Lees hier de uitspraak.
Normaal gesproken wordt de bijdrage in de parkkosten geregeld aan de poort via een verplicht lidmaatschap met een VvE of via een beheersovereenkomst. In deze uitspraak was er door omstandigheden echter geen sprake van een dergelijke contractuele relatie. Het hof oordeelt dat het onvermijdelijk is dat een eigenaar van een bungalow voordeel zal genieten van de voorzieningen die in het bungalowpark aanwezig zijn. In aansluiting op de wettelijke regeling van ongerechtvaardigde verrijking oordeelt het hof dat op basis van de redelijkheid en billijkheid een rechtsverhouding tussen de bungaloweigenaar en de parkbeheerder bestaat. Deze rechtsverhouding leidt ertoe dat de bungaloweigenaar gehouden is een redelijke vergoeding te betalen.
De bijdrageverplichting blijft beperkt tot de vaste kosten voor de instandhouding en het onderhoud van de basisinfrastructuur. Dit zijn de voorzieningen die gebruikelijk zijn en die naar hedendaagse maatstaven voor een normale bewoning niet goed gemist kunnen worden. Concreet gaat het hierbij om basale voorzieningen zoals wegen, straatverlichting, riolering, elektriciteitskabels, water- en gasleidingen, afvalinzameling en omheining. Een eigenaar hoeft dus niet te betalen voor ‘luxe’ voorzieningen zoals een zwembad. De parkbeheerder kan er immers op eenvoudige wijze voor zorgen dat de bungaloweigenaar die niet meebetaald de voorziening ook niet benut.