1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. CBB: ACM heeft Keukenkampioen en Keukenconcurrent terecht beboet

CBB: ACM heeft Keukenkampioen en Keukenconcurrent terecht beboet

In 2009 heeft de Autoriteit Consument en Mark (ACM) zowel Keukenkampioen als Keukenconcurrent een boete opgelegd van € 110.000,00 wegens het bezigen van een oneerlijke handelspraktijk. Keukenkampioen en Keukenconcurrent hadden in strijd met artikel 11 van de algemene voorwaarden Centrale Branchevereniging Wonen (CBW voorwaarden) van kopers verlangd dat de volledige koopsom uiterlijk vijf dagen vóór de aflevering werd betaald. Het CBB bevestigt in een uitspraak van 7 mei 2014 de overtreding, m...
Leestijd 
Auteur artikel Dirkzwager
Gepubliceerd 19 mei 2014
Laatst gewijzigd 16 april 2018
In 2009 heeft de Autoriteit Consument en Mark (ACM) zowel Keukenkampioen als Keukenconcurrent een boete opgelegd van € 110.000,00 wegens het bezigen van een oneerlijke handelspraktijk. Keukenkampioen en Keukenconcurrent hadden in strijd met artikel 11 van de algemene voorwaarden Centrale Branchevereniging Wonen (CBW voorwaarden) van kopers verlangd dat de volledige koopsom uiterlijk vijf dagen vóór de aflevering werd betaald. Het CBB bevestigt in een uitspraak van 7 mei 2014 de overtreding, maar verlaagt de boete tot € 50.000,00 per overtreder.

De casus
Keukenkampioen en Keukenconcurrent verkopen onder meer keukens vanuit vestigingen door heel Nederland. Zij zijn aangesloten bij de CBW. Hieruit vloeit voort dat zij de zogeheten CBW-erkend regeling hanteren en overeenkomsten afsluiten onder toepassing van de CBW-voorwaarden. Artikel 11 van deze voorwaarden schrijft voor dat kopers uiterlijk op het tijdstip van aflevering de koopsom betalen. In afwijking van dit voorschrift verlangden Keukenkampioen en Keukenconcurrent van hun klanten dat zij uiterlijk vijf dagen voor aflevering de volledige koopsom betaalden.

Oneerlijke handelspraktijk
In artikel 8.8 van de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) is bepaald dat een handelaar de artikelen 6:193a tot en met 6:193j van het BW in acht neemt. Deze artikelen worden ook wel aangeduid als de Wet Oneerlijke Handelspraktijken (Wet OHP)

De wet bepaalt dat een handelspraktijk misleidend is indien de handelaar een verplichting die is opgenomen in een gedragscode niet nakomt voor zover de verplichting concreet en kenbaar is, en de handelaar aangeeft dat hij aan die gedragscode gebonden is, waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen, dat hij anders niet had genomen.

Procedure bij het CBB
In de procedure bij het CBB staan drie vragen centraal:

  1. Is de overtreden norm voldoende duidelijk?

  2. Is de hoogte van de boete terecht?

  3. Is de uitkomst van de beroepsprocedure relevant voor de vraag of het boetebesluit terecht openbaar is gemaakt?


De overtreden norm
Volgens het CBB is de norm in artikel 11 CBW voorwaarden kenbaar en voldoende concreet. Het uitgangspunt is dat kopers de koopsom pas bij aflevering betalen. Afwijking is mogelijk, maar in het overgrote deel van de gevallen dient pas bij aflevering te worden betaald. Keukenkampioen en Keukenconcurrent weken in bijna de helft van de gevallen van dit voorschrift af. Daarom is er volgens het CBB sprake van een misleidende handelspraktijk.

De hoogte van de boete
De ACM had Keukenkampioen en Keukenconcurrent elk een boete opgelegd van € 100.000,00 voor de misleidende handelspraktijk en € 10.000,00 voor het niet voldoende meewerken aan het onderzoek van de ACM. In eerste aanleg had de rechtbank Rotterdam de boete voor het niet voldoende meewerken geschrapt. De rechtbank zag hierin geen boeteverhogende omstandigheid. In beroep moest het CBB oordelen over de boete voor de misleidende handelspraktijk.

Ten tijde van het nemen van het boetebesluit, had de ACM nog geen algeheel omvattend boetebeleid. Dit laat volgens het CBB onverlet dat de ACM bij de vaststelling van de hoogte van de boete in ieder geval rekening moet houden met de ernst en de duur van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. In het onderhavige geval heeft de ACM volgens het CBB onvoldoende gemotiveerd waarom een boete van € 100.000,00 gerechtvaardigd is. Daarbij komt, en dat is opmerkelijk, dat het CBB enig begrip kan opbrengen voor de handelwijze van Keukenkampioen en Keukenconcurrent. Het CBB verlaagt de boete daarom tot € 50.000,00.

Publicatie
De ACM had het boetebesluit openbaar gemaakt. De rechtbank Rotterdam was van mening dat voor het antwoord op de vraag of deze openbaarmakingrechtmatig  was ook naar de uitkomst van de beroepsprocedure moet worden gekeken. Het CBB volgt de rechtbank hierin niet. De omstandigheid dat als gevolg van het aanwenden van rechtsmiddelen tegen het boetebesluit de hoogte van de boete wijzigt maakt dat het boetebesluit niet ongewijzigd in stand kan blijven, maar brengt niet vanzelfsprekend mee dat het besluit om het oorspronkelijke boetebesluit te publiceren om die reden ook onrechtmatig moet worden bevonden.