Ik verwijs in dit kader naar Uit een recentelijk gewezen uitspraak van de kantonrechter te Arnhem.

Rechter: sprake van buitengewone omstandigheid


Een passagier heeft bij El Al Israel Airlines (hierna: El Al) een vlucht geboekt van Amsterdam naar Tel Aviv. De vlucht zou op vrijdag 19 februari 2016 om 09.15 uur vertrekken. Tijdens de zogenoemde ‘push back’ ging iets mis. Het opstaande uiteinde van de linkervleugel (winglet) raakte ernstig beschadigd. Aan de passagiers werd meegedeeld dat het vanwege dit incident niet mogelijk was om hen vóór de sjabbat naar Tel Aviv te vervoeren. Op zaterdag 20 februari om 20.41 uur zijn zij in een reservetoestel vertrokken.

Bij de kantonrechter vordert de passagier compensatie voor de vertraging op grond van de Verordening. El Al voert echter aan dat sprake was van buitengewone (weers)omstandigheden. Zo slipte de pushback truck door gladheid. De passagier betwist dat de weersomstandigheden een rol speelden en meent dat een botsing op het vliegveld inherent is aan de normale uitoefening van activiteiten van een luchtvaartmaatschappij.

De kantonrechter betrekt de weersomstandigheden niet in zijn oordeel. Het toestel raakte beschadigd door botsing met een hek, veroorzaakt door de bestuurder van de sleepwagen van de luchthaven. Die bestuurder is een ‘derde’ waardoor sprake is van ‘een van buiten komende oorzaak’. De schade zorgde voor onverwachte vliegveiligheidsproblemen. De botsing is niet inherent aan de normale uitoefening van de activiteiten van El Al. De luchtvaartmaatschappij kon namelijk geen invloed uitoefenen op deze van buiten komende oorzaak. De kantonrechter verwijst in zijn overwegingen naar het arrest Wallentin-Herman van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Vervolgens geeft de kantonrechter antwoord op de vraag of El Al alle redelijke maatregelen heeft genomen om vertraging te voorkomen. De luchtvaartmaatschappij heeft onderzocht of er een passend reserveonderdeel voorhanden was en kwam tot de conclusie dat reparatie niet afgerond zou zijn voor aanvang van de sjabbat. Om die reden is uiteindelijk een vervangend toestel ingezet.

El Al had met het voorgaande voldoende aangetoond dat zij de botsing niet had kunnen voorkomen en de vertraging niet had kunnen vermijden. De luchtvaartmaatschappij is daarom niet gehouden compensatie aan de passagierte voldoen, aldus de kantonrechter.

Vergelijking


In vergelijking tot uitspraken met een vergelijkbaar feitencomplex is deze uitspraak opmerkelijk te noemen. In eerdere rechtspraak waarbij sprake was van een aanrijding door een derde met een mobiele bagageband of een mobiele trap (Rechtbank Den Haag, Rechtbank Noord-Holland, Hof van Justitie van de Europese Unie) waardoor een technisch mankement is ontstaan, werd de betreffende gebeurtenis niet als buitengewone omstandigheid aangemerkt. Zo werd de gebeurtenis beschouwd als een gebeurtenis die inherent is aan de normale uitoefening van de activiteit van een luchtvaartmaatschappij. De uitspraak in de zaak van El Al biedt in dat kader perspectief voor luchtvaartmaatschappijen.

Conclusie


Mochten zich buitengewone omstandigheden in de zin van de Verordening hebben voorgedaan en claimt een passagier betaling van financiële compensatie wegens vertraging of annulering van een vlucht, dan is een luchtvaartmaatschappij niet zonder meer gehouden deze te voldoen. Bovenstaande uitspraak toont aan dat een beroep op buitengewone omstandigheden niet zonder meer wordt afgewezen. Het is (dus) altijd de moeite waard om na te gaan of er sprake kan zijn van buitengewone omstandigheden en, indien dat het geval is, dit aan te voeren.