1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. Betalingsonwil kan tot aansprakelijkheid van een bestuurder leiden

Betalingsonwil kan tot aansprakelijkheid van een bestuurder leiden

In beginsel is een bestuurder van een vennootschap niet aansprakelijk tegenover een schuldeiser van de vennootschap indien de vennootschap een schuld van deze schuldeiser niet betaalt. Onder omstandigheden is echter, naast aansprakelijkheid van de vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap.
Leestijd 
Auteur artikel Selma van Ramele
Gepubliceerd 08 september 2015
Laatst gewijzigd 23 mei 2022

In beginsel is een bestuurder van een vennootschap niet aansprakelijk tegenover een schuldeiser van de vennootschap indien de vennootschap een schuld van deze schuldeiser niet betaalt. Onder omstandigheden is echter, naast aansprakelijkheid van de vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap.

Recent heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg een bestuurder in privé veroordeeld tot betaling van een schuld van de vennootschap waarvan hij bestuurder was.

De feiten zijn als volgt. De heer X is enig bestuurder van Bautec UG (een vennootschap naar Duits recht).De heer Y is werknemer van Bautec UG en heeft een vordering op Bautec UG uit hoofde van achterstallig loon. Bautec UG was al eerder door de kantonrechter veroordeeld het achterstallige loon te betalen. Door de werknemer waren diverse pogingen ondernomen om betaling van het achterstallige loon te verkrijgen. Dit was niet gelukt. De werknemer is daarop een kort geding gestart en sprak de bestuurder van Bautec aan op grond van onrechtmatige daad.

De werknemer verwijst ter onderbouwing van zijn vorderingen naar het arrest van de Hoge Raad van 3 april 1992 (Van Waning/Van der Vliet).

De Hoge Raad bepaalde in dit arrest dat een persoon die als bestuurder en aandeelhouder de volledige zeggenschap heeft over een vennootschap, persoonlijk aansprakelijk is indien de nalatigheid van de vennootschap om een schuld te betalen, te wijten is aan betalingsonwil.

Degene die volledige zeggenschap heeft over de nalatige vennootschap, dient op grond van voormeld arrest aannemelijk te maken dat de vennootschap niet in staat is te betalen. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter de bestuurder van Bautec UG herhaaldelijk gevraagd waarom het loon van de werknemer niet door Bautec UG werd uitbetaald. De bestuurder van Bautec UG heeft daar geen duidelijk antwoord op gegeven. In ieder geval heeft hij wel gesteld dat er géén sprake was van betalingsonmacht bij Bautec UG: de vennootschap floreerde niet, maar boekte wel een redelijke omzet. Dat Bautec UG niet in staat was om het loon van de werknemer te betalen (en er dus sprake was van betalingsonmacht van de vennootschap), is dan ook niet door de bestuurder van Bautec UG gesteld. Nu de bestuurder van Bautec UG niet heeft aangetoond dat er sprake is van betalingsonmacht van de vennootschap, gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat er sprake was van betalingsonwil aan de zijde van de bestuurder van Bautec UG. Vanwege die betalingsonwil is hij als degene die de volledige zeggenschap heeft over de nalatige vennootschap Bautec UG op grond van onrechtmatige daad jegens de werknemer aansprakelijk. De bestuurder van Bautec UG is dan ook aansprakelijk voor de schade (ruim € 50.000 !) die de werknemer door dit onrechtmatig handelen heeft geleden.