1. Home
  2. Kennis
  3. Artikelen
  4. De verplichting tot informatievoorziening van de verkoper

De verplichting tot informatievoorziening van de verkoper

Het belangrijkste contract in een overname, is de koopovereenkomst. De koopovereenkomst zet de structuur van de transactie uiteen, bepaalt wanneer, wat wordt verkocht / gekocht en voor welke prijs, maar bevat bovendien in nagenoeg alle gevallen een set garanties die de verkoper verstrekt ten behoeve van de koper. De garanties zien grotendeels op de staat van de onderneming op het moment dat de onderneming wordt verkocht en de aandelen worden geleverd. Dit beoogt te voorkomen dat de koper een...
Leestijd 
Auteur artikel Claudia van der Most
Gepubliceerd 03 september 2016
Laatst gewijzigd 16 april 2018
Het belangrijkste contract in een overname, is de koopovereenkomst. De koopovereenkomst zet de structuur van de transactie uiteen, bepaalt wanneer, wat wordt verkocht / gekocht en voor welke prijs, maar bevat bovendien in nagenoeg alle gevallen een set garanties die de verkoper verstrekt ten behoeve van de koper. De garanties zien grotendeels op de staat van de onderneming op het moment dat de onderneming wordt verkocht en de aandelen worden geleverd. Dit beoogt te voorkomen dat de koper een kat in de zak koopt. Dat is ook de reden dat een van de door de verkoper te verstrekken garanties vaak ziet op zijn informatieverplichting. De verkoper wordt geacht de koper alle informatie te hebben verstrekt opdat de koper zich een goed beeld heeft kunnen vormen van de onderneming en de verkoper aldus alle feiten en omstandigheden aan de koper meldt, die van belang zijn voor de koper om de transactie te doen en de voorwaarden van de transactie waarmee door de koper akkoord wordt gegaan. Onlangs heeft het Gerechtshof Den Haag zich uitgelaten over een –vermeende- schending van een dergelijke garantie door de verkoper. De casus luidt, sterk vereenvoudigd weergegeven, als volgt:

Swartwoudt Vastgoed B.V. (‘Swartwoudt’) verkocht 51% van haar aandelen in onder andere een van haar dochtervennootschappen, Climate Control B.V., aan Mourik Installatiegroep B.V. (‘Mourik’). De aandelen werden geleverd in november 2010. De koopprijs bedroeg iets meer dan EUR 1.000.000. Eind 2012 stelt Mourik zich op het standpunt dat Swartwoudt zijn informatieverplichting heeft geschonden en aansprakelijk is voor de schade die Mourik hierdoor lijdt. Wat was er aan de hand? In mei 2007 had Nyrstar Budel B.V. (‘Nyrstar’) een opdracht verstrekt aan Climate Control B.V. ten aanzien van een ventilatiesysteem. In oktober 2009 stuurt Nyrstar een ingebrekestelling naar Climate Control B.V. waaruit blijkt dat reparaties aan ventilatiekappen kennelijk niet naar behoren (zijn) verlopen. Nyrstar deelt mee dat de werkzaamheden direct worden gestopt en wenst van Climate Control B.V. een nieuw plan van aanpak te ontvangen. Kennelijk wordt de kwestie niet naar tevredenheid door Climate Control B.V. opgelost en schrijft Nyrstar in februari 2011 (dus niet lang na de aandelenoverdracht) dat zij de overeenkomst ontbindt, de koopprijs terugbetaald wil zien en maakt zij aanspraak op betaling van schadevergoeding. Met dit alles is een bedrag van ruim EUR 2.000.000 gemoeid. Mourik is hierover zeer ontstemd en dit is voor haar reden om zich in november 2012 tot de verkoper, Swartwoudt, te wenden met (onder andere) een vordering tot schadevergoeding wegens schending van de verplichting tot informatievoorziening zoals vervat in een garantie die is opgenomen in de koopovereenkomst.

De kern van het geschil is dan ook of verkoper in strijd met de garantie heeft gehandeld door Mourik niet op de hoogte te stellen van de eerdergenoemde ingebrekestelling van oktober 2009 en het feit dat er problemen waren met Nyrstar. Swartwoudt stelt zich op het standpunt dat zij haar verplichting tot informatievoorziening niet heeft geschonden. Op het moment van de overname, waren Nyrstar en Climate Control B.V. in goed overleg over het oplossen van het probleem. Bovendien was contractueel een deel van de mogelijke aansprakelijkheid uitgesloten en was er overigens een voldoende voorziening opgenomen op de balans voor het geval een terecht beroep op een garantieverplichting door Nyrstar zou worden gedaan. Het Hof is het hiermee, ondanks al hetgeen door Mourik dus tevergeefs wordt ingebracht, eens. In rechtsoverweging 2.13. staat dat er alleen een meldingsplicht zou gelden indien op de datum van de overname de verkoper in redelijkheid niet kon verwachten (i) dat voor de problemen met Nyrstar een oplossing kon worden gevonden, dan wel (ii) dat het probleem oplosbaar zou zijn binnen een getroffen reserve. Ondanks deze uitspraak ben ik van mening dat er aan de zijde van verkoper voorzichtigheid geboden is. Als er (potentiële) claims spelen met potentieel een substantieel financieel afbreukrisico dan lijkt het mij voor de hand liggen dat verkoper koper hierover informeert, ook indien een voorziening is getroffen op de balans. In dit geval ging verkoper ervan uit dat de kwestie zich wel zou oplossen en volgens het hof had verkoper hier ook alle reden toe; dit ondanks het feit dat de kwestie uiteindelijk toch is geëscaleerd en heeft geleid tot een aanzienlijke vordering van Nyrstar.