De diverse adviezen van de eind 2002 ingestelde Adviescommissie rechtspositie politieke ambtsdragers (commissie Dijkstal) hebben geleid tot een conceptvoorstel van de Wet normering uit publieke middelen gefinancierde beloning topfunctionarissen (WNT). Na invoering van de WNT kan bij algemene maatregel van bestuur een sectorale beloningsnorm zorginstellingen (waaronder academische ziekenhuizen) worden vastgesteld, met de mogelijkheid te differentiëren in klassen op basis van de omvang van de rechtspersoon. Naarmate de (deel)sector verder af staat van de publieke sector kan de beloningsnorm minder zwaar zijn. Bij de vaststelling door de minister wordt rekening gehouden met
- de beloning voor vergelijkbare functies in de publieke sector;
- de beloning in relevante andere sectoren van de arbeidsmarkt;
- de verhouding met de beloning van het overige personeel binnen de betreffende rechtspersoon;
- maatschappelijke opvattingen over de hoogte.
De in de zomer 2009 door de toezichthouders en bestuurders in de zorg (NVTZ en NVZD) vastgestelde Beloningscode Bestuurders in de Zorg (BBZ) zou kunnen dienen als sectorale beloningsnorm ingevolge de WNT. Hieronder volgen in het oog springende aspecten en verschillen tussen WNT en BBZ.
Doelstellingen WNT en BBZ
Het doel van de WNT is drieledig:
- voorzien in een democratisch gelegitimeerd instrument, waarin normen en plichten voor de beloning van bestuurders en andere topfunctionarissen worden vastgelegd;
- afbakening welke instellingen en organisaties tot de (semi-)publieke sector worden gerekend en wat dit wil zeggen voor het beloningsbeleid;
- verhindering dat in de (semi-)publieke sector in de toekomst nog bovenmatige beloningen toegekend worden.
Het doel van de BBZ is een verplichte marktconforme beloning voor bestuurders van zorginstellingen die lid zijn van de NVZD.
De WNT richt zich tot topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector. Dit zijn de leden van de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van een (zorg)instelling en een daaraan gelieerde rechtspersoon. Dit strookt met de BBZ.
Ook interim-topfunctionarissen vallen onder omstandigheden de WNT en BBZ.
Wat houden de beloningsnormen in?
Uitgangspunt van de WNT is het beloningsregime voor de (semi-)publieke sector, met een beloningsmaximum van € 181.773,- (peildatum 1 januari 2009). Dit bedrag is afgeleid van de bruto bezoldiging van een minister, vermenigvuldigd met 130%. Daarnaast is er een bedrag voor (belaste) onkostenvergoedingen van € 15.685,-. Ten slotte is er een bedrag ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (voornamelijk werkgeversdeel pensioenpremie) van € 28.771,-.
De BBZ is een eigen initiatief van de toezichthouders en bestuurders in de zorg; niet langer is sprake van een adviesregeling, maar een regeling met een verplichtend karakter voor de leden. De BBZ richt zich met name op de primaire arbeidsvoorwaarden, terwijl de WNT alle beloningsbestanddelen normeert.
De BBZ kent 10 schalen (klassen), met een maximum primair jaarsalaris van € 190.000,-. De andere schalen (klassen) zijn beduidend lager. Voor de secundaire arbeidsvoorwaarden wordt in de BBZ aansluiting gezocht bij hetgeen in de sector gebruikelijk is.
De BBZ biedt de mogelijkheid de uiteindelijke vaststelling van de functiewaarde en de daaraan gekoppelde beloning te verhogen met maximaal 30%, dus tot maximaal € 248.300,-. Het criterium is de mate van marktwerking op de deelgebieden: arbeids-, kapitaal- en inkoopmarkt, product/marktcombinaties en ten slotte fusie- en overnamemarkt.
De Raad van Toezicht moet aan de hand van deze vijf markten een oordeel geven of, en zo ja in welke mate er sprake is van een scherper risicoprofiel van de zorginstelling. Tenslotte komen het bestuursmodel en de persoonlijke kwaliteiten van de bestuurder aan bod. Kortom, de uiteindelijke beloning wordt ook gekoppeld aan de functie en functionaris en niet alleen aan de zorginstelling. Dit is duidelijk anders bij de WNT.
Begrippen “beloning” en “uitkeringen wegens beëindiging dienstverband” in de WNT.
Het begrip beloning van de WNT omvat ook de secundaire arbeidsvoorwaarden, waaronder langdurig tussentijds verlof/ sabbaticals en de werkgeversbijdragen aan de pensioenvoorziening.
Voor ontslagvergoedingen (uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband) geldt zowel in de WNT als de BBZ een maximum: de vaste beloningen over de twaalf maanden voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband. De WNT scherpt dit nog aan door niet toe te staan dat partijen overeenkomen het dienstverband op een later tijdstip te beëindigen dan het tijdstip waarop de topfunctionaris de uitoefening van zijn taken beëindigt.
Sancties op overtreding
Ingevolge de WNT is een hogere beloning dan toegestaan nietig, deze wordt van rechtswege geconverteerd in de maximaal toegestane sectorale beloning. Het teveel betaalde kan worden teruggevorderd als onverschuldigd betaald. Dit geldt ook voor uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband. De interne of externe accountant moet een oordeel geven over het financieel verslagdocument. Indien sprake is van betalingen in strijd met de WNT moet de accountant een verklaring met beperking geven en een melding doen aan de minister. De minister kan handhavend optreden door het opleggen van een last onder dwangsom aan de topfunctionaris en/of degenen die verantwoordelijk zijn voor de betaalde beloningen. Ook is een strafrechtelijke sanctie mogelijk (nieuw artikel 184a Wetboek van Strafrecht).
De BBZ kent geen sancties, wel geldt dat de Raad van Toezicht een onderbouwde verantwoording moet geven in het jaarverslag met vermelding dat toestemming verkregen is van de Toetsingscommissie BBZ, een onderdeel van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg.